Het aantal afgehandelde integriteitsschendingen bij de Belastingdienst is in een jaar tijd meer dan verdubbeld: van 47 in 2022 naar 103 in 2023. Het aantal signalen bij de vertrouwenspersoon steeg ook met 52,4%. Dat blijkt uit de jaarrapportage integriteit 2023 die de Belastingdienst heeft gepubliceerd.
Ieder jaar rapporteert de Belastingdienst over het aantal afgehandelde integriteitsschendingen. Daarbij gaat het zowel om vermoedelijke schendingen, als om schendingen die (deels) zijn aangetoond. Er is een toename van het aantal geregistreerde schendingen: van 47 in 2022 naar 103 in 2023. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat er vanuit de Belastingdienst meer aandacht is over het nut en noodzaak van melden, stelt de fiscus.
Misbruik bedrijfsmiddelen
Ook valt op dat er meer vermoedelijke schendingen zijn over misbruik van bedrijfsmiddelen en het overtreden van interne regels. In 2022 waren dit er 5 en in 2023 waren dit er 26. Deze stijging komt doordat er via het Centraal Meldpunt Incidenten meer vermoedelijke schendingen zijn binnengekomen over verlies en diefstal van bedrijfsmiddelen zoals bijvoorbeeld de rijkspas, mobiele telefoon en laptop. Verder is er een beperkte stijging van het aantal schendingen over het niet nakomen van de fiscale verplichtingen. Van 5 in 2022 naar 11 in 2023.
Disciplinaire maatregelen en ontslag
Tegen 19 medewerkers nam de Belastingdienst vorig jaar disciplinaire maatregelen. Bij 5 is er een berisping opgelegd en bij 3 zijn de Individueel Keuzebudget-uren verminderd. Ook is er bij 1 medewerker een periodiek ingehouden en is bij 3 medewerkers de straf van verplaatsing opgelegd. Bij 7 medewerkers is het dienstverband beëindigd. Sommige medewerkers namen na een disciplinaire procedure zelf ontslag of hun tijdelijke arbeidsovereenkomst werd niet verlengd. Dit telt niet mee in het aantal disciplinaire ontslagen.
Signalen bij de vertrouwenspersoon
Er is ook een toename van het aantal signalen bij de vertrouwenspersoon, constateert de Belastingdienst in het verslag: van 479 in 2022 naar 730 in 2023. Een stijging van 52,4%. Dat wordt vooral positief uitgelegd: Het doel om de bekendheid van de vertrouwenspersoon bij medewerkers te vergroten, lijkt daarmee behaald te zijn. De vertrouwenspersoon is de eerste voorziening ná de leidinggevende om kwesties mee te bespreken.
Van de signalen ging 46% over ongewenste omgangsvormen en 43% over arbeidsverhoudingen. Bij 53% van de signalen was de leidinggevende onderwerp van de melding. Dit is mogelijk te verklaren doordat veel signalen over arbeidsverhoudingen gaan. Tegelijkertijd zijn er ook signalen die wijzen op onvrede over het functioneren van de Belastingdienst als geheel. Medewerkers spreken leidinggevenden hierop aan, omdat zij verantwoordelijk zijn voor hun afdeling of team. Leidinggevenden zijn in dat geval niet zelf het onderwerp van het signaal.
Opvallend is dat als de vertrouwenspersoon na een signaal een klankbordgesprek initieerde, dit in 49% van de gevallen afdoende is geweest. Bij 12% vond een driegesprek plaats met de betrokkenen en in 2% van de gevallen is er doorverwezen naar het meld- en advieslandschap.
Soms geven medewerkers aan dat ze een melding niet willen doorzetten. Bijvoorbeeld omdat ze het doen van een formele melding bij een van de meldpunten spannend vinden of het gevoel hebben dat een melding hun loopbaan mogelijk negatief kan beïnvloeden. Het blijft daarom van belang – zo stelt de fiscus in het verslag – aandacht te hebben voor het goede gesprek tussen medewerker en leidinggevende en medewerkers aan te moedigen zaken te bespreken, te signaleren en indien nodig te melden.
De jaarraportage is hier te vinden.
Geef een reactie