
De Raad van State sprak begin deze week van een ‘haast onmogelijke opgave’ voor de Belastingdienst bij de uitvoering van de tegenbewijsregeling, maar volgens Kavelaars zal het aantal succesvolle bezwaren mogelijk meevallen.
Tegenbewijsregeling
Het wetsvoorstel tegenbewijsregeling box 3 is opgesteld na de uitspraak van de Hoge Raad uit juni vorig jaar, die bepaalde dat aanvullend rechtsherstel in box 3 moet worden geboden over de jaren vanaf 2017. Belastingplichtigen moeten aannemelijk kunnen maken dat het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. In dat geval wordt met het lagere rendement gerekend. Maar volgens de Raad van State is de uitvoerbaarheid daarvan een groot obstakel.
Rendement
Hoogleraar Kavelaars wijst er echter op dat het werkelijke rendement op aandelen de afgelopen jaren meestal juist hoger was dan het fictieve rendement van de Belastingdienst. “Alleen 2022 heeft laten zien dat er een lager rendement is. Alle andere jaren lijkt het erop dat het rendement hoger is. Daarover zal geen tegenbewijs worden geleverd. De Raad van State zegt daar niks over, dat vind ik wat raar.”
Weinig alternatieven
Kavelaars begrijpt desondanks de kritiek van het adviesorgaan, maar ziet weinig alternatieven. Een nieuw belastingstelsel, waarin wordt geheven over daadwerkelijk behaalde rendementen, is nog altijd in de maak, maar loopt flinke vertraging op. De invoering wordt niet voor 2028 verwacht. Donderdag debatteert de Tweede Kamer over de box 3-problematiek en de tijdelijke regeling.
Bron: BNR
Geef een reactie