Provincies en Rijk zijn het eens over eenduidige beleidsregels voor de vergunningverlening en stikstofaanpak. Volgende week nemen de twaalf provincies een besluit. De Spoedwet dreigt ondertussen te sneuvelen in de Eerste Kamer.
Overeenstemming
Bedrijven die hun bedrijfsvoering voortzetten zonder wijziging of vernieuwing van hun bedrijf waarvoor een nieuwe natuurvergunning nodig is, behouden de mogelijkheid om de volledig vergunde activiteit uit te voeren. Bedrijven die wel een vergunning nodig hebben, bijvoorbeeld om uit te breiden, hebben twee opties om ervoor te zorgen dat de neerslag van stikstof niet toeneemt: intern salderen en extern salderen. Bij intern salderen maakt een bedrijf stikstofruimte vrij binnen het eigen project of op de eigen locatie. Bij extern salderen neemt een bedrijf stikstofruimte over van een ander bedrijf dat geheel of gedeeltelijk stopt.
Intern salderen
Provincies en Rijk nemen de ‘feitelijk gerealiseerde capaciteit’ als uitgangspunt voor intern salderen. Dat betekent dat initiatiefnemers de vergunde stikstofruimte van stallen of productiehallen die daadwerkelijk zijn gebouwd en in gebruik hebben genomen, kunnen inzetten voor nieuwe ontwikkelingen. Als een ondernemer minder gerealiseerd heeft dan in de vergunning staat, dan wordt het verschil in ruimte tussen vergunning en realisatie ingenomen bij een wijziging van de bedrijfsvoering. Wanneer een bedrijf echter aantoonbare stappen heeft gezet, of investeringen heeft gedaan om deze ruimte te vullen, zijn er mogelijkheden om daarvan af te wijken. Dat geldt ook voor bedrijven die innovatieve stikstofemissie reducerende technieken toepassen, projecten die noodzakelijk zijn voor de realisatie van doelen in een Natura 2000-gebied en voor projecten van algemeen belang of voor de nationale veiligheid, zoals dijkaanleg.
Extern salderen
Bij extern salderen is stikstofdaling het uitgangspunt. Hierbij hebben kabinet en provincies afgesproken hetzelfde uitgangspunt voor extern salderen te hanteren: de ‘feitelijk gerealiseerde capaciteit’. Die ruimte mag een bedrijf dat stopt met haar activiteiten (saldogever) overdragen aan een bedrijf dat stikstofruimte nodig heeft (saldo-nemer). De saldonemer mag 70% van de overgedragen stikstofruimte benutten; de overige 30% komt ter beschikking van de natuur, samen met de niet-gerealiseerde capaciteit in de vergunning. In gebiedsprocessen moet de komende tijd duidelijk worden op welke wijze daling van stikstofdepositie in natuurgebieden exact vorm gaat krijgen. In sommige gevallen zal – beargumenteerd en onder strikte voorwaarden – een afwijkend percentage gehanteerd moeten worden om tot voldoende daling van stikstofdepositie te komen. Dit kan zowel omhoog als – wanneer de omstandigheden dat toelaten- omlaag afwijken.
Bouwsector groeit hard
In 2019 groeit de bouwproductie met naar verwachting 5 procent. Dit is de hoogste groei van alle Nederlandse sectoren. Ondanks de stikstof- en pfas-problematiek groeit de bouwproductie in 2020 nog licht. De aanhoudend sterke binnenlandse vraag, innovatieve bouwoplossingen en de nieuwe soepelere en compenserende overheidsmaatregelen zorgen hiervoor. De infrasector zal in 2020 wel kampen met krimp. Daar zijn de problemen met pfas en stikstof het grootst. Een grote internationale veiling van diepladers, shovels, graafmachines, tractoren en hijskranen, die op en 5 december plaatsvindt in Moerdijk, verraadt dat sommige bouwbedrijven pijn lijden. Normaal komt zo’n kwart van de aangeboden machines uit Nederland, nu is dat beduidend meer. De oorzaak is wel duidelijk: door de stikstof-perikelen en de problemen met de PFAS-normen liggen veel bouwprojecten stil. Voor veel bouwmachines is er dus geen werk.
Spoedwet onzeker
Het is onzeker of de stikstof-spoedwet, waarmee het kabinet de bouw snel vlot wil trekken, het gaat halen in de Eerste Kamer. GroenLinks en de PvdA hebben veel kritiek en dreigen tegen te stemmen. De steun van één van deze twee oppositiepartijen kan het verschil maken tussen een meerderheid of een minderheid in de senaat. Het kabinet wil de stikstofwet nog deze maand door de Tweede en Eerste Kamer loodsen, zodat de woningbouw en een aantal grote infrastructurele projecten kunnen doorgaan. In de Tweede Kamer is er met de steun van de SGP een meerderheid vóór. Maar in de senaat is het kabinet nog niet zeker van voldoende steun. De bouw steunt de wet, al ziet ze er geen echte oplossing van het probleem in.
Geef een reactie