De nieuwe procedure om BPM over motorrijtuigen vast te stellen en te betalen, gaat niet zorgen voor een extra BTW-betaling over de afgedragen BPM. Dat schrijft staatssecretaris Vijlbrief (Financiën) aan de Tweede Kamer.
Autobrancheorganisatie BOVAG vreesde dat de nieuwe werkwijze importeurs en klanten extra geld zou gaan kosten. Maar voor de BTW zijn er geen gevolgen, antwoordt Vijlbrief op Kamervragen van VVD-lid Lodders.
In het Belastingplan 2021 wordt voorgesteld om het belastbaar feit voor de BPM vast te stellen op het moment van inschrijving van het motorrijtuig in het kentekenregister. Dat helpt om knelpunten op te lossen met fiscale bevoordeling van parallelimport ten opzichte van de binnenlandse markt. ‘Het biedt belangrijke handvatten voor meer toezicht op parallelimport, vermindert het aantal bezwaarschriften en reduceert de complexiteit in de BPM.’
Ongelijkheid rechttrekken
Bij inkoop op de binnenlandse markt betaalt de ondernemer aan de verkoper een prijs inclusief de nog op het motorrijtuig drukkende BPM. Bij import is de BPM pas verschuldigd als het motorrijtuig wordt verkocht aan de klant. Zo lang het voertuig nog bij de importhandelaar in de bedrijfsvoorraad staat, ontstaat recht op extra leeftijdskorting voor de BPM. Daardoor is bij tenaamstelling na import minder BPM verschuldigd dan de BPM die op hetzelfde motorrijtuig in de inkoopprijs is vervat op de binnenlandse markt. ‘Deze ongelijkheid wordt zo veel mogelijk rechtgetrokken doordat het belastbaar feit de inschrijving in het kentekenregister wordt en de grondslag bij gebruikte motorrijtuigen wordt bepaald op het moment van het onderzoek naar de inschrijving door de RDW.’
Geen invloed op BTW
Bovag was bang dat er een extra BTW-last op de loer lag. Maar de aanpassing van het belastbaar feit in de BPM heeft geen gevolgen voor de behandeling van de BTW, laat Vijlbrief weten. ‘Voor nieuwe motorrijtuigen die worden ingeschreven in het kentekenregister is en blijft de regel gelden dat geen BTW wordt geheven over de BPM wanneer de inschrijving (en dus de afdracht van BPM) plaatsvindt op naam en voor rekening van de koper.’ Net als op dit moment moet uit de boekhouding van de importeur of dealer blijken dat hij optreedt in naam en voor rekening van de koper. Het voorstel heeft verder ook geen impact op de behandeling van BTW bij gebruikte motorrijtuigen die worden ingeschreven in het kentekenregister. Bij de verkoop van gebruikte auto’s waarvoor eerder BPM is afgedragen blijft de regel dat de BPM geen onderdeel is van de maatstaf van heffing waarover BTW wordt betaald.
BPM voor nieuwe voertuigen
Vijlbrief geeft ook nog aan wat het voorstel betekent voor het bepalen en betalen van de BPM bij nieuwe motorrijtuigen:
– Bij nieuwe personenauto’s is vooral van belang wat de omvang van de CO2-uitstoot is. Die wordt bepaald bij de inschrijving van de personenauto in het kentekenregister. Over de extra CO2-uitstoot als gevolg van accessoires die tussen inschrijving en tenaamstelling worden aangebracht, wordt geen BPM betaald.
– De BPM moet worden betaald en de aangifte moet worden gedaan vóórafgaand aan de inschrijving in het kentekenregister. Ondernemers die regelmatig om inschrijving verzoeken van motorrijtuigen mogen op basis van een vergunning de BPM per tijdvak voldoen na afloop van het tijdvak van de tenaamstelling. In het nieuwe voorstel wordt het betalingsmoment gekoppeld aan het tijdvak van de inschrijving. ‘Dat acht ik wenselijk voor de uitvoerbaarheid van en een complexiteitsreductie in de BPM. Het is niet zo dat een wijziging van betaal- en aangiftetermijn voor vergunninghouders ertoe leidt dat BTW over BPM moet worden voldaan.’
Vijlbrief praat met de autobranche om de BPM-regeling te verduidelijken: ‘Door de voorgestelde wettekst is in de sector en dan met name bij de BOVAG onbedoeld onrust ontstaan ten aanzien van de BTW en BPM. Ondanks dat de voorgestelde wettekst geen effect heeft op de behandeling van BTW over BPM, ben ik met de branche in gesprek om te bezien of er nog verduidelijkingen in het wetsvoorstel kunnen worden gemaakt zodat alle eventuele onduidelijkheid op dit punt wordt weggenomen.’
Geef een reactie