
Het onderzoek richtte zich specifiek op twee typen familiestichtingen. Ten eerste de zogenaamde feitelijke familiestichtingen, waarvan Nederland er 66.800 telt. Bij deze stichtingen heeft een familie de meerderheid van het bestuur in handen. Ten tweede de statutaire familiestichtingen, waarvan er 15.100 zijn. Bij deze variant is de familiecontrole expliciet vastgelegd in de statuten van de stichting.
Concentratie van vermogen
Samen beheren deze stichtingen een aanzienlijk vermogen van 30,8 miljard euro. Dit vermogen bestaat voornamelijk uit beleggingen, vastgoed en participaties in bedrijven. Een opvallend detail is dat slechts 18 niet-ANBI-stichtingen al 18 miljard euro van dit totale bedrag beheren. Desondanks wordt in 82 tot 99,7 procent van de gevallen geen belasting geheven over het rendement dat met dit vermogen wordt gegenereerd.
Rijkste Nederlanders
Uit de onderzoeksgegevens komt naar voren dat bestuurders van deze stichtingen vaak behoren tot de rijkste Nederlanders. Zo valt één op de vijf bestuurders in de top 1 procent van vermogende huishoudens. Bij sommige stichtingen behoort zelfs de helft van het bestuur tot deze welvarende groep. Hoewel veel van deze stichtingen ongetwijfeld maatschappelijk nuttige doelen dienen, vooral de ANBI’s, constateert het kabinet dat een deel mogelijk vooral wordt gebruikt voor fiscale optimalisatie. In deze gevallen lijkt het erop dat de stichtingen vooral dienen om familievermogen te beschermen tegen belastingheffing.
Drie belangrijke knelpunten
Het onderzoek heeft drie belangrijke knelpunten in het huidige belastingstelsel blootgelegd. Het eerste knelpunt betreft het zogenaamde afgezonderde particulier vermogen. In de praktijk wordt vermogen in stichtingen slechts zelden aangemerkt als privévermogen, ook al hebben bestuurders er soms wel degelijk controle over. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit het gebruik van pinpassen van de stichting voor persoonlijke uitgaven.
Het tweede probleem is dat de meeste stichtingen buiten de vennootschapsbelasting vallen. Dit komt omdat ze volgens de huidige regels geen onderneming zouden zijn. Het derde aandachtspunt betreft de ANBI-status. Sommige familiestichtingen genieten fiscale voordelen die bedoeld zijn voor algemeen nut beogende instellingen, terwijl hun daadwerkelijke maatschappelijke bijdrage twijfelachtig is.
Kabinet: maatregelen
Staatssecretaris Van Oostenbruggen heeft in reactie op het onderzoek een aantal maatregelen aangekondigd. Allereerst komt er in 2026 een evaluatie van de regels rond afgezonderd particulier vermogen. Dit onderzoek moet duidelijk maken of de Belastingdienst voldoende instrumenten heeft om misbruik tegen te gaan. Daarnaast zal dit najaar een brief verschijnen over mogelijke aanpassingen aan de vennootschapsbelasting voor stichtingen.
Ten slotte komt er scherper toezicht op ANBI’s. Na de recente evaluatie van de ANBI-regeling zal het kabinet voor de zomer met een uitgebreide reactie komen. “Fiscale voordelen horen thuis bij stichtingen die het algemeen belang dienen, niet bij structuren die vooral familiebelangen beschermen,” benadrukt de staatssecretaris in haar brief aan de Kamer.
Schurende situaties
Het rapport erkent overigens dat veel stichtingen wel degelijk waardevolle filantropische doelen steunen. Toch waarschuwt het voor wat het noemt “schurende situaties”, waarbij vermogenden via stichtingsconstructies mogelijk belasting ontwijken. Het gebrek aan transparantie over de daadwerkelijke bestedingen van de vermogens baart het kabinet in het bijzonder zorgen.
Vervolgstappen
De Tweede Kamer heeft inmiddels om een technische briefing gevraagd om dieper op de materie in te kunnen gaan. Staatssecretaris Van Oostenbruggen verwacht later dit jaar met concrete wetsvoorstellen te komen. Sommige oppositiepartijen pleiten voor snellere actie, maar het kabinet benadrukt het belang van zorgvuldige afwegingen vanwege de complexiteit van de materie.
Aanleiding onderzoek
Het onderzoek naar familiestichtingen kwam niet uit de lucht vallen. Het vormt een vervolg op het rapport IBO Vermogensverdeling uit 2022, waarin experts al vermoedden dat een aanzienlijk deel van het privévermogen van Nederlandse huishoudens om fiscale redenen in stichtingen was ondergebracht. Dit vermogen was tot nu toe een blinde vlek in de analyses van de Nederlandse vermogensverdeling.
Innovatieve onderzoeksmethode
Voor het eerst zijn voor dit onderzoek gegevens uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel gecombineerd met data van de Belastingdienst over vermogen in eigendom van stichtingen en kenmerken van bestuurders. Deze innovatieve aanpak heeft nieuwe inzichten opgeleverd over hoe vermogen in familiestichtingen precies functioneert binnen ons belastingstelsel.
Maatschappelijke waarde versus fiscale behandeling
Een belangrijk aandachtspunt is de verhouding tussen de maatschappelijke waarde van stichtingen en hun fiscale behandeling. Veel familiestichtingen vervullen inderdaad belangrijke maatschappelijke functies, bijvoorbeeld op het gebied van cultuur, onderwijs of gezondheidszorg. Deze bijdragen rechtvaardigen volgens het kabinet een zekere fiscale voorkeursbehandeling.
Risico’s van huidig systeem
Tegelijkertijd kan niet worden uitgesloten dat sommige stichtingen vooral zijn opgericht om familievermogen te beheren en bij elkaar te houden, of zelfs expliciet om fiscale redenen. Het kabinet erkent dat er bij lang niet alle stichtingen voldoende zicht is op de daadwerkelijke aanwending van het vermogen, terwijl in de meeste gevallen geen belasting wordt geheven over het gegenereerde rendement.
Ongewenst heffingsvacuüm
Dit kan leiden tot een ongewenst heffingsvacuüm en brengt het risico met zich mee van ongewenst gebruik van regels die eigenlijk bedoeld zijn om stichtingen met maatschappelijke doelen te faciliteren. Deze situatie acht het kabinet onwenselijk en daarom wordt nader onderzoek ingesteld.
Evaluatie
De evaluatie van de wetgeving rond afgezonderd particulier vermogen zal worden opgenomen in de strategische evaluatieagenda die in de bijlagen van de Miljoenennota 2026 wordt gepresenteerd. Dit onderzoek zal zich onder meer richten op de vraag of de huidige wetgeving doeltreffend en doelmatig is en of de Belastingdienst voldoende handvatten heeft om alle vormen van misbruik en oneigenlijk gebruik met afgezonderde vermogens aan te pakken.
Complexiteit vennootschapsbelasting
Wat betreft de vennootschapsbelastingplicht van stichtingen erkent het kabinet dat dit een ingewikkeld en potentieel ingrijpend onderwerp is. Daarom wordt dit eerst verder onderzocht. In de aangekondigde brief van dit najaar zal worden ingegaan op de geschiedenis van de huidige regels voor stichtingen en verenigingen in de vennootschapsbelasting en op de mogelijkheden om deze aan te passen, met een zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen.
Evaluatie ANBI-regeling
De evaluatie van de ANBI-regeling is zoals gezegd recent afgerond. Het kabinet zal deze evaluatie bestuderen en komt voor de zomer met een reactie. In deze kabinetsreactie zal ook worden ingegaan op de conclusies uit het rapport over familiestichtingen wat betreft ANBI’s.
Lees hier de brief van Van Oostenbruggen.
Daar hoort de oranje familie ook bij
Graag meer informatie over Familiestichting via email graag
Hé hé hoe kan dat nu al 50jaar stilgehuoden. Maar ja dit zal ook wel heel
snel in de bullebak belanden. Zo gaat dat in nl rijke mensen mogen geen belasting betalen. Ik ga noooooit meer stemmen. Tabee.