Volgens het EY Global Integrity Report van 2022 is meer dan de helft (55%) van de werknemers en leiders van bedrijven wereldwijd van mening dat de normen van bedrijfsintegriteit de afgelopen achttien maanden hetzelfde zijn gebleven of achteruit zijn gegaan.
Lastiger door pandemie
Bijna alle respondenten in de enquête zijn het eens met de stelling dat integriteit belangrijk is in hun organisatie, maar 41% zegt dat de COVID-19-pandemie het moeilijker maakt om zakelijk integer te handelen. Uit de enquête, waarin meer dan 4.700 werknemers, managers en bestuursleden uit 54 landen en gebiedsdelen om hun mening werd gevraagd, blijkt dat leiders het lastig vinden om een sterke en effectieve integriteitscultuur binnen hun bedrijf te creëren en te communiceren.
Toename
42% van de respondenten op bestuursniveau is het eens met de stelling dat onethisch gedrag van senior managers en high performers in hun organisatie door de vingers wordt gezien. Dat is een ruime toename ten opzichte van 2020 toen 34% het met de stelling eens was. 34% van de bestuursleden is het eens met de stelling dat het gemakkelijker is om bedrijfsregels in hun organisatie te omzeilen dan in 2020. Ook dit aantal is flink toegenomen (was 25% in 2020).
Andrew Gordon, EY Global Forensic & Integrity Services Leader: “Bij bedrijven in de hele wereld hebben de integriteitsnormen een flinke klap gekregen van de COVID-19-pandemie. Door de verandering in werkwijzen gedurende de COVID-19-pandemie is het risico van fraude en onethisch gedrag groter geworden. Door hybride werken wordt het moeilijk om effectief op naleving te monitoren, en tijdens een crisis neemt het frauderisico doorgaans toe, omdat bedrijven en individuen onder hogere financiële druk staan.”
Vaker gedragscode
De afgelopen twaalf maanden is er meer geïnvesteerd in initiatieven op het gebied van integriteit en naleving: anderhalf jaar geleden had 47% van de ondervraagde organisaties een gedragscode ingesteld, nu is dat 53%. Ook zijn er meer opleidingsprogramma’s: 46% van de bedrijven geeft periodiek training over relevante juridische, regelgevende of professionele vereisten, tegen 38% in 2020. De enquête maakt echter duidelijk dat deze toegenomen investering niet effectief wordt gecommuniceerd en dat het senior management de effectiviteit van de programma’s voor bedrijfsintegriteit vaak overschat.
Andrew Gordon: “Organisaties investeren meer in communicatie en opleidingsprogramma’s, maar dit is niet genoeg. Tussen investering in actie en werkelijke verandering loopt een scheidslijn die zorgen baart. Een sterke integriteitscultuur is essentieel, en bedrijven moeten beoordelen wat werkt en wat verbeterd moet worden.” Niet alleen ontbreekt het aan bewustzijn, ook lijkt er weinig begrip te zijn van het kritieke belang van integriteit, afgezien van naleving van regels en voorschriften. Slechts een derde (33%) van de respondenten zegt dat zich gedragen volgens ethische normen een belangrijk kenmerk van integriteit is.
Ethisch manco aan de top
De enquête vestigt de aandacht op nog een tegenstrijdigheid op het vlak van gedrag. Onder de hoogste bestuurders lijkt er een bereidheid te bestaan om de regels te omzeilen. De kans dat bestuursleden die in het kader van het onderzoek werden ondervraagd, financiële administratie vervalsen, is vijf keer zo groot als bij werknemers (15% tegenover 3%) en de kans dat bestuursleden zich bereid verklaren om eventueel externe derden zoals auditors te misleiden, is zes keer zo groot (18% tegenover 3%).
De respondenten in de enquête gaven als voornaamste reden om wangedrag in hun organisatie niet te melden dat ze bang zijn dat er toch niets aan gedaan wordt (38%). Bijna een op de drie respondenten geeft aan bezorgd te zijn over het toekomstige carrièreverloop in hun organisatie. 36% vindt dat het gemakkelijker is om zorgen te melden. Dit aantal is licht gedaald ten opzichte van 2020 (toen 39%).
Bron: EY
Geef een reactie