De Belastingdienst heeft de afgelopen jaren op zeker dertien punten de wet overtreden, melden staatssecretarissen Vijlbrief en Van Huffelen (Financiën) aan de Tweede Kamer. Het overzicht is nog niet compleet.
De bewindslieden reageren met hun brief op een motie van Pieter Omtzigt (CDA), die wilde weten welke wetten de laatste zeven jaar door de fiscus zijn overtreden, mede naar aanleiding van de kinderopvangtoeslagaffaire. Er wordt nog verder onderzoek gedaan, dus de lijst – die derhalve niet-limitatief is – kan langer worden. De staatssecretarissen brengen wel de nodige nuance aan: ‘Begrippen als ‘buitenwettelijk handelen’ of ‘onrechtmatigheid’ in het bestuursrecht kennen vele schakeringen en facetten. Hierbij kan zich verder een grote variatie aan situaties voordoen. Zo is vanuit bestuursrechtelijk oogpunt het een dag te laat beslissen op een verzoek of een bezwaar in strijd met de daarvoor geldende wettelijke regel en daarmee ongewenst. Tegelijkertijd achten wij de consequenties hiervan van een andere orde dan het op apert onjuiste gronden opleggen van een veel te hoge belastingaanslag.’
Twee manieren van categoriseren
Het buitenwettelijk handelen in de toeslagenaffaire kan op twee manieren worden onderverdeeld: de mate waarin burgers er nadelen van hebben ondervonden en onjuistheden bij de totstandkoming van besluiten versus onjuistheden die betrekking hebben op de materiële inhoud van het besluit. De bewindslieden geven in hun brief een aantal voorbeelden. ‘Het zal op basis van het voorgaande duidelijk zijn dat het niet mogelijk is om een overzicht te geven van alle – ook individuele – gevallen en situaties waarin de Belastingdienst of Toeslagen niet in overeenstemming met de wet heeft gehandeld. Dit geldt evenzeer voor het opsommen van elk, formeel en materieel, wetsartikel waaraan de Belastingdienst of Toeslagen zich in de praktijk – in enige (individuele) procedure of als achteraf gebleken onjuist beleid – niet heeft gehouden.’
De dertien situaties
In de brief worden dertien situaties genoemd waarin de wet is overtreden:
- Het mondeling (telefonisch) intrekken van bezwaren. ‘Als een belastingplichtige mondeling in een telefoongesprek aangaf dat het bezwaar als afgedaan kon worden beschouwd, volgde geen uitspraak op bezwaar en vond ook geen schriftelijke bevestiging plaats van het intrekken van het bezwaar. Intrekking van een bezwaarschrift dient op grond van artikel 6:21, eerste lid Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de regel schriftelijk te geschieden.’ De werkwijze is in 2016 aangepast.
- Tot maart 2020 werd bij de beoordeling van de totstandkoming van een minnelijke schuldsaneringstraject voor natuurlijke personen bij een individuele schuld van hoger dan € 10.000, ook de kwalificatie O/GS en/of FSV-registratie “melding fraudepost” meegenomen. ‘Daarmee ging de Belastingdienst er, zonder verdere inhoudelijke toetsing, vanuit dat een burger niet te goeder trouw was. Deze werkwijze vonden en vinden wij ontoelaatbaar. Deze ongewenste invulling van goeder trouw wordt nu (sinds maart 2020) dus niet meer toegepast.’
- Bij vermindering van aanslagen heeft in bepaalde situaties geen vermindering van vervolgingskosten plaatsgevonden. Het streven is om alle belanghebbenden eind 2021 te hebben hersteld.
- Er is sprake van een onjuiste toepassing van de regeling rondom invorderingsrente. ‘De inhoud van de problematiek is vergelijkbaar met die van de ten onrechte niet-verminderde vervolgingskosten. We onderzoeken op dit moment de aard en omvang van de problematiek rondom de invorderingsrente.’
- Verjaringen van belastingschulden (na vijf jaar) zijn in voorkomende gevallen niet of niet tijdig gestuit. ‘Daarom is het stuitingsproces om te voorkomen dat vorderingen verjaren opnieuw ingericht. Voor de vorderingen die zijn verjaard wordt thans onderzocht of daarbij ten onterechte invorderingsmaatregelen zijn genomen.’
- De Belastingdienst heeft de gegevenshuishouding niet volledig op orde. ‘Dit kan strijd opleveren met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), bijvoorbeeld omdat de verwerking van persoonsgegevens niet zorgvuldig plaatsvindt. Daarnaast conflicteert dit met de Archiefwet.’
- Toeslagen heeft in zeker twee gevallen in strijd gehandeld met de AVG en discriminerend en onbehoorlijk gehandeld. ‘De door de AP geconstateerde overtredingen bij het verwerken van gegevens zijn aangepast en dus rechtgezet.’
- Er zijn verschillende fouten gemaakt door de Belastingdienst/Toeslagen bij de behandeling van aanvragen, controles en bezwaren van de ouders ten aanzien van kinderopvangtoeslag. ‘Deze onjuiste handelswijze heeft geleid tot strijdigheid met verschillende wetten en beginselen van behoorlijk bestuur. De algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn gedragsregels over hoe de overheid zich tegenover een burger dient te gedragen. Een aantal van deze beginselen is opgenomen in de Awb zoals het zorgvuldigheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel. Andere beginselen zijn ongeschreven recht en ontwikkeld in de jurisprudentie. Verschillende handelswijzen van de Belastingdienst/Toeslagen zijn in kamerbrieven en debatten ter sprake gekomen. Helaas is ten opzichte van deze beginselen in diverse situaties – al dan niet gecombineerd – onrechtmatig gehandeld.’ Er volgt een niet-limitatieve opsomming van situaties die strijdig zijn met beginselen van behoorlijk bestuur. Daaronder zijn het niet (tijdig) vaststellen van de definitieve beschikking kinderopvangtoeslag, het niet of onvoldoende in acht nemen van de wettelijke termijn waarbinnen een beslissing op bezwaar moet komen, het ouders onnodig moeilijk maken, of onvoldoende in staat stellen om hun recht op toeslag aan te tonen en het stopzetten/terugvorderen van de toeslag zonder voorafgaand onderzoek.
- Er zijn door Toeslagen zelf al 21 punten gedefinieerd die strijdig zouden zijn met wet- en regelgeving. ‘Een deel van deze strijdigheden vloeit voort uit de strikte toepassing van de wet.’ Een werkgroep is ermee bezig.
- De vaktechnische waarborgen waren niet op orde. Ook daaraan wordt gewerkt: ‘Zo is de vaktechnische structuur ingericht en zijn waarborgen getroffen ten aanzien van het in lijn met artikel 8:42 Awb verstrekken van op de zaak betrekking hebbende stukken in beroepsdossiers.’
- Bij wijziging van een huishoudsamenstelling kan er sprake zijn van een toeslagpartner. Toeslagen stuurt dan een brief aan de toeslagpartner waarin deze verzocht wordt de brief getekend te retourneren als bevestiging van het toeslagpartnerschap. Als de brief niet getekend retour komt, wordt de toeslag automatisch stopgezet. Dat is onrechtmatig, heeft de rechter in 2019 bepaald. Maar de werkwijze is nog niet aangepast.
- De opzet/groveschuld-kwalificatie is veelvuldig onterecht gesteld voor ouders die niet als fraudeur aangemerkt hadden mogen worden, waardoor zij niet in aanmerking kwamen voor een persoonlijke betalingsregeling.
- Aanvragen voor een kindgebonden budget zijn ten onrechte niet in behandeling genomen.
Punt 14 ……………….
In een recente brief aan de Tweede Kamer schrijft de staatssecretaris
„van een andere orde (in de fouten) zijn dan het „op apert onjuiste gronden opleggen van een veel te hoge belastingaanslag”
Maar dat gebeurt nog steeds m.b.t. spaartegoeden bij Nederlandse banken.
Die geven van computer naar computer in alle details de gegevens door aan de Belastingdienst.
Als service zet de Belastingdienst de ontvangen gegevens meteen op het aangiftebiljet.
En past vervolgens voor 1/3 van het spaargeld het veel hogere tarief voor “beleggingen” toe. Ofwel bijna 6% i.p.v. minder dan 1 %.
Het bovenstaande is te vinden in de Toelichting op de aangifte 2020 van de Belastingdienst zelf.