De Orde van Registeradviseurs Nederland (OvRAN) dreigt ook bij de Hoge Raad bot te vangen met de klacht dat het verplichte lidmaatschap van de NBA concurrentiebeperkend is en in strijd met de vrijheid van vereniging. De advocaat-generaal (AG) stelt in zijn conclusie, die vaak wordt gevolgd door de Hoge Raad, dat de verplichting niet in strijd is met wet- en regelgeving.
De OvRAN was in cassatie gegaan tegen een eerder oordeel van het gerechtshof Den Haag uit april vorig jaar en wil van de Hoge Raad weten of de bepalingen uit de Wet op Accountantsberoep die het verplichte lidmaatschap van de NBA voorschrijven, in strijd zijn met de wet en dan met name met het recht op vrijheid van vereniging en de mededinging. Eerder heeft de strafkamer van de Hoge Raad al geoordeeld dat de NBA geen vereniging is en dat het verplichte lidmaatschap niet in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). OvRAN wil dat de Hoge Raad oordeelt dat de verplichting in strijd is met dat verdrag en dat de Wet op het Accountantsberoep wordt gewijzigd. Daarin zou moeten komen te staan: ‘Accountants zijn geen lid van de beroepsorganisatie, tenzij de accountant een wens tot lidmaatschap schriftelijk aan het bestuur kenbaar heeft gemaakt.’
Oordeel gerechtshof
Het oordeel van het hof was dat de klacht van OvRAN geen doel trof, ten eerste omdat de NBA een organisatie is die is ingebed in de structuren van de Staat en een organisatie die administratieve, regulerende en tuchtrechtelijke taken heeft buiten de sfeer van het gewone recht, en niet alleen het belang van haar leden dient, maar ook het algemeen belang. ‘Aldus is voldaan aan de toepasselijke ‘integratiecriteria’, zoals deze door het EHRM zijn ontwikkeld en ook zijn getoetst door de rechtbank in het thans bestreden vonnis.’ Daarom is het verdrag voor de rechten van de mens niet van toepassing op de verplichting om lid te zijn van de NBA.
Uitspraken Europees hof
De AG wijst op een uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens over een Belgische beroepsorganisatie voor artsen, die ook verplicht lid moeten zijn. Daar luidde het oordeel dat die organisatie geen vereniging is, maar een publiekrechtelijke organisatie. Overwegingen daarbij waren dat onder meer de organisatie bij wet is opgericht, is geïntegreerd in de structuren van de staat en een algemeen belang nastreeft. Ook heeft de organisatie administratieve, regulerende en/of tuchtrechtelijke taken buiten de sfeer van het gewone recht en daarmee oefent ze publiekrechtelijk toezicht uit. Verder is de overweging dat de oprichting van de organisatie niet mag verhinderen dat er andere beroepsorganisaties worden opgericht.
Ook is er uitspraak gedaan over een IJslandse organisatie voor taxichauffeurs en over de verplichting voor kleine landeigenaren om lid te zijn van een lokale jachtvereniging. In die gevallen werd geoordeeld dat de verplichting wel inbreuk maakte op de rechten van de mens, omdat niet aan bovenstaande criteria was voldaan. De AG leidt eruit af dat de vrijheid van vereniging uit het EVRM niet van toepassing is op een publiekrechtelijke organisatie. ‘Daarbij is niet doorslaggevend of de betreffende organisatie volgens het nationale recht een publiekrechtelijk dan wel privaatrechtelijk karakter heeft.’
Klachten missen doel
De OvRAN vond dat het gerechtshof ten onrechte alleen de eerdere uitspraak van de Hoge Raad had betrokken in zijn oordeel. Maar dat gaat niet op, aldus de AG. Die concludeert dat de rechtbank en het hof ook de feiten zoals die in de onderhavige zaak naar voren zijn gebracht, bij hun oordeel hebben betrokken. Een andere klacht was dat het hof niet heeft meegewogen dat de NBA zowel qua verschijningsvorm als acteren is te beschouwen als een ondernemersvereniging en derhalve ten minste mede privaatrechtelijke kenmerken heeft. Maar die klacht is onvoldoende toegelicht en het oordeel van het hof daarover is niet onbegrijpelijk, vindt de AG.
Algemeen belang dienen
Verder klaagt de OvRAN dat de NBA niet het algemeen belang dient omdat de overgrote meerderheid van de actieve NBA-leden geen openbare accountant is en dat de NBA vooral de belangen van de grote accountantskantoren dient. Maar ook daar is de AG niet gevoelig voor. ‘De omstandigheid dat de meerderheid van de NBA leden geen openbaar accountant is, maakt niet dat de NBA geen algemeen belang zou dienen, zo ligt in het oordeel van het hof besloten.’ Verder heeft het hof al geoordeeld dat de NBA geen partij is in de procedure. ‘Voor zover onvrede bestaat over het optreden van de NBA, dient OvRAN en/of dienen haar leden de geëigende democratische middelen jegens de NBA te benutten om (te proberen) hier verandering in te brengen. In ieder geval zijn in de stellingen van OvRAN geen toereikende aanwijzingen te vinden dat de staat verantwoordelijk zou zijn voor de (door OvRAN als onheus beoordeelde) feitelijke gang van zaken en de regelgeving binnen de NBA.’
Terechte klacht over onduidelijkheid spreektijd
De stelling van OvRAN dat de staat onrechtmatig heeft gehandeld door concurrentievervalsing te faciliteren, is al door het hof behandeld en verworpen omdat de stelling onvoldoende is onderbouwd. Er is één klachtonderdeel waarmee OvRAN nog enigszins succes boekt: op zichzelf is terecht geklaagd dat het hof niet expliciet heeft laten weten of de OvRAN extra spreektijd zou krijgen bij de behandeling van de zaak, vindt de AG. Maar uit het proces-verbaal komt duidelijk naar voren dat geen langere spreektijd was toegestaan. Dat dit pas op de zitting bleek, is een terechte klacht. Maar ‘de vraag is of daaraan in dit geval enig juridisch gevolg moet worden verbonden’. Dat vindt de AG niet. ‘Door niet tijdig voor de zitting te informeren naar een beslissing op het verzoek om spreektijdverlenging, heeft de advocaat van OvRAN het risico aanvaard dat dit verzoek bij het hof was blijven liggen en op de zitting mogelijk alsnog zou worden afgewezen. Bovendien heeft hij zich tijdens de zitting kennelijk bij de gang van zaken neergelegd, althans daartegen niet enig kenbaar bezwaar gemaakt.’
Uitspraak: ECLI:NL:PHR:2019:809
Corneel Spil zegt
Beste Redactie,
Kennelijk nog niet helemaal wakker. Dit was geen uitspraak HR maar een conclusie AG. Graag herstel en correctie. Het volledige overzicht van deze procedure treft u aan op
http://www.wakkereaccountant.nl/Civiel.html.
Met vriendelijke groet, Corneel Spil, voorzitter OvRAN
Redactie Accountancyvanmorgen zegt
In de eerste versie van dit bericht werd inderdaad ten onrechte gesteld dat de Hoge Raad al uitspraak had gedaan. Dat is inmiddels aangepast.