Ruim acht op de tien Nederlandse familiebedrijven hebben vorig jaar meer omzet geboekt, al groeien ze vergeleken met hun buitenlandse collega’s wat minder hard. Ze benoemen digitalisering en het beleid op het gebied van duurzaamheid als de belangrijkste aandachtspunten voor dit jaar, zo blijkt uit de elfde editie van PwC’s Global Family Business Survey.
Het tweejaarlijkse onderzoek peilt de stemming bij ruim tweeduizend familiebedrijven in 82 landen. Van de Nederlandse familiebedrijven boekte 84 procent het afgelopen jaar omzetgroei, tegenover 71 procent van de internationale groep. De groei van Nederlandse familiebedrijven gaat vaker met percentages tot 10 procent, terwijl buitenlandse ondernemingen vaker dubbele groeicijfers behalen. Twee jaar terug, middenin de coronacrisis, waren de groeicijfers nog veel bescheidener: 49 procent van de Nederlandse familiebedrijven boekte toen meer inkomsten dan het jaar ervoor.
Voor de komende twee jaar verwacht 81 procent van de Nederlandse bedrijven groei, naast 77 procent van de familiebedrijven wereldwijd. Ook hier is er verschil: Nederland denkt aan een stabiele groeiverwachting, het buitenland gaat meer uit van ‘snelle en forse groei’. ‘De beheerste groeicijfers en stabiele groeiverwachting passen bij de manier waarop Nederlandse familiebedrijven worden geleid – groei gaat hier niet ten koste van alles’, aldus Philip Vossenberg, die leiding geeft aan de Nederlandse PwC-praktijk voor familiebedrijven.
Sterk aanpassingsvermogen
Nederlandse familiebedrijven zeggen een sterk aanpassingsvermogen te hebben: 65 procent denkt daarop goed te scoren, tegenover 55 procent internationaal. Daarnaast vinden Nederlanders zichzelf goed in snelle besluitvorming, ophalen van klantenfeedback en transparante communicatie. Met de duidelijke governancestructuur. Een ander punt waarop Nederlandse familiebedrijven zich onderscheiden van het buitenland is het functioneren van het bestuur. In Nederland zegt 84 procent over een duidelijke governancestructuur te beschikken, in het buitenland is dat slechts 65 procent.
Digitaal verbeteren
Het versterken van digitale vaardigheden is net als twee jaar terug het belangrijkste aandachtspunt. Op digitale vaardigheden scoren Nederlandse familiebedrijven wat lager: 46 procent zegt sterke digitale vaardigheden te hebben, nog altijd wat hoger dan de 42 procent wereldwijd. Verbetering van die digitale capaciteiten heeft voor 62 procent de hoogste prioriteit voor de komende jaren. ‘Internationaal geven familiebedrijven meer prioriteit aan het bereiken van nieuwe klanten en markten. Het is goed mogelijk dat de schaarste op de arbeidsmarkt van mensen met digitale competenties de familiebedrijven nog steeds parten speelt.Daarom zien we ook een sterke focus bij bedrijven om hun bestaande medewerkers om en bij te scholen op het gebied van digitalisering.’
Meesten bezig met ESG-beleid
ESG-beleid heeft de aandacht van de overgrote meerderheid, aldus PwC. Een kwart van de Nederlandse familiebedrijven heeft een vastgesteld en gecommuniceerd duurzaamheidsbeleid, terwijl dat internationaal maar 15 procent is. Verder zegt in Nederland 41 procent met ESG-beleid bezig te zijn en ruim een kwart noemt het een aandachtsgebied voor de toekomst. Opgeteld stelt ruim 90 procent nu of binnen afzienbare tijd met ESG bezig te zijn. Meer dan de helft van de deelnemende Nederlandse organisaties heeft inmiddels iemand aangewezen die, vaak op bestuursniveau, verantwoordelijk is voor ESG. ‘ESG is ook een kans voor veel organisaties’, zegt Vossenberg. ‘Het gaat veel verder dan alleen de aankomende CSRD-rapportageverplichtingen. Het verzamelen van niet-financiële data geeft ook de mogelijkheid om over de brede impact van de onderneming te vertellen richting relevante stakeholders; zo wordt er ook vaker naar gevraagd door personeel, klanten en toeleveranciers.’
Geef een reactie