
Bij de sale-and-lease-backconstructie van een fiscale eenheid is voor de omzetbelasting geen sprake van een overdracht van een (gedeelte van een) onderneming, oordeelt de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Daarmee is het beroep van de onderneming gegrond.
Een fiscale eenheid (FE) voor de omzetbelasting houdt zich bezig met het verhuren van (bedrijfs)panden en machines. De zoon van de enig aandeelhouder en bestuurder van de FE is zelf aandeelhouder en bestuurder van een bv. De bedrijfsactiviteiten van deze bv bestaan uit het galvaniseren van metalen.
De bv draagt haar roerende zaken over aan de FE waarbij zij btw in rekening brengt die de FE in aftrek brengt. De FE is de roerende goederen na de overdracht gaan verhuren aan de bv (‘sale-and-lease-back’). De roerende goederen zijn in het kader van de overdracht niet verplaatst.
Overdracht
De inspecteur is er het niet mee eens dat de FE de gefactureerde btw heeft afgetrokken. Hij vindt dat ten onrechte btw is gefactureerd omdat de overdracht kwalificeert als een overgang van een algemeenheid van goederen (een onderneming).
Hij verwijst daarbij naar artikel 37d Wet OB (artikel 37d-overdracht) die bepaald dat dat bij een overdracht van een algemeenheid van goederen, of een gedeelte daarvan, de overnemer geacht wordt in de plaats te treden van de overdrager zonder dat sprake is van prestaties onder bezwarende titel.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt echter dat de inspecteur er niet in is geslaagd om aannemelijk te maken dat sprake is van de overdracht van een (gedeelte van een) onderneming in de zin van bovengenoemde artikel. Uit een arrest van de Hoge Raad uit januari 2021, leidt de rechtbank af dat voortzetting van (een gedeelte van) de overgedragen onderneming in een geval als dit betekent dat de verkoper haar onderneming (voor dat deel) beëindigt.
In het onderhavige geval is de bv – de verkoper en vervolgens huurder – de verkochte roerende zaken echter blijven exploiteren op exact dezelfde wijze als zij deed voor de overdracht, namelijk ten behoeve van haar galvaniseeronderneming.
Omdat de roerende zaken in het kader van de overdracht niet fysiek zijn verplaatst en de ondernemingsactiviteiten van de bv niet zijn gewijzigd, kan volgens de rechtbank worden geconcludeerd dat de bv haar economische activiteit/onderneming volledig heeft voortzet en dus niet (deels) heeft overgedragen.
Daarom kan volgens de rechtbank geen sprake kan zijn van een overdracht van een (gedeelte van een) onderneming aan belanghebbende in de zin van artikel 37d van de Wet OB.
Geef een reactie