Het schiet nog niet echt op met de effectiviteit en de uitvoering van de maatregelen die accountantskantoren (OOB- en niet-OOB-kantoren) moeten nemen in het kader van het rapport ‘In het publiek belang.’ Weliswaar liggen de Big 4 redelijk op koers met de uitvoering van de maatregelen, niet-OOB kantoren blijven hier echter achter. Deze kantoren zijn overigens – volgens afspraak – wel een jaar later begonnen met de uitvoering van de maatregelen. Bovendien zijn er ‘wicked problems’ zoals verdien- en partnermodel, balans cliëntbelang publiek belang, fraude, auditkwaliteit en het oligopolie van de Big 4 die om oplossingen roepen. De huidige 53 maatregelen uit het rapport zijn dan misschien niet voldoende.
Impliciet trekt de monitoring commissie een harde conclusie: het schiet nog niet echt op met het herstel van vertrouwen in de accountancybranche. De commissie schetst een groot aantal ‘wicked problems’ die ondanks de voortgang van de maatregelen nog steeds niet lijken opgelost. De commissie wijst daar met name ook naar de niet-OOB kantoren. De voorgestelde maatregelen zijn onvoldoende om vertrouwen te kunnen herstellen.
Wicked problems
In het rapport legt de commissie de vinger op een flink aantal zere plekken, wicked problems:
- de effecten van het verdien- en businessmodel op gedrag en cultuur binnen organisaties waarin naast de wettelijke verplichte accountantscontrole ook andere diensten worden uitgevoerd;
- het partnermodel en het intern verrekenmodel tussen de advies- en controlepraktijk. Daarbij hoort ook het meenemen van de (regelmatig gespannen) relatie tussen de controle- en de adviespraktijk binnen één organisatie;
- het vinden van een evenwichtige en geloofwaardige balans tussen cliëntbelang en publiek belang. Het feit dat de gecontroleerde cliënt de accountant (opdrachtgeverschap) voor zijn diensten compenseert, blijft voor velen in het maatschappelijk verkeer een voortdurend punt van aandacht en discussie;
- de benadering door en de rol van de accountant ten aanzien van het fraudevraagstuk;
- onvoldoende eenduidigheid over het begrip en de duiding van (audit)kwaliteit;
- de gevolgen van de marktordening (oligopolie ‘Big 4’) en beperkte marktwerking.
De commissie concludeert dat de voorgestelde maatregelen uit ‘Toekomst Accountantsberoep’ deze problemen niet allemaal oplossen. Dit wordt ook veroorzaakt doordat kantoren er voor lijken te kiezen voor een ‘technocratische en op compliance gerichte benadering.’
Maatregelen niet afdoende
De commissie stelt dat de in 2014 voorgestelde maatregelen niet afdoende zijn om de oorzaken van de structurele problemen binnen de accountancysector aan te pakken. De Commissie wil daarom een echte analyse van de oorzaken van de problematiek binnen de accountancysector. Zij beveelt voorts aan om de veranderaanpak en de te nemen maatregelen, meer te richten op de prikkels in het hele systeem van de sector en accountantsorganisaties. In de afgelopen negen maanden is volgens de commissie intensief onderzoek gedaan naar de invoering en werking van de 53 verbetermaatregelen uit het rapport ‘In het Publiek Belang’. Ada van der Veer, Commissievoorzitter: ‘Er wordt door de accountancysector hard gewerkt om te komen tot kwaliteitsverbetering en cultuurverandering. Voor die inspanning past waardering. Maar er is meer nodig. Uit ons onderzoek blijkt dat de oorzaken van de problematiek binnen de sector en de maatregelen onvoldoende op elkaar aansluiten, dat een aantal dieperliggende oorzaken nog onvoldoende wordt aangepakt en dat het veranderproces op een meer gebalanceerde wijze inhoud moet krijgen. Vanwege het publiek belang roept de Commissie de accountancysector op onze aanbevelingen voortvarend op te pakken.’
De Commissie stelt weliswaar vast dat door de sector een stevige aanzet is gemaakt met het werken aan – met name de opzet van – de 53 door de Werkgroep in 2014 voorgestelde maatregelen, het verhogen van de kwaliteit van accountantsdiensten en het vormgeven van de cultuur- en gedragsverandering. Maar zij heeft (nog) niet de overtuiging dat de door de Werkgroep voorgestelde maatregelen voldoende zijn om de oorzaken van de structurele problemen binnen de accountancysector zoveel mogelijk weg te nemen, alsmede om het vertrouwensherstel en het publiek belang adequaat te borgen.
Het zou daarom goed zijn om naast de invoering en naleving van de voorgestelde maatregelen, de oorzaken van de problematiek van de sector beter inzichtelijk te maken en aan te pakken, om de noodzakelijke cultuur- en gedragsverandering en vertrouwensherstel te bereiken.
Geen nieuwe maatregelen, wel aanbevelingen
De commissie vindt het contraproductief om nu met een lijst met (aanvullende) maatregelen te komen. De oplossing voor de accountancysector moet niet worden gezocht in politiek ingrijpen en meer wet- en regelgeving. De commissie komt wel met aanbevelingen:
- Het opstellen van deugdelijke(re) oorzakenanalyses, en daarbij ook ‘wicked problems’ te adresseren, zoals het verdienmodel, het fraudevraagstuk en het vinden van een evenwichtige benadering tussen cliëntbelang en publiek belang.
- Het voorzien van de voorgestelde maatregelen van een adequate(re) onderbouwing en deze duidelijk koppelen aan geconstateerde oorzaken en aan te realiseren effecten. Daardoor ontstaat een logisch drieluik: de maatregelen nemen de oorzaken voor de problematiek binnen de accountancysector weg en dragen bij aan het realiseren van effecten zoals kwaliteitsverhoging, vertrouwensherstel en het dienen van het publiek belang.
- Het maken van een onderscheid en het verkrijgen van een betere balans tussen maatregelen die de cultuur binnen de sector en accountantsorganisaties raken (maatregelen gericht op systeemprikkels) en maatregelen die betrekking hebben op individueel gedrag (maatregelen gericht op individuele prikkels).
- Het gestructureerder vormgeven van het veranderproces. Onderdeel daarvan is het aanbrengen van balans tussen de technocratische en adaptieve aanpak van de maatregelen en het veranderproces, waardoor een daadwerkelijke en duurzame gedrags- en cultuurverandering kan worden bereikt.
Schijnzekerheid
De commissie vindt dat deze aspecten in het veranderproces door de accountancysector moeten worden benoemd, besproken en geadresseerd. Wanneer dat niet gebeurd ontstaat de schijnzekerheid dat de sector het veranderproces al heeft afgerond en er weer bovenop is na de invoering van de 53 vanuit de sector voorgestelde maatregelen. De commissie spreekt wel de hoop en verwachting uit dat de accountancysector zelf werk maakt van de in het rapport* geconstateerde zaken. Met dit rapport biedt de commissie de sector handreikingen om de structurele problemen van de accountancysector op een duurzame wijze aan te pakken, zodat het publiek belang wordt gediend en het vertrouwensherstel wordt bevorderd.
Lees hier Eerste-Verslag-Monitoring-commissie-Accountancy 2016
Geef een reactie