Afsplitsingen van dochterondernemingen zijn voor beursgenoteerde ondernemingen een aantrekkelijke optie om de aandeelhouderswaarde te vergroten, concludeert KPMG na onderzoek.
KPMG analyseerde voor het onderzoek ‘Dissecting public carve-outs’ ruim veertig afsplitsingen die in de afgelopen vijf jaar wereldwijd op de publieke kapitaalmarkten hebben plaatsvonden. Daaruit blijkt dat het in 71% van de gevallen ging om een spin-off. Bij 16% van de transacties werd gekozen voor een IPO (beursgang) en bij 13% voor een combinatie van beide. Bijna 40% vond plaats in de Verenigde Staten, 20% in Europa en 13% in het Verenigd Koninkrijk.
Uit het onderzoek blijkt dat afsplitsingen met name plaatsvonden in de financiële dienstverlening. De meeste carve-outs namen zes tot twaalf maanden in beslag, van de eerste aankondiging tot de uiteindelijke notering aan de beurs. Zo’n 20% van de transacties had slechts zes maanden nodig.
Zekerheid voor aandeelhouders
Zekerheid is een van de belangrijkste pluspunten van spin-offs, zegt Ruben Rog, partner bij KPMG Capital Markets. ‘Spin-offs zijn in principe niet onderhevig aan marktrisico’s. Na goedkeuring door de aandeelhouders krijgt het nieuwe beursbedrijf zijn eigen leiderschap en kan het onafhankelijk verder gaan. Een spin-off levert het moederbedrijf zelf geen geld op en onderwerpt zowel de moeder als bestaande aandeelhouders en potentiële nieuwe investeerders aan het ‘flowback’-risico. Bij een gebrek aan voldoende vraag van nieuwe investeerders zal de waarde van het nieuwe aandeel dalen en worden de aandeelhouders fors gedupeerd. Dat betekent dat communicatie met de kapitaalmarkten op weg naar een beursgang bij een spin-off minstens net zo belangrijk is als bij een traditionele IPO. Carve-out IPO’s daarentegen realiseren een potentieel significante kapitaalinjectie voor het genoteerde bedrijf of haar aandeelhouders. Maar de potentieel hoge opbrengsten moeten worden afgewogen tegen het marktrisico bij een IPO.’
Strategische heroverweging
Door de coronacrisis nemen veel bedrijven de strategie onder de loep, met het accent op versterking van de balans en kostenverlagingen. ‘Economische trends en wet- en regelgeving veranderen in hoog tempo en de levenscyclus van producten wordt steeds korter. Dat betekent dat bestuurders moeten streven naar flexibiliteit. De ESG-agenda zorgt er bovendien in toenemende mate voor dat bedrijven gedwongen worden om hun portefeuille te heroverwegen en sterker in te zetten op duurzaamheid.’ Rog wijst ook op de digitale transformatie. ‘Het strategische argument om niet-kernfuncties af te scheiden laat zich dan ook steeds sterker gelden.’
Carve-out in begin succesvoller
Een jaar na een zogeheten carve-out, waarbij de afgesplitste onderneming op eigen benen staat, is de transactie volgens Rog ‘opmerkelijk succesvoller dan een transactie waarbij de oorspronkelijke eigenaar controle houdt’. ‘De gemiddelde koersstijging was 16% vergeleken met 2% voor de spin-off. Na 24 maanden kantelt het beeld enigszins, een koersstijging van 26% voor de IPO en 14% voor de spin-off. Na 36 maanden is het verschil bijna teniet gedaan, een koersstijging van 57% voor de IPO en 46% voor de spin-off.’
Geef een reactie