
Afgelopen jaren zijn er ingrijpende wijzigingen ingevoerd in de wijze waarop de accountant in zijn controleverklaring rapporteert. Dit is mede gebeurd onder druk van de Kwartiermakers Toekomst Accountancysector en hun voorstellen voor verbetering van de controlekwaliteit. Eén ding is duidelijk: iedere accountant zal oog moeten hebben voor fraude, continuïteit én duurzaamheid.
Accountants zijn verplicht om te rapporteren over fraude en continuïteit in de controleverklaringen bij wettelijke controleopdrachten die onder het Wta-/Bta-domein vallen. Het voorstel hiertoe is geïmplementeerd door het NBA-bestuur, wat nog wel wat voeten in aarde heeft gehad. Voor het jaar 2023 gaat de aandacht daarnaast ook uit naar duurzaamheid, wat de NBA tot verplicht PE-onderwerp heeft gemaakt. Iedere accountant die onder de werkingssfeer van de Nadere Voorschriften Permanente Educatie valt, moet dus ook iets met dít onderwerp doen.
Drijfveren voor verandering
Het bovenstaande volgt uit maatschappelijke ontwikkelingen. Zo is de behoefte aan kwaliteitsverbetering gevoed door een aantal grote en minder grote schandalen op verslaggevingsgebied. En de behoefte aan duurzaamheidsrapportages is ontstaan vanuit het idee dat wat bedrijven melden over duurzaamheid, ook wel ergens op moet slaan. Anders gezegd: de ‘mooie groene verhalen’ moeten wel kunnen worden geverifieerd. In beide gevallen kun je stellen dat het maatschappelijke belang (het juist informeren van de gebruikers van de jaarrekening) de drijfveer is voor deze ontwikkelingen.
Nu zou je als accountant in de samenstelpraktijk kunnen nemen dat het bovenstaande een behoorlijke ‘ver-van-je-bed-show’ is. Je hebt niets te maken met het Wta-/Bta-domein, want je voert alleen NVKS-opdrachten uit, waarvan de meeste onder Standaard 4410. Het thema duurzaamheid is minder aan de orde, omdat je geen grote bedrijven bedient die een stevige impact hebben (of zouden kunnen hebben) op onze leefomgeving. Bovendien, zo zou je kunnen redeneren, is de gebruikerskring beperkt en het thema duurzaamheid minder relevant. Verkijk je echter niet op het tempo en de impact van de huidige ontwikkelingen; duurzaamheid wordt (ook) voor accountants een heel groot thema.
Continuïteit
Terug naar beide andere onderwerpen – continuïteit en fraude. Deze noemt Standaard 4410 wel degelijk (in combinatie met het niet-naleven van wet- en regelgeving). De term ‘fraude’ komt 16 keer in de standaard voor en ‘continuïteit’ 3 x. In dit artikel wil ik primair ingaan op het onderwerp continuïteit (op het onderwerp fraude (in de samenstelopdracht) kom ik in een volgend artikel terug).
Het maatschappelijk verkeer heeft verwachtingen bij de (samenstel)werkzaamheden van de accountant. Dit betreft zowel de verwachting dat de accountant de jaarrekening goed opstelt (de accountant houdt zich aan de regelgeving, waaronder Standaard 4410) als de verwachting dat de accountant een goede jaarrekening opstelt (conform de vereisten van het verslaggevingsstelsel). In het kader van continuïteit is het belangrijk dat de accountant onderkent of er significante aangelegenheden zijn, die de continuïteit van de onderneming in gevaar kunnen brengen. Dit hoort bij de maatschappelijke rol van de accountant.
Maatschappelijke rol accountant
In de huidige (praktijk)opleiding tot accountant dient de trainee aandacht te besteden aan de ‘streams’ ICT, corporate governance en de maatschappelijke rol van de accountant. De meeste trainees die worden opgeleid tot Accountant-Administratieconsulent (AA) kunnen nog wel wat met ICT en ook bij de maatschappelijke rol van de accountant kan men nog wel wat bedenken.
Bij corporate governance is het antwoord echter vaak dat het kantoor geen klanten heeft met een corporate governance-orgaan. Het mag duidelijk zijn dat de governance van de onderneming dan rust bij de leiding/de directie. De ‘risk appetite’ van deze leiding of directie kan het discontinuïteitsrisico beïnvloeden. De omstandigheden kunnen dit belangrijk genoeg maken om tijdens de uitvoering van de samenstellingsopdracht te overleggen met deze leiding/directie. Daarmee wordt het een significante aangelegenheid.
Significante aangelegenheid of niet?
Veel ondernemingen hebben in de afgelopen jaren een schuld opgebouwd (als gevolg van de diverse coronaregelingen of vanwege uitgestelde belastingbetaling). Dit leidt mogelijk tot het onderkennen van een ‘significante’ aangelegenheid bij het samenstellen van de jaarrekening van een dergelijke onderneming. Helemaal als er eind februari mogelijk een aanmaning is ontvangen van de Belastingdienst. Als accountant kun je hier je ogen niet voor sluiten.
Het is belangrijk genoeg om met de klant te overleggen – en dus vanuit de opdracht aan te merken als significant. Doe dat dan ook. Ook als het met de onderneming zelf wel goed gaat (qua resultaat en vermogen), moet je in de jaarrekening vastleggen of er mogelijke bedreigingen voor de continuïteit bestaan. Naast de hiervoor genoemde ‘coronaschulden’ kunnen er nog meer factoren zijn, waaronder de huidige inflatie en de impact daarvan op de onderneming, maar ook bijvoorbeeld overheidsbeleid (sancties, stikstofnormen, etc.). Als accountant zul je daarom voldoende kennis moeten hebben van je klant om de samenstelopdracht naar behoren uit te kunnen voeren.
Rapporteren
Naast het onderkennen van de significante aangelegenheid ‘Continuïteit’ bij het uitvoeren van de opdracht, moet de accountant – nadat deze is besproken met de opdrachtgever – zodanig rapporteren dat er wordt voldaan aan wet- en regelgeving. Standaard 4410 A57 zegt hierover:
Het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving kan als uitgangspunt bevatten dat de historische financiële informatie is opgesteld op basis van continuïteit. Indien de accountant zich ervan bewust wordt dat er onzekerheden bestaan met betrekking tot het vermogen van de entiteit om haar continuïteit te handhaven, kan de accountant, in voorkomend geval een meer passende presentatie onder het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving voorstellen of passende toelichtingen voorstellen met betrekking tot de mogelijkheid van de entiteit om haar continuïteit te handhaven, om dat stelsel na te leven en om te voorkomen dat de historische financiële informatie misleidend is.
Hierin is:
- het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving -> vaak BW 2 Titel 9/RJ;
- een meer passende presentatie -> waardering op liquiditeitsbasis;
- passende toelichtingen -> toelichting in de jaarrekening zelf (dus niet in de verklaring!)
Art 2: 384 BW
Dit om te voorkomen dat de jaarrekening mogelijk misleidend is. Continuïteit vindt zijn weerslag in de verslaggevingsregels die volgen uit art 2: 384 BW. Lid 3 hiervan bepaalt:
Bij de waardering van activa en passiva wordt uitgegaan van de veronderstelling dat het geheel der werkzaamheden van de rechtspersoon waaraan die activa en passiva dienstbaar zijn, wordt voortgezet, tenzij die veronderstelling onjuist is of haar juistheid aan gerede twijfel onderhevig is; alsdan wordt dit onder mededeling van de invloed op vermogen en resultaat in de toelichting uiteengezet.
De RJ heeft wijzigingen voorgesteld om het continuïteitsbegrip meer duiding te geven: “RJ-Uiting 2023-3: Verduidelijkingen inzake verslaggeving bij onzekerheid over de continuïteit (ontwerp-Richtlijnen: RJ 170, RJk A2). Hierin werkt men met een scenariomodel.
Dit scenariomodel kenden we natuurlijk al, maar nieuw is dat men het model in een bijlage bij de voorgestelde standaard nader uitwerkt. Ook nieuw is dat het begrip ‘ernstige onzekerheid’ wordt vervangen door ‘materiële onzekerheid’. Dit wordt als volgt toegelicht: “Onder het in artikel 2:384 lid 3 BW opgenomen begrip ‘gerede twijfel over de veronderstelling dat het geheel der werkzaamheden van de rechtspersoon wordt voortgezet’ en het in artikel 2:393 lid 5 BW opgenomen begrip ‘materiële onzekerheden die verband houden met gebeurtenissen of omstandigheden die gerede twijfel kunnen doen rijzen of de rechtspersoon zijn werkzaamheden voort kan zetten’ wordt hetzelfde verstaan. In dit hoofdstuk wordt kortheidshalve gesproken van ‘materiële onzekerheid over de continuïteit’.”
Vanuit de toepassing van standaard 4410 zie ik hierbij bij wel een uitdaging. Het bepalen van een materieel belang is bij samenstellingsopdrachten niet verplicht (maar wel handig). Dergelijke wijzigingen van termen leiden er mogelijk ook toe dat op dit gebied mogelijk verwarring ontstaat.
Melding bij twijfel
Nog een kleine waarschuwing. Bij een samenstellingsopdracht bestaat er niet zoiets als een ‘verplichte’ toelichting inzake de continuïteit in de verklaring van de accountant (wel in de jaarrekening zelf dus). Als je twijfelt over de continuïteit van de (onderneming van de) klant, is het dus niet verstandig om ‘uit voorzorg’ maar een toelichtende paragraaf op te nemen. De gebruikers van de jaarrekening zouden dit immers als een negatief signaal kunnen opvatten. Daarnaast: als de accountant toch een toelichtende paragraaf opneemt, moet deze natuurlijk aansluiten bij de toelichting in de jaarrekening.
Olievlek
Hoe je het ook wendt of keert: accountancy is in beweging en daar wordt iedere accountant mee geconfronteerd. Het maatschappelijk belang dwingt de accountant hierover na te denken en dit mee te wegen. Wijzigingen die nu plaatsvinden op het niveau van de wettelijke controle kunnen op termijn ook gevolgen hebben voor andere opdrachten (olievlekwerking). Het feit dat de NBA het onderwerp ‘duurzaamheid’ nu belangrijk genoeg vindt om daar een verplicht PE-onderwerp van te maken, is in die zin een duidelijk signaal. Kortom, de accountant die het maatschappelijk belang dient, zal fraude, continuïteit en duurzaamheid op zijn of haar radar moeten hebben staan.
Drs. Jan Dekker AA is als accountant verbonden aan Fiscount. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.
Wil je inzicht krijgen in het begrip duurzaamheid in relatie tot mkb-bedrijven en de rol die de accountant zou kunnen en/of moeten spelen? Volg de cursus Fiscount Duurzaamheid.
Geef een reactie