De weinig schuldbewuste boekhouder die er met zijn gegraai in de kas voor zorgde dat de kleine Irenekerk in Ridderkerk haar deuren moet sluiten heeft bij de rechtbank Rotterdam een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden en de maximale taakstraf van 240 uur opgelegd gekregen. Omdat er tussen David K. en de protestantse kerk al een vaststellingsovereenkomst was opgesteld met betrekking tot het verduisterde bedrag van ruim € 126.000,- wordt de vordering van een schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard.
Uitspraak: ECLI:NL:RBROT:2021:940
Gegraai en bekentenis
K., die volgens RTV Rijnmond opgeleid is als accountant, begon in 2014 met zijn gegraai in de kas van de Irenekerk toen hij nog een goede baan had als IT-er. “Ik weet niet wat mij heeft bezield. Ik weet gewoon niet hoe het komt”, zei hij tijdens de rechtszitting. Ook na een burn-out bleef de boekhouder doorgaan met het verduisteren van geld van de kerkgemeenschap. “Ik wilde op dezelfde manier blijven doorleven.” In een e-mail aan het bestuur van de Irenekerk biechtte hij uiteindelijk zijn daden op en gaf hij aan het geld te hebben ontvreemd vanwege zijn verslechterde financiële situatie: “Ik realiseer mij dat dit niet de meest chique oplossing was, dus dan ook mijn excuses daarvoor.”
Terugbetalingsregeling onvoldoende, kerkdeuren dicht
De Irenekerk kwam een terugbetalingsregeling overeen met K., maar dat bleek onvoldoende voor de kleine kerkgemeenschap om te kunnen overleven. Het kerkgebouw is inmiddels verkocht aan een projectontwikkelaar die er drie huizen gaat bouwen. In mei vindt de laatste dienst plaats als de coronamaatregelen dat toelaten.
Strafzaak
Het OM had onder meer een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden geëist tegen K. De rechtbank neemt dat nu over en schetst in de uitspraak waar die straf op is gebaseerd:
‘De verdachte trad op als administrateur/boekhouder voor een kleine kerkgemeente, [naam kerk] in [plaatsnaam] , sinds februari 2013. Hij had als taak om onder andere de spaarrekening te beheren en op verzoek van de bevoegde personen geld van die spaarrekening over te boeken naar de betaalrekening. Kort nadat hij eind 2013 een betaalpas met bijbehorende pincode van die rekening in zijn bezit kreeg, heeft hij tot medio mei 2017 geld van die rekening verduisterd.
De verdachte heeft verklaard dat hij dat voornamelijk deed om zijn levensstijl te blijven bekostigen nadat hij arbeidsongeschikt raakte door een burnout. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de verdachte al geruime tijd voor zijn burnout geld heeft verduisterd. De verdachte heeft het geld gebruikt om meerdere synthesizers, een opleiding, zijn bruiloft, auto’s en andere luxegoederen van te kopen.
Achteraf is gebleken dat de verdachte eerder lichtzinnig schulden is aangegaan. Zo had de verdachte een forse studieschuld en een schuld van tienduizenden euro’s bij een bank.Hij is in gemeenschap van goederen gehuwd met zijn vrouw die juist in de veronderstelling verkeerde dat de verdachte zijn zaken financieel op een rijtje had, omdat hij altijd een goede baan had gehad.
Door geld te verduisteren heeft de verdachte het in hem gestelde vertrouwen op een grove wijze beschaamd. Het betreft een kleine kerkgemeenschap die elk jaar al fors verlies leed. De verdachte was daarvan op de hoogte en heeft zelfs applaus in ontvangst genomen toen hij – gelet op die verliezen – zijn jaarlijkste onkostenvergoeding ter hoogte van honderd euro afstond. Doordat er bijna honderddertigduizend euro door de verdachte is verduisterd, heeft de kerk het kerkgebouw moeten verkopen.
De verdachte heeft meegewerkt aan het onderzoek , maar daar staat tegenover dat de verdachte weinig daadkracht heeft getoond in het werken aan zijn problematiek waarvan hij zich kennelijk wel bewust is. Ook blijkt uit het dossier dat de verdachte, terwijl hij op dat moment al een schuldbekentenis had getekend, in november 2018 goederen had besteld die niets met levensonderhoud te maken hadden terwijl hij met dat geld ook extra had kunnen aflossen aan de kerk. De spijt die de verdachte stelt te hebben komt dus meer in woord dan in daad tot uiting.’
Geen schadevergoeding
De Irenekerk had in de zaak tegen K. ook een vergoeding van € 96.886,19 aan materiële schade en een vergoeding van € 3.000,- aan immateriële schade gevorderd. Die vorderingen worden echter niet toegewezen. De kerk en de boekhouder kwamen namelijk al een schuldbekentenis overeen waarin afspraken werden gemaakt over de schuld, de afbetaling hiervan en de te verschaffen zekerheden. De rechtbank is van oordeel dat de schuldbekentenis een vaststellingsovereenkomst is in de zin van arftikel 7:900, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek. Dit document is immers door partijen opgemaakt en ondertekend ter beëindiging of ter voorkoming van onzekerheid of geschil over wat tussen hen rechtens geldt en partijen hebben zich tegenover elkaar aan een vaststelling daarvan gebonden. Partijen zijn hieraan gebonden en zodoende is het voor de benadeelde partij in beginsel niet mogelijk om haar geleden schade nu alsnog (via een omweg) door het indienen van een vordering benadeelde partij te verhalen.
Jammer dat de Kerkenraad met niet juist heeft aangevlogen. Het is ook lastig voor mensen die er kennis en ervaring niet hebben en denken niet te heoeven hebben. Ik ga, als brood-en gebaknodige aanvulling op mijn AOW, ook maar eens een kerk(je) opzoeken waar ik tot € 500 per uur (120K /240h) kan verdienen door de zaak te flessen. Of maakte geld niet gelukkig?