
Rendementspercentages 2024
Er wordt voor de rendementsberekening in box 3 onderscheid gemaakt tussen banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Het rendementspercentage van de overige bezittingen wordt vastgesteld aan de hand van een bij de wet geregelde berekeningswijze voor de toekomst. Voor de rendementspercentages van de banktegoeden en schulden wordt zoveel als mogelijk aansluiting gezocht bij het werkelijk behaalde rendement in dat jaar, in dit geval 2024. Deze percentages voor 2024 zijn dan ook onlangs bekend gemaakt en hebben terugwerkende kracht tot 1 januari 2024. De definitieve rendementspercentages 2024 in box 3 zijn daarmee als volgt:
Categorie | 2024 (geschat) | 2024 (definitief) |
Banktegoeden | 0,92% | 1,44% |
Overige bezittingen | 6,04% | 6,04% |
Schulden | 2,46% | 2,61% |
Vooral het rendementspercentage voor de banktegoeden valt fors hoger uit dan het voorlopige geschatte percentage. Dit betekent dat belastingplichtigen moeten opletten of zij een nieuwe voorlopige aanslag moeten aanvragen, om te voorkomen dat belastingrente verschuldigd is. De aanpassing van de rendementspercentages werkt namelijk niet automatisch door voor de reeds opgelegde voorlopige aanslagen.
Impact van de forfaitaire rendementspercentages voor u?
De impact hangt af van het antwoord op de vraag of uw bezitting tot banktegoed of overige bezittingen wordt gerekend. De impact hangt tevens af van de vraag of het fictieve rendement hoger of lager is dan het werkelijk behaalde rendement. Nu de percentages bekend zijn gemaakt, kan een analyse worden gemaakt of en, zo ja, in hoeverre meer fictief rendement in aanmerking wordt genomen dan het werkelijk behaalde rendement voor de box 3-heffing.
Ik raad aan tijdig aangifte te doen of uw voorlopige aanslag te herzien als dat door de wijziging nodig is.
Hugo en Marnix hebben het verknoeid. Jarenlang hadden wij de lasten van hypotheek, verbouwingen, huurders, vve, afbetalen. Wij hebben altijd netjes verhuurd volgens de regels. En nu heeft de overheid de lusten. Het was ons pensioen. Door de maatregelen wordt het verkopen lastig, kan alleen aan een belegger. Die zal onderbieden. De verhuurder zit klem. Huurders zijn de lachende derde. In een stad als Amsterdam gaat alle huur op aan vermogensbelasting. En dan moet je nog verduurzamen daarna. In Amsterdam-noord staan appartementen te huur voor meer dan 1.500 pm voor 55 vierkante meter. Wordt er dan niet gehandhaafd?