De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft commentaar ingediend op de oplossingsrichtingen voor het pensioen in eigen beheer. Volgens de Orde heeft een directeur-grootaandeelhouder (DGA) die een oudedagsvoorziening wil opbouwen weinig reële alternatieven behoudens het pensioen in eigen beheer. ‘Uitfasering van het PEB kan ertoe leiden dat de DGA onvoldoende voor zijn oude dag spaart.’
De staatssecretaris van Financiën, Eric Wiebes, heeft eind vorig jaar een brief gestuurd aan de Tweede Kamer met oplossingsrichtingen voor het pensioen in eigen beheer. De Commissie Wetsvoorstellen van de NOB heeft commentaar ingediend, om zo bij te dragen aan een gedegen oplossing voor de problematiek rondom het pensioen in eigen beheer.
In de brief van de Wiebes worden diverse redenen genoemd waardoor het pensioen in eigen beheer (PEB) minder aantrekkelijk zou zijn dan in het verleden. Naar de mening van de Orde houden nagenoeg al deze argumenten verband met het PEB als fiscale aftrekpost waarmee ten onrechte voorbij wordt gegaan aan het feit dat DGA’s het PEB primair als oudedagsvoorziening beschouwen. ‘Na uitfasering van het PEB heeft de DGA, ook met inachtneming van producten uit de derde pijler van liet stelsel van oudedagsvoorzieningen, een zeer beperkt aantal keuzemogelijkheden voor een gedegen oudedagsvoorziening. Dit kan ertoe leiden dat de DGA wordt ontmoedigd om voor zijn oude dag te sparen en dit laatste dan ook niet (voldoende) doet’, zo schrijft de Orde in haar commentaar. De Orde zou graag zien dat het mogelijk wordt om het pensioen van de DGA, evenals het pensioen van ‘reguliere’ werknemers, bij een premiepensioeninstelling onder te brengen.
Afkoopregeling
De staatssecretaris geeft in zijn brief aan dat hij een fiscaal gefaciliteerde afkoopregeling voor ogen heeft bij uitfasering van het PEB. De Orde heeft grote twijfels bij de effectiviteit van de beoogde afkoopregeling. Behoudens het grote aantal vennootschappen dat in staat van onderdekking verkeert, geldt dat veel vennootschappen die een PEB uitvoeren, relatief weinig liquide middelen hebben, zo schrijft de NOB in haar commentaar. De Orde verwacht daarom dat niet veel DGA’s gebruik zullen kunnen maken van de afkoopregeling. Daarnaast acht de Orde de geldende belastingdruk van effectief maximaal 41,6 procent te hoog, nu pensioen in de regel effectief gemiddeld belast wordt tegen een percentage van circa 30.
De NOB zou graag zien dat een belastingtarief wordt gehanteerd dat lager is dan het maximale tarief van 52 procent, of dat de staatssecretaris bereid is om een heffingsgrondslag te hanteren die lager is dan de beoogde 80 procent van de fiscale waarde van het PEB. Ook wil de Orde graag van de staatssecretaris weten of hij bereid is om bij de vormgeving van de beoogde afkoopregeling (meer) rekening te houden met de (fiscale) waarde van de bezittingen van de vennootschap die een PEB uitvoert, en of het mogelijk wordt om (renteloos) uitstel van betaling te krijgen indien gebruik wordt gemaakt van de fiscaal gefaciliteerde afkoopregeling
Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
Het PEB valt onder de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. De Orde is van mening dat de effectiviteit van de beoogde fiscaal gefaciliteerde afkoopregeling wordt beperkt door de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. De Orde zou graag zien dat het mogelijk wordt om enkel het deel van het pensioen dat na toepassing van bovengenoemde wet aan de DGA toekomt, af te kopen. Ook zou de Orde willen weten of het noodzakelijk is dat ook de partner instemt, alvorens tot een fiscaal gefaciliteerde afkoop wordt overgegaan. Tevens verneemt de Orde graag wat de rechten van de partner zijn bij het afkopen van het PEB zonder instemming van de partner en de DGA en deze partner vervolgens scheiden.
Net als Wiebes is de NOB van mening dat uitfasering van het PEB de voorkeur geniet boven het OSEB. Maar dan moet de uitfasering van het PEB op een fiscaal voldoende aantrekkelijke wijze worden vormgegeven. De NOB doelt hiermee met name op een fiscaal gefaciliteerde afkoopregeling die effectiever is (oftewel tot een beduidend lagere belastingdruk leidt) dan hetgeen Wiebes in zijn brief voorstelt, alsmede de introductie van een alternatieve vorm van pensioenopbouw voor de DGA. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan gaat de voorkeur van de Orde uit naar het OSEB.
Geef een reactie