Hypotheekklanten die vinden dat zij voor 14 juli vorig jaar te veel boeterente hebben betaald, zijn voor een compensatie aangewezen op het klachteninstituut of de rechter. Dijsselbloem antwoordt dat op Kamervragen van PvdA-lid Nijboer over hypotheekaanbieders die te hoge kosten in rekening brengen bij het oversluiten van de hypotheek naar een lagere rente. Op 24 april 2017 heeft de minister in een brief aan de Tweede Kamer een fout in de beantwoording van de Kamervragen gerectificeerd.
De minister verwijst naar de leidraad die toezichthouder AFM heeft gepubliceerd als aanvulling op de sinds 14 juli 2016 geldende Europese hypothekenrichtlijn. Die richtlijn schrijft voor dat de boeterente niet hoger mag zijn dan het financiële nadeel dat de aanbieder lijdt door het oversluiten. “Nu de AFM deze duidelijkheid heeft gegeven, zijn kredietaanbieders begonnen met het aanpassen van hun interne systemen, voor zover deze nog niet in lijn waren met de uitgangspunten van de AFM. In aanvulling hierop hebben de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en het Verbond van Verzekeraars namens hun leden toegezegd alle klanten te zullen compenseren die sinds de inwerkingtreding van deze regels en op grond van de leidraad een te hoge vergoeding hebben betaald.” Dijsselbloem gaat ervan uit dat er nu geen te hoge boetes meer worden berekend.
Niet dwingen
Klanten die op of na 14 juli 2016 een te hoge boeterente hebben moeten betalen, worden door de aanbieders benaderd. “Ook klanten die niet weten dat ze mogelijk teveel hebben betaald, zullen worden benaderd door hun kredietverstrekker of adviseur.” Voor klanten die eerder mogelijk te veel boeterente hebben betaald, gelden de nieuwe regels niet. Die kunnen naar klachteninstituut Kifid stappen of naar de rechter. “Het staat kredietaanbieders uiteraard vrij om gehoor te geven aan de oproep van onder andere Vereniging Eigen Huis en de Consumentenbond om ook klanten te compenseren die voor 14 juli 2016 extra hebben afgelost op hun hypotheek, maar ik kan de kredietaanbieders hier niet toe dwingen.”
Eigen Huis wil dat geldverstrekkers klanten gaan compenseren die vanaf 2011 te veel boeterente hebben betaald.
Fiscale gevolgen
Over de correctie van te veel betaalde boeterente in de belastingaangifte schrijft Dijsselbloem: “Consumenten die tussen 14 juli 2016 en 31 december 2016 een te hoge vergoeding hebben betaald, hebben ook in hun aangifte over 2016 een te hoge aftrekpost opgenomen voor de betaalde vergoeding. Als deze consumenten later dit jaar het aan hun kredietverstrekker het teveel betaalde bedrag terugkrijgen, zal dit ook in hun belastingaangifte moeten worden gecorrigeerd. In 2017 zal in de aangifte over 2016 zekerheid worden verkregen over de te veel betaalde vergoeding. Dit bedrag zal worden gecorrigeerd door het in de aangifte over 2016 aan te merken als negatieve aftrekbare kosten eigen woning. De Belastingdienst zal in haar communicatie in 2017 extra aandacht besteden aan dit onderwerp.”
Naschrift:
Op 24 april 2017 heeft minister Dijsselbloem van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer een fout in de beantwoording van de Kamervragen gerectificeerd.
‘In het gegeven antwoord is opgenomen dat indien in 2017 zekerheid wordt verkregen over de te veel betaalde vergoeding bij vervroegde aflossing in 2016, dit te veel betaalde bedrag in de aangifte inkomstenbelasting over 2016 moet worden opgenomen als negatieve aftrekbare kosten eigen woning. Dit is echter onjuist. Dit bedrag moet in het jaar van terugbetaling – en dit zal veelal 2017 zijn – in de aangifte over dat jaar worden opgenomen als negatieve aftrekbare kosten eigen woning. Dit betreft dan dus de aangifte inkomstenbelasting over 2017.
Belastingplichtigen die de aangifte inkomstenbelasting over 2016 reeds hebben ingediend en hierbij het totaal aan betaalde vergoeding (dus inclusief het te veel betaalde bedrag aan vergoeding) in aftrek hebben gebracht en in 2017 of later zekerheid krijgen over het terug te ontvangen deel, hoeven die aangifte op dit punt dus niet te wijzigen. Overigens geldt voor de te veel betaalde vergoeding in 2017, omdat in datzelfde jaar zekerheid wordt verkregen over de terugbetaling, dat de te veel betaalde vergoeding in dat jaar niet aftrekbaar is en alleen het terecht in rekening gebrachte bedrag aan vergoeding (betaalde vergoeding verminderd met de latere terugbetaling) in de aangifte inkomstenbelasting over 2017 aftrekbaar is.’
Geef een antwoord