AWVN volgt de voortgang bij de circa 175 pensioenfondsen op weg naar de Wet toekomst pensioenen (Wtp) op de voet. Wie een transitieplan heeft, is het met de sociale partners eens geworden over de nieuwe regeling. Ruim twee derde van de transitieplannen – 21 van de 31 – gaat uit van een uitvoeringsdatum vanaf 1 januari 2026. Een aantal plannen dat eerder uitging van de ingangsdatum 1 januari 2025 heeft die datum bijgesteld naar 1 januari 2026.
‘Bemoedigend’
AWVN noemt de voortgang die vakbonden en werkgevers maken met de invoering van het nieuwe stelsel ‘snel’ en ‘bemoedigend’. Die snelheid is ook wel geboden, want de arbeidsvoorwaardelijke afspraken over de wijziging van pensioenregelingen bij pensioenfondsen moeten dit jaar afgerond en vastgelegd zijn in een transitieplan. ‘Gezien de hoeveelheid voorbereiding en investeringen die al in de transitie zijn gestoken, vindt AWVN het onwenselijk als er in dit stadium nog veranderingen in de pensioenwet
komen.’
De pensioenfondsen kiezen in grote meerderheid voor een zogeheten solidaire regeling, waarbij deelnemers risico’s delen en minder keuzes en flexibiliteit hebben dan bij de zogeheten flexibele variant. Uit de transitieplannen blijkt verder dat vooral jonge deelnemers een naar verwachting hoger pensioen opbouwen. Daarnaast blijkt dat werknemers die er mogelijk op achteruit zouden gaan, gecompenseerd worden. De pensioenfondsen beschikken over voldoende geld om dat te doen.
Kostenneutrale uitvoering
Uit de transitieplannen blijkt ook dat de overgang naar het nieuwe stelsel kostenneutraal kan worden uitgevoerd. Dit betekent dat werknemers er niet op achteruitgaan door de afschaffing van de doorsneesystematiek en dat de premies gelijk blijven voor zowel werknemers als werkgevers.
Pensioenfondsen en -regelingen hebben tot 1 januari 2028 de tijd om te voldoen aan de Wtp.
Geef een reactie