Minister Hoekstra van Financiën wil interne toezichthouders van accountantskantoren niet de norm opleggen dat zij het publiek belang altijd voor andere belangen laten gaan. Maar het vennootschapsbelang loopt naar zijn idee vaak parallel met het publiek belang van de kwaliteit van wettelijke controles, schrijft hij.
Volgens hem past bij het interne toezicht geen algemene norm ‘dat een orgaan één van de betrokken belangen dient te laten prevaleren’, zegt hij in een brief aan de Tweede Kamer, naar aanleiding van schriftelijke vragen over het besluit aanvullende maatregelen accountantsorganisaties.
Strijdig
De VVD wees de minister erop dat het publiek belang strijdig kan zijn met het belang van de vennootschap en de daaraan verbonden onderneming. GroenLinks drong erop aan dat het publiek belang altijd op de eerste plaats moet staan. De reactie van de mininister daarop luidt: ‘Het is aan het orgaan belast met het interne toezicht om alle in het concrete geval te onderkennen betrokken belangen af te wegen. Daarbij past niet een algemene norm dat een orgaan één van de betrokken belangen dient te laten prevaleren’ zegt de minister in antwoord op deze vragen.
Continuïteit
‘Een belangenafweging in het concrete geval zal vereist zijn. Het vennootschappelijk belang wordt in de regel vooral bepaald door het bevorderen van het bestendige succes van de onderneming’, vervolgt de minister. ‘Het orgaan zal doorgaans gericht zijn op de continuïteit van de accountantsorganisatie. Daarmee zal dit belang vaak parallel lopen met het publiek belang van de kwaliteit van wettelijke controles, aangezien het in het (langere) termijn belang is van de accountantsorganisatie om de kwaliteit van wettelijke controles te borgen.’
AFM
‘Of de kwaliteit van wettelijke controles stijgt zal blijken uit toekomstige onderzoeken van de AFM. Het effect dat het wetsvoorstel aanvullende maatregelen accountantsorganisaties en het onderliggende besluit in dit kader spelen, zal lastig te isoleren zijn van andere ontwikkelingen in de sector, zoals de implementatie van de maatregelen uit het NBA-rapport “In het Publiek belang” 2 en de effecten van de implementatie van (Europese) regels, zoals de roulatieplicht en de scheiding van controle- en advieswerkzaamheden,’ schrijft de minister.
Geschiktheid beleidsbepalers
De brief gaat verder onder meer in op de geschiktheid van de dagelijks beleidsbepalers en personen belast met het interne toezicht. ‘Indien de AFM in haar toezicht signalen ontvangt dat er gerede twijfel bestaat over de geschiktheid van een dergelijke persoon, kan over worden gegaan tot hertoetsing. Daarnaast kan het wisselen van functie binnen het collectief aanleiding zijn om opnieuw de geschiktheid van een persoon belast met het interne toezicht te toetsen. Indien uit de hertoetsing blijkt dat de getoetste persoon niet langer geschikt is, kan de AFM de betrokken instelling een aanwijzing tot heenzending van de betreffende persoon geven’, aldus de Kamerbrief.
De aanbiedingsbrief en het ontwerpbesluit zijn als pdf te downloaden van op de website van het ministerie.
Geef een reactie