De eerste vragen over de uitvoering van de oudedagsverplichting (ODV) beginnen te komen. De regeling die werd gepresenteerd als simpele vervanger van het pensioen in eigen beheer blijkt namelijk toch wat minder eenvoudig dan deze op het eerste gezicht lijkt. Start daarom tijdig met de planning voor het uitkeren van ODV-kapitaal.
ODV-verplichtingen moeten vanaf de AOW-leeftijd aan de DGA worden uitgekeerd. Daarbij geldt dan een verplichte uitkeringsduur van 20 jaar. Na het overlijden van de DGA worden de nog niet aan de DGA uitgekeerde termijnen betaald aan zijn/haar erfgenamen. Daarmee kent de ODV een behoorlijk strak fiscaal kader. Gelukkig heb je als DGA de mogelijkheid om de ODV-verplichting onder te brengen in een verzekerde of bancaire lijfrente. Daardoor krijg je te maken met het flexibelere fiscale regime voor lijfrentes.
Casus
De volgende casus komt in de praktijk regelmatig voor. Johan is DGA en heeft in 2018 zijn pensioen in eigen beheer (PEB) omgezet in een ODV. Hij ontvangt waarschijnlijk over 7 jaar zijn eerste AOW-uitkering. Daarnaast heeft hij in een eerder dienstverband ook nog pensioenrechten opgebouwd met een ingangsdatum, die op zijn 67ste verjaardag valt. De hoogte van de ODV-verplichting bedraagt op dit moment € 80.000. Johan overweegt om misschien over een aantal jaren te stoppen met zijn werkzaamheden in de bv en wil graag weten of de ODV dan kan worden gebruikt als een soort overbrugging tot zijn pensioen ingaat. Het zou ook maar zo kunnen, zo geeft hij aan, dat hij na zijn pensionering nog wat wil doorwerken. Waar moet hij in die situatie rekening mee houden?
Knelpunten ODV-regime
Zoals hiervoor al aangegeven, zorgen de fiscale spelregels ervoor dat de ODV in de uitvoering redelijk beperkt is. De voorgeschreven duur van de uitkeringen (20 jaar) kan alleen worden verlengd door de uitkeringen maximaal vijf jaar voorafgaand aan de AOW-leeftijd in te laten gaan. Uitstellen van de ingangsdatum – en daarmee de uitkeringsduur verkorten – is niet mogelijk. Verder is het ook niet mogelijk om de hoogte van de uitkeringen te variëren. Met uitzondering van kleine aanpassingen, als gevolg van de jaarlijks wisselende rente waarmee de voorziening moet worden berekend.
Binnen het ODV-regime is het moeilijk om aan de wensen van Johan te voldoen. Hij kan wel blijven doorwerken, maar de ODV-uitkeringen uitstellen is niet mogelijk. In die situatie gaan ODV-uitkeringen samenlopen met de verplichting om ook nog salaris uit te keren. Daarmee wordt de belastingdruk in box 1 groter en het is de vraag in hoeverre dat wenselijk is? Vervroegen van de ingangsdatum van de ODV-uitkeringen is wel mogelijk, maar deze uitkeringen vervolgens stopzetten op de AOW-leeftijd is niet mogelijk. De ODV kan dus niet als overbrugging dienen.
Kenmerken lijfrenteregime
Binnen het lijfrenteregime (verzekerd en bancair) heb je de mogelijkheid om een levenslange en een tijdelijke uitkering te bedingen. Beide uitkeringen kennen als ingangsdatum de AOW-leeftijd. De levenslange uitkering kan alleen worden bedongen bij een verzekeringsmaatschappij. Het equivalent van de verzekerde levenslange uitkering bij de bancaire variant kent een looptijd van ten minste 20 jaar. De tijdelijke lijfrente-uitkering heeft een minimale looptijd van vijf jaar en kent een maximale uitkering van € 22.443 (cijfers 2021). De ingangsdatum van de levenslange (verzekerde), de 20-jarige (bancaire) en de tijdelijke lijfrente mag worden uitgesteld tot vijf jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd. Verder is het mogelijk om de levenslange (verzekerde) en de 20-jarige (bancaire) lijfrente eerder te laten ingaan dan de AOW-leeftijd.
Mogelijkheden bij/na overdracht ODV-kapitaal
De wetgever heeft bepaald dat een ODV-verplichting mag worden ‘omgezet’ in een lijfrente. Dit betekent wel dat de bv moet beschikken over voldoende liquide (te maken) middelen om de ODV-verplichting bij een externe partij onder te brengen. De bv mag deze lijfrente namelijk niet zelf uitvoeren. Houd dus de vinger aan pols voor wat betreft de beschikbare middelen binnen de bv, als de DGA heeft aangegeven ooit weleens ‘van zijn bv af te willen’. Overigens ben je niet verplicht om de gehele ODV-verplichting (in een keer) extern onder te brengen. Zo zou je het overdragen van kapitaal naar een verzekeraar of bank kunnen spreiden in de toekomst. Een ODV-verplichting kan ook nog worden overgedragen in het geval waarin de uitkeringen al zijn ingegaan. Je hebt dan wel de toestemming van de Belastingdienst nodig.
Leeftijd DGA
Let bij het overdragen van de ODV-verplichting op de leeftijd van de betrokken DGA. Lijfrente-uitkeringen moeten immers uiterlijk ingaan in het jaar waarin de DGA de leeftijd bereikt die vijf jaar hoger is dan de AOW-leeftijd. Zet dus de verjaardag van de DGA niet alleen op de verjaardagskalender, maar ook in je (digitale) klantdossier. Zo bezorg je jezelf een prima adviesgelegenheid.
Rekenvoorbeeld casus
Even terug naar het voorbeeld van DGA Johan. Een ODV-verplichting met een waarde van € 80.000 is een relatief klein bedrag. Stel dat er bij het bereiken van de AOW-leeftijd een kapitaal van € 82.000 is opgebouwd. Als Johan besluit om de ODV door zijn bv te laten uitvoeren, ontvangt hij in de komende 20 jaar een bruto-uitkering van € 4.100. Johan kan er ook voor kiezen om vlak voor de ingangsdatum van de ODV het kapitaal extern onder te brengen. Hij zou dan bij de externe partij een direct ingaande lijfrente met een looptijd van vijf jaar kunnen bedingen. Het bedrag van de uitkering uit deze lijfrente komt uit op € 16.500 bruto per jaar.
Helaas voor Johan biedt ook het lijfrenteregime hem niet de mogelijkheid om de periode tot aan pensioendatum te overbruggen. Wel is het mogelijk om binnen het lijfrenteregime de ingangsdatum uit te stellen. Johan mag binnen het lijfrenteregime de ingangsdatum van de uitkeringen tot vijf jaar na zijn AOW-leeftijd uitstellen. Die tijd zou hij dan kunnen gebruiken om bijvoorbeeld zijn eigen activiteiten af te bouwen en eventueel een bedrijfsopvolger in te werken.
Voordeel lijfrenteregime
Een voordeel van het lijfrenteregime boven het ODV-regime is dat je (binnen het lijfrenteregime) de hoogte van de uitkeringen kunt laten variëren. Die variatie bereik je door een combinatie te maken van bijvoorbeeld een levenslange uitkering met een tijdelijke uitkering. Daarmee kun je ervoor zorgen dat de DGA de eerste jaren na zijn AOW-leeftijd hogere uitkeringen ontvangt, waarna deze in latere jaren lager worden.
Timing
De ODV oogt op het eerste gezicht niet als het meest uitdagende adviesonderwerp. Maar bij nadere bestudering zitten er toch een heleboel kansen. Een gezamenlijk kenmerk van deze kansen is timing. Timing voor wat betreft het moment waarop je met de DGA het gesprek aangaat over zijn toekomstplannen. Heeft de DGA eenmaal zijn keuze bepaald, dan gaat het om de timing van het moment waarop de ODV-verplichting bij een externe partij wordt ondergebracht. Is het ODV-kapitaal ondergebracht bij de externe partij, dan gaat het weer om de juiste timing met betrekking tot het moment waarop de uitkeringen aan de DGA moeten ingaan. Kortom, er ligt een keten aan advieskansen.
Mr. Edwald de Voogd van der Straten, Pensioenjurist bij Fiscount
Geef een reactie