De AFM moest het oppakken. De WTA – Wet Toezicht Accountantsorganisaties – werd op 28 juni 2005 aangenomen. Maar ook toen kenden we – al werd het toen niet zo genoemd – het begrip kwartiermakers. 15 jaar geleden waren dat Steven Maijoor en Janine van Diggelen. In december 2004 interviewde ik ze voor toen AccountancyNieuws. En de boodschap was het moet anders. Nieuwe wetgeving komt er aan. Toezicht op accountants moet niet meer door accountants. Deze week een drietal terugblikken. Dit is de eerste.
Eind 2004 en in 2005 zitten we midden in de afwikkeling van het Ahold boekhoudschandaal. Jeroen Smit’s boek Het drama Ahold is zeer lezenswaardig. Tegelijkertijd is Ahold een eerste voorbeeld waarbij een accountantskantoor -Deloitte – de stekker trekt uit de goedkeuring van een jaarrekening van een Nederlandse multinational. Stak Deloitte niet gewoon – heel terecht – haar middelvinger op tegen de opdrachtgever met de boodschap: hier werken wij niet aan mee? En als ik mij goed herinner veroorzaakte dit een stevige koersdaling van het aandeel Ahold. Zie daar meteen de waarde van een goedkeurende accountantsverklaring.
Standaardfraseringen
Het interview uit 2004 levert nu nog steeds een aantal standaardfraseringen op: ‘Het accountantsberoep heeft niet voor elkaar gekregen wat het oorspronkelijk voor elkaar had moeten krijgen, namelijk vertrouwen in de verklaringen die het afgeeft.’ We lezen verder: ‘De regels rondom accountants moeten worden aangescherpt, de pakkans in geval van grove fouten moet worden vergroot en zelfregulering lijkt uit de tijd.’ En ‘Onze doelstelling is dat kwaliteit weer op nr. 1 komt en dat de commerciële doelstelling bij de kantoren van die plaats verdwijnt.’ ‘Kantoren moeten gaan merken dat er een andere wind waait.’ Ik geloof inmiddels wel dat bij veel kantoren dit besef is doorgedrongen. Er is geïnvesteerd in compliance en kwaliteit. En de resultaten daarvan zien we als het goed is niet! Immers wanneer er bij kantoren dingen goed gaan haalt dat de publiciteit niet. Dus blijft kwaliteit in deze toch onzichtbaar. En de Nederlandse grote incidenten bijv. Vestia, Imtech e.d. liggen inmiddels al wel meerdere jaren achter ons.
In de tussentijd blijven de verdiensten van accountants in euro’s uitgedrukt nog steeds veel mensen verbazen. Echt slecht gaat het ze niet. Gemiddeld ontvangen partners bij de Big Four jaarlijks een partnervergoeding die niet onder de € 400.000 uitkomt. Okee, partnervergoeding is niet altijd gelijk te stellen aan bruto-inkomen. Maar het is in alle gevallen ver boven 3 x modaal en in veruit de meeste gevallen ongetwijfeld boven Wnt-normen. En dat voor mensen met een publieke taak? Maar dat even terzijde.
Toezichthouder krijgt er van langs
De kwaliteit van de audits zoals uitgevoerd door de Big Four deugt niet. Daarom kregen de kantoren in 2016 stevige boetes. De boetes die de AFM in 2016 oplegde aan de Big Four – € 1.8 miljoen voor Deloitte, € 2.2 miljoen voor EY, € 1,2 miljoen voor KPMG en € 845 k voor PwC – krijgen echter een verrassend staartje. Deloitte en KPMG betalen de boetes, misschien wel onder het motto dat wanneer je geschoren wordt je stil moet blijven zitten. PwC en EY zijn assertiever en stappen naar de rechter. En heel verrassend is de rechter het met de klagers eens. AFM kan op basis van de wijze waarop zij onderzocht niet tot de conclusie komen dat de audits van de betreffende kantoren niet deugen. Een uitspraak die ook in hoger beroep stand houdt. Dat doet ongetwijfeld pijn bij de AFM. Maar zij hebben er gelukkig wel van geleerd. Een simpel dossieronderzoek van uitgevoerde jaarrekeningcontroles volstaat niet om een definitief oordeel te kunnen vellen over de kwaliteit van een accountantsorganisatie. Daar is meer voor nodig.
Wel lerend vermogen bij toezichthouder
En dat de AFM na 14 jaar hiervan geleerd heeft wordt dan wel weer helder in de in 2019 gepubliceerde AFM-onderzoeken bij de andere OOB-kantoren. Over BDO is de AFM positief. Over Mazars iets minder positief. Kritisch op Grant Thornton en Accon avm. Dit rapport geeft een behoorlijk diepgaand beeld van de diverse kantoren. Er is niet alleen dossieronderzoek gedaan – centraal in de eerdere AFM-onderzoeken – maar er is ook op verschillende niveaus binnen de organisaties: top, controlerende accountants, medewerkers e.d. zowel individueel als collectief gesproken en onderzoek gedaan. En dat maakt dit rapport zo lezenswaardig, omdat je zo wel een goed beeld krijgt wat er binnen de diverse kantoren goed ging en wat er minder goed ging. Kortom een onderzoek en een oordeel niet gebaseerd op slechts één onderzoeksmethode.
Kwartiermakers
Nu zijn er opnieuw kwartiermakers aan het werk. Zij gaan aan het werk op basis van de MCA- en CTA-rapporten van het afgelopen jaar. MCA is commissie van de NBA, CTA is door minister Hoekstra ingesteld. Ook weer stevige taal. We kunnen de citaten uit 2004 zo weer herhalen. Maar wacht even. De meest kritische rapporten zijn niet de eindrapporten van beide commissies.
Het meest kritische rapport is m.i. het tussenrapport van de CTA uit november vorig jaar. Daarin staat onomwonden dat ‘diverse oordelen over de kwaliteit van accountancysector grotendeels gebaseerd waren op meningen.’ Andere stevige beweringen in dit interimrapport zijn dat er bijvoorbeeld relatief weinig onderbouwing te vinden is die stellen dat audit only een goede maatregel zou kunnen zijn. Datzelfde geld voor joint audit, twee kantoren voeren een opdracht uit. En ook het effect van een verplichte kantoor- en partnerroulatie is volgens deze onderzoekers onduidelijk. Maar misschien/hopelijk dat ‘ringfencing’ wel gaat werken. Maar goed, ondertussen gaat/ging het internationaal gezien nog steeds niet overal helemaal goed, getuige Steinhoff in Zuid Afrika en Wirecard bij onze oosterburen.
Hoeveel jaarrekeningen worden er nu onterecht goedgekeurd?
Volgens mij blijft er maar één vraag over: Hoeveel jaarrekeningen worden er onterecht goedgekeurd? 0% is het ultieme doel. We weten op voorhand dat dit nooit gehaald zal worden. Maar wat is dan wel een acceptabel niveau? Stel dat 99% van de jaarrekeningen terecht goedgekeurd wordt dan hebben we het in Nederland over 19.800 goede jaarrekeningen. We gaan daarbij uit van zo’n 20.000 controleplichtige ondernemingen. Dus 200 fout? Lijkt me toch een beetje veel? 99,9% is al een betere score. 20 foute jaarrekeningen. Is dat een reële inschatting? Ik denk dat we er nooit achter komen.
Frans Heitling
Geef een reactie