Na de ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland heeft ook het Register Belastingadviseurs (RB) gereageerd op de aangekondigde maatregelen van het wetsvoorstel spoedreparatie fiscale eenheid. Net als de ondernemers vragen de fiscalisten zich af of de regel wel uitvoerbaar zijn.
Sylvester Schenk, directeur fiscale zaken van het RB vindt het goed dat het wetsvoorstel is gepubliceerd, zodat duidelijk is welke kant het ministerie uit wil. “Maar het RB heeft twijfels bij de (on)uitvoerbaarheid van de voorgestelde regels, die waarschijnlijk tot een forse verhoging van de administratieve lasten leiden. Terecht, want ook andere partijen hebben dergelijke twijfels geuit. We plaatsen ook vraagtekens bij de terugwerkende kracht die het wetsvoorstel heeft. Het blijkt onduidelijk in hoeverre de terugwerkende kracht wel in overeenstemming is met Europese regels. Wij hebben hier onze bedenkingen bij.”
Ruime bevoegdheid
Adjay Pahladsingh van de Commissie Wetsvoorstellen van het RB zegt blij te zijn dat de staatssecretaris de suggestie heeft overgenomen om een drempelbedrag in te voeren voor de winstdrainageregeling. “Dat de inspecteur daarbij de mogelijkheid heeft aannemelijk te maken dat zakelijke overwegingen niet aanwezig zijn, kunnen we ook begrijpen. Maar goedwillende belastingplichtigen moeten niet de dupe worden van zo’n ruime bevoegdheid. De praktijk zou – net als bij de invoering van artikel 10a Vpb – gebaat zijn bij een toezegging dat de inspecteur zich terughoudend opstelt als er geen aanwijzingen zijn dat deze bepaling aan de orde is. Uit de uitvoeringstoets blijkt dat zowel de praktijk als de Belastingdienst te maken krijgt met een forse verhoging van (administratieve) lasten, door in ieder specifiek geval te moeten bepalen hoe artikel 10a moet worden toegepast. De begrote kosten zijn naar onze mening te rooskleurig ingeschat en liggen fors hoger. Het RB vindt dat het voorkomen van hoge uitvoeringskosten voor ondernemingen (in het MKB) zwaarder weegt dan de belastingderving.”
Geef een reactie