Een uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag heeft een einde gemaakt aan acht jaar patstelling over de vraag of de FNV wel of geen cao-afspraken mocht maken over tarieven voor zzp’ers die als vervanger optraden in orkesten.
Volgens het Gerechtshof mocht de vakbond afspraken maken over een minimumtarief voor deze zelfstandigen, omdat ze in dezelfde positie verkeren als werknemers. Dit houdt onder meer in dat ze onder het gezag van de werkgever vallen en niet hun eigen tijd kunnen indelen. ‘Op dat moment praat je feitelijk niet meer over ondernemers, maar over ‘schijnzelfstandigen’, aldus de FNV.
Remplaçanten
Aanleiding waren de onderhandelingen acht jaar geleden over de cao voor remplaçanten. Daarin werd voorgesteld dat een zzp’er die als vervanger optreedt hetzelfde moest verdienen als het remplaçant in tijdelijke dienst, met een opslag om zelf zijn pensioen en sociale zekerheid in te kopen. Doel van die afspraak was om oneerlijke concurrentie tussen verschillende werkenden te voorkomen, maar ook om zzp’ers een gelijkwaardige bescherming te bieden. De Nederlandse Mededingingsautoriteit NMA (nu: ACM) beschouwt echter elke zelfstandige als een ‘ondernemer’. Zij bestempelde de cao-afspraken als ‘onnodige en ernstige concurrentiebeperkingen’, die niet gerechtvaardigd konden worden door er het etiket ‘cao’ op te plakken. Toch doorzetten zou vanwege het kartelverbod tot hoge boetes kunnen leiden.
CAO-afspraken
Het Hof oordeelt nu dat de zelfstandige remplaçanten ook moeten worden gezien als werknemers, die nìet onder het kartelverbod vallen. Voor hen mag de vakbond ook afspraken maken in de cao. Martin Kothmann, bestuurder orkesten van FNV KIEM: ‘Eindelijk gerechtigheid voor de remplacanten! Met deze uitspraak in de hand gaan wij in meer cao’s dit soort voorstellen doen.’
Bron: FNV KIEM
Geef een reactie