Het lijkt er op dat een meerderheid in de Tweede Kamer wil dat de onlangs door het kabinet aangekondigde regeling voor starters ook gaat gelden voor ondernemers die eind 2019 zijn begonnen. Anders dreigen alsnog duizenden ondernemers buiten de boot te vallen.
Uitbreiding steunpakket
Bij de laatste uitbreiding van het steunpakket kondigde het kabinet een regeling aan voor starters die tussen 1 januari en 30 juni 2020 een bedrijf zijn begonnen. De precieze invulling wordt nog vastgesteld. De regeling, die zoveel mogelijk wordt gebaseerd op de TVL, geldt zowel voor het eerste als tweede kwartaal van 2021. De referentieperiode voor deze bedrijven zal het derde kwartaal van 2020 zijn. Starters gestart tussen 1 januari en 15 maart 2020 komen ook voor de reguliere TVL in aanmerking in het eerste kwartaal van 2021. In het tweede kwartaal van 2021 kunnen de starters die gestart zijn tussen 1 januari en 15 maart 2020 alleen van de aparte startersregeling gebruikmaken. Het kabinet hoopt het loket in mei te kunnen openen. Naar verwachting kost deze regeling tussen de 55 en 70 miljoen euro per kwartaal. Starters kunnen ook gebruikmaken van corona-overbruggingskredieten tot maximaal 35.000 euro. Hier is in totaal 70 miljoen euro voor beschikbaar.
Debat over noodsteun
Verschillende politieke partijen willen nu dat starters die begonnen zijn vóór 1 januari 2020 ook in aanmerking komen voor steun. De kans lijkt groot dat het kabinet die oproep overneemt en ook bedrijven die eind 2019 zijn begonnen in aanmerking laat komen voor steunmaatregelen. Aanstaande donderdag debatteert de Kamer over het steunpakket. “Dat er eindelijk zo’n regeling is gekomen, is een goede eerste stap van het kabinet”, zegt VVD’er Thierry Aartsen. “Maar misschien wel de belangrijkste groep starters valt erbuiten.”
Geef een reactie