Kantoormedewerkers besteden 552 uur per jaar aan het uitvoeren van administratieve, repetitieve taken. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van Unit4 naar productiviteit en de tijd die mensen op kantoor besteden aan hun belangrijkste werkzaamheden.
De uitkomst van 552 uur is het gemiddelde resultaat van alle onderzochte landen. Het aantal uren staat gelijk aan 69 werkdagen. Dat is maar liefst ruim een derde van een werkjaar. Nederlanders zouden de repetitieve administratieve taken graag door technologie laten overnemen: maar liefst 90% van de Nederlandse respondenten geeft aan dat ze de huidige technologie hiervoor ook vertrouwen. Het onderzoek werd gehouden onder kantoormedewerkers in de Verenigde Staten, Canada, het Verenigd Koninkrijk, Australië, Singapore, Spanje, Frankrijk, Nederland, Duitsland, Noorwegen en Zweden. De resultaten zijn gebaseerd op de data van 1.505 werknemers van bedrijven met meer dan 100 werknemers. Elk land heeft ten minste 100 responses, de Verenigde Staten zelfs 400.
Productiviteitsverlies
Omgerekend kost het productiviteitsverlies in de dienstverlenende industrie in alle elf onderzochte landen gezamenlijk meer dan vijf biljoen dollar per jaar, waarbij dat bedrag in de Verenigde Staten het hoogst is (2,87 biljoen dollar) en het laagst in Singapore (26,3 miljard dollar). Medewerkers in Singapore zijn dan ook de minste tijd kwijt aan herhalende administratieve taken. Maar daar staat tegenover dat ze ook de minste tijd besteden aan primaire taken, namelijk 60%. Het meest productief zijn de medewerkers in Noorwegen, waar kantoormedewerkers 81 procent van hun tijd aan de belangrijkste werkzaamheden besteden. Gevolgd door Zweden (78%) en Frankrijk (76%).
Generaties
Opvallend zijn de verschillen tussen generaties. Professionals ouder dan 41 jaar spenderen meer tijd aan primaire verantwoordelijkheden dan professionals tussen de 26 en 30 jaar. Desondanks geven medewerkers tussen de 26 en 35 jaar aan dat ze automatisering meer steunen dan diegenen van 36 tot 40 en 56 tot 60 jaar. Tegelijkertijd zijn mensen boven de 50 jaar het langst bezig met het verzamelen en invoeren van data. Jongere professionals hebben er vertrouwen in dat bepaalde technologie die hun werk makkelijker maakt snel beschikbaar zal zijn, zelfs binnen een jaar.
Concurrentiepositie
Niet alleen Nederlanders vertrouwen de nieuwe technologie zoals digitale assistenten en softwareapplicaties, ook negen van de tien medewerkers in Spanje en Zweden doen dit. In Duitsland en Australië geldt dit echter maar voor minder dan driekwart van de respondenten. Twee derde van alle deelnemers aan het onderzoek (67%) is van mening dat het implementeren van dit type technologie belangrijk is om een goede concurrentiepositie te hebben en houden. De groep van 26 tot 40 jaar is hier wel meer van overtuigd dan de groep van boven de 56 jaar, maar ook degenen met managementverantwoordelijkheid steunen dit standpunt eerder.
Geef een reactie