Een huurder kan alleen bij zijn opslagunit komen na het maken van een afspraak met de verhuurder. De opgenomen diensten in het zogenoemde ‘Boxx on wheels ‘-concept betekenen dat er geen sprake is van vrijgestelde verhuur van onroerend goed, oordeelt het hof Amsterdam.
Verplaatsbare houten kisten
Een bedrijf verhuurt opslagruimte aan particulieren en ondernemers en is als zodanig ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB). Het bedrijf biedt naast de vaste opslagboxen (niet ter discussie) ook het concept ‘Boxx on wheels’ aan.
Dit houdt in dat het bedrijf deze verplaatsbare houten kisten ter beschikking stelt aan de huurder. De huurder plaatst zijn goederen in deze kist en sluit deze af met een sleutel. De huurder bewaart deze sleutel en de verhuurder plaatst vervolgens deze kist in haar opslagloods. Huurders hebben geen toegang tot deze opslagloods.
In deze opslagloods plaatst de verhuurder ook kisten van andere huurders. Op afspraak kan een huurder bij de inhoud van zijn kist. Het bedrijf plaatst de kist in een voor huurder toegankelijke plaats voor een periode van 24 of 48 uur. Nadat de huurder zijn kist heeft bezichtigd, plaatst het bedrijf de kist terug in de opslagloods.
Huurtermijnen
Na afloop van de huurperiode kan de kist op het door de huurder opgegeven adres worden afgeleverd tegen extra kosten (met omzetbelasting) of kan de huurder de opgeslagen goederen bij de opslaglocatie ophalen. Huurders betalen een vast bedrag per maand voor de oppervlakte van de afgesloten kist. De huurtermijnen lopen van twee maanden tot twee jaar (of nog langer).
Indien gewenst, kan de huurder gebruik maken van diverse aanvullende diensten. Deze diensten zijn belast met 21% omzetbelasting. Volgens de inspecteur valt het ‘Boxx on wheels’-concept niet onder de btw-vrijstelling voor verhuur van onroerend goed.
Geen sprake van verhuur van onroerende zaken
Volgens de rechtbank is van verhuur van onroerende zaken sprake als door de eigenaar van een onroerende zaak onder bezwarende titel en voor een overeengekomen tijdsduur aan de huurder het recht wordt verleend, de onroerende zaak te gebruiken en ieder ander van het genot van dat recht uit te sluiten. Daarvan is hier geen sprake omdat de huurder alleen op afspraak bij zijn kist kan.
Het bedrijf voert in hoger beroep aan dat het haar afnemers gaat om het verkrijgen van opslagruimte. Deze dienst behelst in hoofdzaak de passieve terbeschikkingstelling van een ruimte of oppervlakte in gebouwen. De vergoeding voor die prestatie houdt verband met de ter beschikking gestelde ruimte of oppervlakte en het tijdsverloop. Daarom, zo vindt de verhuurder, is bij het ‘Boxx on wheels’-concept sprake van verhuur van onroerend goed.
Het bedrijf doet nog tevergeefs een beroep op de uitspraak van Hof Den Bosch van 20 mei 2016 (ECLI:NL:GHSHE:2016:2000), waarin de box op een vaste, vrij toegankelijke, plaats stond. Zowel in die zaak als in de onderhavige zaak gaat het om de terbeschikkingstelling van opslagruimte in roerende inboedelboxen.
Naar het oordeel van het Hof hebben de onderhavige bijkomende diensten een toegevoegde waarde van betekenis, zodat ook daarom niet kan worden geoordeeld dat de overeenkomst tussen het bedrijf en de afnemer strekt tot het passief ter beschikking stellen van een inboedelbox. De diensten van het bedrijf hebben veeleer een commercieel karakter
Door de in ‘Boxx on wheels’ opgenomen standaarddiensten (in-/uitladen en transport) is er ook geen sprake van verhuur.
Geef een reactie