Pensioen wordt minder zeker en zeker minder, dat is de weinig opbeurende slogan die volgens hoogleraar Mark Heemskerk nog steeds ‘klopt als een bus’. Hij kijkt kritisch naar het pensioenakkoord en maakt zich vooral zorgen om de werknemers met de lagere inkomens. ‘Daar wordt de rekening gepresenteerd.’
Het gesprek met Mark Heemskerk (hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen en pensioenadvocaat) vindt plaats vlak nadat de consultatie voor de Wet toekomst pensioenen is gesloten. Maar liefst 482 publieke reacties zijn binnengekomen en ook nog een hoop niet-publieke. Veel ook van individuen. Vaak bezorgd en boos van toon. Ze willen zeggenschap over hun geld houden en wensen niet dat het zomaar wordt ingevaren in een nieuw contract. Dat laatste wordt namelijk de ‘standaard’ bij deelnemers in pensioenfondsen.
Begrijp je die emotie?
‘Ja die begrijp ik zelfs heel goed. Mensen hebben het gevoel dat hen iets wordt afgepakt. Ze spreken zelfs over diefstal. Het is hun pensioengeld dat ze bij elkaar hebben gespaard en ze hebben er geen controle over wat er nu mee gebeurt.’
Heb je zelf ook gereageerd?
‘Jazeker, samen met twee andere hoogleraren. En onze reactie sluit eigenlijk wel aan bij wat deze individuen vinden, al hebben wij het wellicht wat minder emotioneel geformuleerd. Kijk: in de huidige Pensioenwet kunnen mensen dat invaren blokkeren. In de Hoofdlijnennotitie bij het pensioenakkoord werd vervolgens gezegd dat dat individuele recht zou worden vervangen door een zogenaamd versterkt collectief recht. Maar dat zien we nu niet terug in het wetsvoorstel. Er gaat dus gewoon een streep door het bezwaarrecht. Dat kun je juridisch allemaal wel doen, maar ik denk dat dat zal leiden tot maatschappelijke onrust. Ik zou er toch voor pleiten om mensen wel dat recht te geven, individueel of collectief, om nee te zeggen tegen invaren.’
Maar is het idee niet dat ze nu juist niet weten waar ze ja of nee tegen zeggen?
‘Klopt. Dat kunnen ze niet overzien. En heel eerlijk: ik weet het zelf ook nog niet. Maar je ontneemt nu mensen het recht om zelf een beslissing te nemen.’ Wanneer hij de ‘pensioenakkoord-film’ terugdraait, zegt Heemskerk, heeft hij de indruk dat de aandacht vooral naar twee zaken uitging: de AOW-leeftijd steeg minder hard en het ‘spook’ van de kortingen verdween. ‘Dat leek allemaal goed nieuws.’ Pas nu komt er, ook onder deelnemers, meer het besef dat het risico verschuift naar de werknemer, zegt hij. ‘In principe is dat het eerlijke verhaal: we beloven niet langer een pensioen dat dan vervolgens gekort kan worden, maar we zeggen eerlijk dat het rendement op de inleg hoger of lager kan uitpakken. Maar eigenlijk verwerk je er dan al een automatische korting in: nu wordt er via de dekkingsgraden tenminste nog enige invloed op het korten uitgeoefend. Dat instrument is er straks niet meer.’
Voor wie zijn die risico’s het grootst?
‘De hoge inkomens kunnen die klappen wel opvangen verwacht ik. En die hebben ook de ruimte om aanvullende voorzieningen te treffen. Mijn zorg zit in de richting van de mensen met de lagere inkomens. Wanneer het daar tegenvalt en het pensioen lager uitpakt, dan is er een probleem. Dan telt elke honderd euro, of beter: elk tientje.’
Hoe moet je als werkgever met die risicoverschuiving omgaan?
‘Ik denk dat je zorgplicht groter wordt. Het begint straks natuurlijk al met het verplicht opstellen van een transitieplan waarin je beschrijft hoe de overgang naar het nieuwe pensioencontract er uit ziet. Dat plan moet in 2024 klaar zijn en behelst ook het traject met de medezeggenschap en de OR. Voor werkgevers met een verzekerde regeling is dat traject intensiever dan voor werkgevers bij een bedrijfstakpensioenfonds omdat bij de grote fondsen veel meer op collectief niveau wordt onderhandeld. Je zult werknemers heel goed moeten informeren, ook om te voorkomen dat ze later komen klagen dat ze niet wisten wat er speelde. Dus dat wat je communiceert moet helder zijn. Voor werkgevers blijft het wel een wat dubbele boodschap, want vanuit werkgeversperspectief ben je blij dat je premie straks stabiel is, maar de werknemer krijgt het risico gepresenteerd.’
De belangen lopen uiteen…
‘Tja, dat spanningsveld maak ik vaker mee. Een werkgever is er soms bij gebaat om er een strategie doorheen te drukken. Is hij dan tegelijk ook de aangewezen persoon om openhartig te communiceren? Je ziet soms dat een werkgever dan wat, laat ik zeggen, strategisch communiceert. Op dit moment is er bijvoorbeeld sprake van wat ik noem verborgen pensioenkortingen. Omdat de premies van veel fondsen stijgen, kan er voor dezelfde inleg minder pensioen opgebouwd worden. Dat geldt dit jaar voor ruim een miljoen deelnemers van bedrijfstakpensioenfondsen. Ik verwacht dat mensen dit pas echt gaan beseffen als ze hun uniform pensioenoverzicht bekijken.’
Ook het nabestaandenpensioen is de laatste jaren steeds meer uitgekleed en risicobasis wordt straks de norm. Goed idee?
‘Het idee er achter is op zich niet verkeerd: men heeft willen kiezen voor uniformiteit en ook het partnerbegrip willen tackelen. Nu komt het voor dat de partner niet is aangemeld en dus niks krijgt. Geen enkele werkgever wil huilende weduwen en weduwnaars aan de poort. Maar er komt een ander gevaar voor terug: bij nabestaandenpensioen op risicobasis moet je werknemers heel goed voorlichten wanneer ze uit dienst gaan, want als er dan niet wordt uitgeruild dan zit er niets in de pot.’
Valt er wel iets te repareren?
‘Ja veel mensen hebben wel de ruimte om iets extra’s te doen, maar de verantwoordelijkheid daarvoor ligt wel bij de mensen zelf. De vraag is: gaan ze het ook regelen? Als werkgever kan je natuurlijk proberen mensen hiervoor te interesseren maar dat is ook niet altijd even gemakkelijk. Ik ken een werkgever die met de beste bedoelingen van alles wilde organiseren, maar er kwam gewoon niemand opdagen bij zijn sessies. Informatie leidt zelden tot een gedragsverandering. Pas als mensen zien dat hun pensioen te laag is komen ze in actie. Alleen is het dan vaak al te laat.’
Terwijl jouw slogan heel helder is…
‘Pensioen wordt minder zeker en zeker minder. Dat klopt nog steeds als een bus. Als je dat vergelijkt met vut-regelingen en mensen die er voorheen op hun 55e ‘uit konden’, dat verschil is natuurlijk wel heel groot.’
Heb je het gevoel dat er in het wetsvoorstel genoeg aandacht aan de ondernemer is besteed?
‘Er komt meer ruimte in de derde pijler, dus meer fiscale ruimte om je individuele spaarpot vorm te geven. Dat is gunstig. En er staat een experimenteerbepaling in waarmee pensioenfondsen ook zzp’ers kunnen toelaten tot de tweede pijler.’
Ben je daar hoopvol over?
‘Eerlijk gezegd verwacht ik er niet veel van, maar misschien ben ik te negatief. Ik denk namelijk dat je dan uiteindelijk op een juridische manier een maatschappelijk probleem aan het oplossen bent. Zoals al eerder is geconcludeerd zijn er in Nederland teveel schijnzelfstandigen. Mensen die eigenlijk in dienst zouden moeten zijn. Wanneer helder is wie ondernemer is en wie werknemer, dan heb je dit probleem helemaal niet.’
Maar ook veel échte ondernemers zagen hun pensioenpotje door corona in rook opgaan.
‘Ik begrijp wel dat je in tijden van nood je pensioen voor je uitschuift om je zaak te redden maar je creëert op die manier natuurlijk een pensioengat. Dat is nou precies de reden waarom werknemers er niet bij kunnen. Ik vind dat ondernemers, en dan bedoel ik de echte en niet de schijnzelfstandigen, zelf verantwoordelijk zijn voor hun pensioen. Daarvoor zijn mogelijkheden, die worden nu verruimd in de derde pijler.’
Dit interview is eerder gepubliceerd op Pensioen Vanmorgen.
Met Pensioen Vanmorgen onderbouw je jouw pensioenkennis. Je volgt relevante ontwikkelingen en krijgt nieuwe inzichten door zowel korte als beschouwelijke artikelen.
Abonneer je op Pensioen Vanmorgen en ontvang alle ins en outs over pensioenen voor een goed onderbouwd pensioenadvies.
Gelukkig, dat Prof.M.Heemskerk eerlijk voor zijn eigen mening opgekomen is. Pensioen wordt minder zeker en zeker minder is treffend! Ik zou graag, dat hij meer uitgebreider spreekt over de collectieve vermogen transitie, of te wel het invaren! Behalve het ontnemen bezwaren recht, is er nog heel weinig gesproken over het collectieve kapitaal (opgebouwd door werknemers en werkgevers) transitie in de lage dekkingsgraad (lager dan 90%). Wat gaat dan gebeuren? Kapitaalaanvulling tot 100%, 104%, 125% en door wie? Na invaring begint gelijk met korting van pensioenen?
P.Purwanto