Ondernemers in de provincies Drenthe en Friesland maken het minst gebruik van de steunmaatregelen in verband met de coronacrisis, blijkt uit CBS-cijfers. In die provincies is de netto-arbeidsparticipatie in het derde kwartaal wel het sterkst gedaald.
Iets meer dan 40% van de Friese en Drentse ondernemers met twee of meer werkzame personen heeft gebruik gemaakt van een steunmaatregel. Relatief gezien doen bedrijven in Noord-Holland het meeste beroep op een regeling: 54% van alle bedrijfsvestigingen kreeg daar in het derde kwartaal steun. Daarna volgen Limburg (51%) en Zuid-Holland (49%). In de drie noordelijke provincies zit het percentage onder de 45: in Groningen heeft 44% van de bedrijven overheidssteun, in Drenthe is dat 42% en Friesland sluit de rij met 41%.
Geen relatie steun en arbeidsparticipatie
De netto-arbeidsparticipatie (de werkzame beroepsbevolking als percentage van de bevolking) is in Nederland gedaald van 69,0% in het derde kwartaal van 2019 naar 68,2% in het derde kwartaal van 2020. Drenthe en Friesland gaan aan kop met een afname van 1,2 procentpunt; Groningen en Zeeland hebben de kleinste daling in de netto-arbeidsparticipatie: 0,1 procentpunt. Noord-Holland, de provincie waar de meeste bedrijven overheidssteun genieten, telt met -1,1 procentpunt een vrijwel gelijke daling in de arbeidsparticipatie. ‘Een eventuele causale relatie tussen het gebruik van de financiële steunmaatregelen door bedrijven en het effect op de arbeidsmarkt en economische groei is niet onderzocht en kan op basis van deze gegevens niet worden vastgesteld’, laat het CBS dan ook weten.
Flevoland boekt minste krimp
Flevoland telde in het derde kwartaal de minste economische krimp: die was maar 0 tot 1% vergeleken met een jaar eerder. Met name de detail- en groothandel deden het goed, aldus het CBS. De economie in Noord-Holland kromp het sterkst: met meer dan 5%. Drenthe en Friesland noteren afnames van 1 tot 2%.
Bron: CBS
Geef een reactie