In haar aangiften van 2014 en 2015 ‘vergeet’ een belastingplichtige een vordering en bankrekening te vermelden na een schenking van 16% van de aandelen in een nv ter waarde van € 4.477.792. De inspecteur stelt dat er sprake is van grove schuld omdat er onjuiste aangiften zijn ingediend.
Een ongehuwde vrouw geniet in de jaren 2014 en 2015 geen inkomsten uit arbeid. Haar vader woont in Suriname en is aandeelhouder van de in dat land gevestigde nv. In 2010 heeft hij aan zijn dochter € 24.000 geschonken en in 2013 een bedrag van € 42.000. In oktober 2011 schenkt de vader zijn dochter 16% van de aandelen in de nv ter waarde van € 4.477.792.
In november 2012 koopt de nv de aandelen van de dochter voor een bedrag van € 4.500.000 en is de nv de koopsom aan de dochter schuldig gebleven. In de loop van 2014 lost de nv een bedrag van € 120.000 en in 2015 € 300.000 op deze schulden af. De aflossingen zijn gestort op een en/of rekening ten name van de dochter en haar vader. De tegoeden op deze bankrekening komen alleen aan de dochter toe.
Na advies te hebben ingewonnen bij een belastingadviseur dient zij de aangiften over 2014 en 2015 in zonder melding te maken van haar vordering op de nv en zonder melding te maken van de bankrekening waarop de aflossingen zijn gestort.
Grove schuld
In het voorjaar van 2018 schakelt de vrouw een andere belastingadviseur in en op zijn advies dient de vrouw herziene aangiften over 2014 en 2015 in. De inspecteur kondigt aan dat hij navorderingsaanslagen zal gaan opleggen over de betreffende jaren en een vergrijpboete omdat de vrouw opzettelijk niet de juiste aangiften heeft gedaan.
In juli 2019 krijgt de vrouw bericht van de inspecteur dat hij de navorderingsaanslagen daadwerkelijk gaat opleggen. Ten aanzien van de vergrijpboetes vermeldt de inspecteur dat hij zich nader op het standpunt stelt dat sprake is van grove schuld. Omdat er sprake is van inkeer vindt hij een boete van 60% van de boetegrondslag passend is. Normaal gesproken zou de boete 75% bedragen. De vrouw gaat in beroep tegen de vergrijpboete.
Het hof is het eens met de inspecteur en vindt ook dat er sprake is van grove schuld. Uit de bankafschriften volgt dat de nv de betalingen heeft verricht ten titel van de aandelenverkoop. De bedragen waren bovendien hoger dan eerdere schenkingen van de vader. De vrouw had kunnen weten dat de schenking van een dermate groot aandelenpakket fiscale consequenties had voor haar aangifte inkomstenbelasting in Nederland.
Beperking boete
Omdat de vrouw later een andere belastingadviseur in de armen heeft genomen en daarop herziene aangiften zijn ingediend, is het verwijt dat de vrouw treft minder ernstig. Daarnaast is er voldoende objectieve en redelijke rechtvaardiging aanwezig om de boetes te beperken.
Ook is, gelet op het feit dat tussen de kennisgeving van de boetes en de uitspraak een termijn van drie jaar en negen maanden is verstreken, de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het EVRM verder overschreden dan waar de inspecteur al rekening mee heeft gehouden.
Het hof vernietigt de vergrijpboete over het jaar 2014 en verlaagt de boete over 2015 van € 28.933 naar € 10.000 en acht het hoger beroep gegrond.
Ton zegt
Iemand in de armen nemen is heel iets anders dan in de arm nemen