De NBA pleit ervoor de nieuwe audit quality indicators (AQI’s) en aanwijzingsbevoegdheid eerst in te voeren bij organisaties van openbaar belang (oob’s).
Dat blijkt uit de reactie van de NBA op de internetconsultaties van het concept-Wetsvoorstel toekomst accountancysector en de concept-audit quality indicators.
Onvoldoende helder
De NBA denkt dat goede AQI’s bijdragen aan het inzichtelijk maken van factoren die een rol spelen bij de kwaliteit van wettelijke jaarrekeningcontroles, maar vindt het wel belangrijk dat het doel en de gebruikers duidelijk zijn. Deze twee aspecten acht de beroepsvereniging nu nog onvoldoende helder en dat bemoeilijkt het beoordelen van de AQI’s.
Naming and shaming
Volgens de NBA is het belangrijk om uitkomsten niet op het niveau van individuele accountants te meten. Deels vanuit privacy overwegingen en omdat het kan leiden tot verkeerde verwachtingen, maar ook omdat naming & shaming niet de bedoeling is. De NBA pleit voor meten op organisatie- en sectorniveau en daarbij rekening te houden met de omvang van een accountantsorganisatie, zodat accountantsorganisaties van (min of meer) vergelijkbare omvang met elkaar worden vergeleken.
Andere AQI’s
De indicator ‘Fraude en continuïteit’ zou moeten worden gesplitst in twee aparte AQI’s, gezien het belang. De indicator voor innovatiebereidheid is vatbaar voor interpretatie en daardoor subjectief, stelt de beroepsorganisatie. Ook de indicator voor opdrachtgeverstevredenheid is ‘vatbaar voor interpretatieverschillen’. Naast de AQI’s kan ook het transparantieverslag van accountantsorganisaties nog steeds van waarde zijn, benadrukt de NBA.
Aanwijsbevoegdheid
De NBA vindt het ‘niet wenselijk’ een aanwijsbevoegdheid voor alle wettelijke controles in te voeren. De beroepsorganisatie stelt dat er 270 accountantsorganisaties zijn die wettelijke controles, niet zijnde oob-controles, kunnen uitvoeren. Het risico op het niet kunnen vinden van een accountant is daarom vrijwel nihil te noemen. Ook vreest de NBA voor een ‘aanzuigend effect’ van bedrijven die zich sneller dan nodig tot de beroepsorganisatie wenden om een accountant aan te wijzen.
OOB’s
In combinatie met controlerisico’s en een effectiviteit die zich in de praktijk moet bewijzen, adviseert de NBA om de aanwijzingsbevoegdheid vooralsnog te beperken tot oob-organisaties. Een evaluatie na enkele jaren zou goed zijn. Ook maakt de NBA zich “grote zorgen” over de potentiële omvang van de aansprakelijkheid rondom de aanwijsbevoegdheid en pleit daarom voor een beperking daarvan.
Bron: NBA
G Timmerman zegt
Opvallend dat de NBA maar angstvallig blijft vasthouden aan het uitgangspunt dat vooral niemand verantwoordelijk kan zijn voor een (beroeps)fout. Want gedeelde verantwoordelijkheid is immers geen verantwoordelijkheid.
Een item dat voor de éénpitters niet relevant is. Voor hen is wel van belang dat, zo lees ik het dan maar, een kantoor meer “fouten” mag gaan maken naar mate het kleiner is?
Een soort van slimme uitruil?