De wijzigingen op het gebied van de overdrachtsbelasting hebben in december, januari en maart voor grote pieken gezorgd in de huizenverkoop, analyseert hypotheekadviesketen Van Bruggen.
In het eerste halfjaar van 2021 zijn er 119.414 woningverkopen afgerond: 12% meer dan in de eerste helft van 2020. Volgens Van Bruggen heeft de afschaffing van de overdrachtbelasting voor jongeren en gelijktijdig de verhoging voor beleggers een stevige vinger in de pap. Dat was in december al te zien, toen de woningverkopen 16% hoger uitpakten dan een jaar eerder: ‘December is altijd al een maand waarin de meeste woningtransacties plaatsvinden, maar dat was vorig jaar extreem. Onder andere doordat nog veel beleggers een beleggingspand wilden laten passeren bij de notaris, voordat per 1 januari 2021 de overdrachtsbelasting naar 8% ging.’ Januari leverde weer een piek op (plus 40%), nu doordat veel starters de overdracht had uitgesteld om van de startersvrijstelling gebruik te kunnen maken. Vervolgens liet ook maart weer een stijging zien (van 36%) en dat had te maken met het beperken van de startersvrijstelling tot huizen van maximaal € 400.000 per 1 april. ‘Deze drie pieken zijn voor een belangrijk deel ook de oorzaak van een dip in november 2020, februari 2021 en mei 2021. Afgelopen juni zagen we nagenoeg evenveel passeringen als in juni 2020.’
Hypotheekrente daalt niet mee met marktrente
Het adviesbedrijf signaleert verder dat de gedaalde marktrente door geldverstrekkers niet wordt doorvertaald in een lagere hypotheekrente. ‘De marktrente is de laatste drie maanden met ongeveer een kwart procentpunt gedaald. Maar die daling zien we niet terug in lagere hypotheekrentes.’ De trend dat de hypotheekrente met vertraging de kapitaalmarktrente volgt, is eind vorig jaar doorbroken, aldus Van Bruggen: toen werden stijgingen ook al niet doorgegeven. ‘De meest hypotheekverstrekkers durfden de rente niet te verhogen. Ze waren bang om de hypotheekproductie te verliezen.’
Geef een reactie