De achtergrond van de Nederlandse bedrijfsopvolgingregeling, maar ook de vrijstelling als zodanig en de daaraan verbonden voorwaarden, sluiten goed aan bij de bedrijfsopvolgingsregelingen in de ons omringende landen. Dat blijkt uit onderzoek van PwC. De effectieve belastingdruk in Nederland van circa 3,4 procent bij vererving in rechte lijn ligt net iets boven het gemiddelde van de onderzochte landen (3,2 procent).
Familiebedrijven leveren een belangrijke bijdrage aan de West-Europese economie. In de meeste landen draagt het segment vijftig procent of meer bij aan het Bruto Nationaal Product. Wereldwijd wordt geschat dat tachtig procent van alle bedrijvigheid wordt uitgevoerd door familiebedrijven. Uit onderzoek van PwC onder Nederlandse familiebdrijven blijkt dat de bedrijfsopvolgingsregelingen een belangrijke rol spelen bij de continuïteit van familiebedrijven. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft PwC onderzoek gedaan naar de bedrijfsopvolgingsregelingen in negen West-Europese landen, met inbegrip van de achterliggende redenen voor de invoering ervan.
De bedrijfsopvolgingsregelingen voor familiebedrijven staan in West-Europa volop in de belangstelling. In een aantal landen zijn ze onderwerp van discussie met als inzet de roep om afschaffing of versobering wegens misbruik of strijd met het gelijkheidsbeginsel. Tegelijkertijd onderkennen de betrokken landen in de redenen voor de regelingen dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten van belang zijn voor de groei en continuïteit van de familiebedrijven.
Hieronder volgen een aantal bevindingen uit het onderzoek van PwC:
- In alle onderzochte landen – met uitzondering van Zweden dat de schenk- en erfbelasting tien jaar geleden afschafte – is een schenking of een vererving van een familiebedrijf belast. De reguliere tarieven in de verschillende landen variëren tussen de nul en 50 procent. Dit zijn de tarieven voor een overdracht aan de kinderen en/of partner. Zodra er sprake is van een verkrijging buiten die kring, geldt in de meeste landen een hoger tarief. Voor de verkrijging door een kind of een partner is het gemiddelde minimale tarief van alle landen circa vijf procent en het gemiddelde maximale tarief ongeveer 30 procent.
- In de specifieke bedrijfsopvolgingsregelingen van de onderzochte landen bestaan dus geen grote verschillen. De meeste landen werken met een vrijstelling. Ook de effectieve belastingdruk vertoont relatief kleine verschillen, variërend tussen de nul en 7,5 procent.
- Alle landen die schenk- en erfbelasting heffen bij de overdracht van een familiebedrijf, hebben een regeling voor uitstel van betaling. Er bestaan veel variaties in de betalingsregelingen. Sommige landen verlenen een volledig uitstel van betaling, waarbij de totale som pas na afloop van de uitsteltermijn geheel moet worden betaald. Nederland bijvoorbeeld hanteert een uitstel van betaling van tien jaar.
- De achterliggende reden voor de faciliteit in de verschillende landen is vooral continuïteit van de onderneming. Daarnaast zijn het stimuleren en beschermen van het familiebedrijf en de geboden werkgelegenheid belangrijke en veel voorkomende argumenten.
- Vijf van de onderzochte landen (België, Finland, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk) kennen bij een overdracht van een familiebedrijf ook een vrijstelling voor de vermogenswinst. De schenking of vererving van het familiebedrijf wordt daarbij gelijkgesteld aan een reguliere overdracht waarmee een vermogenswinst wordt behaald. De betrokken landen belasten deze – fictieve – vermogenswinst soms met inkomstenbelasting en soms met vermogensbelasting.
- Bedrijfsopvolgingsregelingen zijn onderwerp van politiek debat. Met uitzondering van België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk woedt een levendige (politieke) discussie in de betrokken landen over het voortbestaan van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit.
Hier vindt u het hele rapport ‘West-Europa trekt één lijn bij overdracht familiebedrijven’.
Geef een antwoord