Vanaf 1 april wordt het voor huizenkopers in Amsterdam verplicht om hun gekochte huis zelf te gaan bewonen. Het geldt voor woningen met een WOZ-waarde tot 512.000 euro.
Door de grens te leggen bij 512.000 euro wordt 60 procent van de koopwoningen in Amsterdam beschermd tegen opkoop. Die grens is relatief hoog, maar dat komt doordat de koophuizen in de stad duur zijn. De eerste vier jaar na aankoop mogen huizenkopers hun woning niet verhuren. De ‘zelfwoonplicht’ geldt voor de hele stad.
Starters
‘Met de opkoopbescherming voor bestaande koopwoningen maken starters en middeninkomens meer kans op een koophuis, omdat ze niet meer afgetroefd worden door beleggers die woningen opkopen om ze daarna tegen torenhoge prijzen te verhuren’, zegt woonwethouder Jakob Wedemeijer. De gemeenteraad moet over een kleine twee weken officieel nog akkoord gaan met de maatregel. Maar een woordvoerster van Wedemeijer verwacht daar geen obstakels.
Meer gemeenten
Amsterdam is niet de enige gemeente waar opkoopbescherming van kracht is of wordt. In Rotterdam geldt in zestien wijken zo’n regeling voor huizen met een WOZ-waarde tot 355.000 euro. Ook tientallen andere gemeenten hebben een zelfbewoningsplicht of zijn bezig met zo’n regeling.
Uitzonderingen
Op de zelfbewoningsverplichting zijn een paar uitzonderingen. Zo mag een huis wel worden verhuurd aan directe familieleden (ouders, kinderen, broers, zussen) of tijdelijk worden verhuurd, bijvoorbeeld tijdens een verblijf in het buitenland. Ook woningen die onlosmakelijk horen bij een bedrijfsruimte, kantoor of winkel mogen worden verhuurd.
Geef een reactie