De Dutch Foundation for Auditing Research (FAR) hield afgelopen week in Breukelen haar derde conferentie. Wetenschappers en praktijk waren het erover eens dat er nog veel onderzoek moet worden gedaan om helder in beeld te krijgen welke factoren bepalend zijn voor auditkwaliteit. Wel werd duidelijk dat strikte richtlijnen en ervaring een rol spelen.
De FAR is drie jaar geleden opgericht met als doel het verder ontwikkelen van kennis over audit- en assurancekwaliteit en het duurzaam verbeteren van de auditpraktijk door fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, internationale samenwerking en door het delen van onderzoeksresultaten via conferenties en masterclasses. Geen overbodige luxe, bleek bij de afrondende paneldiscussie. Daarin werd het recente rapport van de Monitoring Commissie Accountancy (MCA) besproken. Het panel van wetenschappers en professionals vond dat er geen eenduidig antwoord is op de vraag welke wetenschappelijk geïdentificeerde factoren de kwaliteit van een audit bepalen. Op dat gebied is nog veel onderzoek te doen.
Correcties alleen als management fout erkent
Preeti Choudhary van de University of Arizona was een van de onderzoekers die een presentatie gaven. Ze vroeg zich af waar in de zoektocht naar factoren die de auditkwaliteit bepalen de discussie over moet gaan: de kwaliteit van de gecontroleerde of die van de controleur. Choudhary heeft data onderzocht van de Amerikaanse AFM-tegenhanger PCAOB. Daaruit bleek dat accountants meer correcties krijgen doorgevoerd naarmate de interne controle van het bedrijf slechter wordt, maar dat (kleinere) fouten blijven zitten.
Accountants krijgen de correcties bovendien alleen doorgevoerd als managers van het gecontroleerde bedrijf de fouten ook als zodanig erkennen, ondervond Choudhary. Grotere bedrijven hanteren vaak striktere normen voor de toegestane afwijking tussen gerapporteerde en werkelijke cijfers: de materialiteit. “Zo gauw als dit minder het geval is, zien we meer en grotere fouten terug in de jaarrekeningen.”
Ervaring waardevol
Wim Gijselaers en Therese Grohnert van de Maastricht University hielden een pleidooi voor een veilige omgeving met ruimte voor reflectie en feedback. De ervaring van veertigplussers blijkt binnen auditingteams van groot belang voor de auditingkwaliteit. “De ervaring die auditors van 40 tot 60 jaar opbouwen, verhoogt de kans dat kennis wordt toegepast en dat procedures en regels daadwerkelijk worden gevolgd.” De inzet van ervaren controleleiders blijkt daarnaast een significante impuls te geven aan de kwaliteit van de controle. Een gezond leerklimaat werkt ook positief op het behoud van talent.
Mark Peecher van de University of Illinois presenteerde nieuwe inzichten op fraudegebied. Ook daarin speelde ervaring een grote rol. Ervaren accountants die luisteren naar zogenaamde ‘earnings calls’, conferenties waarbij de jaar- of kwartaalresultaten worden gepresenteerd, blijken aan de hand van de intonatie die managers inzetten tijdens deze calls fraude te kunnen opsporen.
Geef een reactie