Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) verlaagt de aan twee BDO-accountants opgelegde tuchtmaatregel in de zaak die draait om het van fraude verdachte Box Consultants, dat vermogensbeheerder is van leden van het Koninklijk Huis en veel andere rijke en bekende Nederlanders. Eén van de twee is Pieter-Paul Saasen, die lid was van de NBA Stuurgroep Publiek Belang en hoofd van de controlepraktijk bij BDO. Saasen legde beide functies naar aanleiding van de kwestie neer.
Fraude
In 2013 stelde de FIOD een strafrechtelijk onderzoek in naar twee vermogensbeheerders en hun bestuurders, waaronder het Waalrese Box Consultants. Justitie verdenkt Box van het achterover drukken van acht miljoen euro aan provisies. In de fraudezaak werden in 2016 invallen gedaan bij Box en bij BDO in Eindhoven. Box ging eerder dit jaar met getuigenverhoren tijdens de strafzaak in de tegenaanval, met als doel om aan te tonen dat het ten onrechte van fraude is beschuldigd door justitie.
Berisping niet passend
De twee BDO-accountants werden vorig jaar door de Accountantskamer berispt vanwege onvoldoende kritisch en zorgvuldig handelen bij de controle van de jaarrekeningen van de Waalrese vermogensbeheerder. Die berisping is geen passend antwoord op de geconstateerde tekortkoming, vindt het CBb nu. De twee BDO’ers hadden bij de controle van de jaarrekening van Box op één onderdeel, de betalingen van retrocessies (beloning voor het aanbrengen van klanten), beter moeten opletten. Daarvoor volstaat een waarschuwing, oordeelt het CBb.
Onvoldoende professioneel-kritische instelling
Het College is met de accountantskamer van oordeel dat de BDO’ers het verwijt treft dat zij de geconsolideerde jaarrekeningen 2010-2014 van Box op het punt van de verantwoording van betalingen uit de retrocessies met een onvoldoende professioneel-kritische instelling hebben gecontroleerd. Naar het oordeel van het College hadden ze de retrocessies als significant controlerisico dienen aan te merken. Het viel namelijk niet uit te sluiten dat uit nader onderzoek zou blijken dat ten onrechte geen betalingen aan cliënten plaatsvonden. De BDO’ers zijn bij de controle van de jaarrekeningen te lichtvaardig uitgegaan van de juistheid van de opvatting van het bestuur van de entiteit, oordeelt het CBb.
Geen tegenwerking strafonderzoek
De uitspraak is een flinke tegenvaller voor het OM, dat in hoger beroep had aangevoerd dat één van de beide accountants het strafonderzoek tegen Box frustreerde. Die beschuldiging wijst het CBb echter van de hand: ‘Naar het oordeel van het College valt het [naam 1] , gezien de context van het getuigenverhoor en de omstandigheid dat hij over het strafrechtelijk kader waarin hij werd gehoord in het ongewis werd gelaten, niet aan te rekenen dat hij tijdens het getuigenverhoor, en zeker bij aanvang van het verhoor, enigszins op zijn hoede is gebleven en bij de beantwoording van sommige vragen enige reserve aan de dag heeft gelegd. Het feit dat over de aard van het strafrechtelijk onderzoek een misverstand kon ontstaan, dient naar het oordeel van het College voor rekening te komen van de verhorende opsporingsambtenaren, die in hun vraagstelling onvoldoende duidelijk zijn geweest en, indien zij niet tevreden waren over de beantwoording, hebben nagelaten (voldoende) door te vragen.’
Geef een reactie