In het vierde kwartaal van 2021 bedroegen de vrije besparingen van huishoudens 17,1 miljard euro. Dat is bijna 5 miljard euro minder dan in het vierde kwartaal van 2020. Dit komt vooral door een toename van de consumptieve bestedingen. Mede door de gestegen prijzen nam de consumptie door huishoudens toe. De lagere vrije besparingen hebben ervoor gezorgd dat huishoudens hun financieel vermogen minder konden versterken. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
Hoewel in het vierde kwartaal van 2021 het beschikbaar inkomen met 4,6 miljard euro is toegenomen ten opzichte van het vierde kwartaal van 2020, namen de consumptieve bestedingen met 9,6 miljard euro toe. Het is het derde opeenvolgende kwartaal dat de vrije besparingen lager uitkomen dan een jaar eerder. De afgelopen kwartalen stegen de consumptieve bestedingen sterker dan het beschikbaar inkomen. In 2020 waren de vrije besparingen relatief hoog door de coronabeperkingen die er toen waren.
Stijging consumptieve bestedingen door inflatie en effecten van lockdown
De consumptieve bestedingen zijn 9,6 miljard euro hoger dan in het laatste kwartaal van 2020. In volume hebben huishoudens meer geconsumeerd in het laatste kwartaal van 2021 en is ook de inflatie verder toegenomen. De prijzen waren 4,2 procent hoger dan in het vierde kwartaal van 2020. Door de gestegen prijzen komen de consumptieve bestedingen bijna 3,8 miljard euro hoger uit. Vooral bij energie en water zorgen de gestegen prijzen voor een toename van de consumptie. De consumptieve bestedingen aan energie en water zijn met bijna 1,3 miljard euro toegenomen. Voor circa 1,2 miljard euro komt dit door de gestegen prijzen. In de categorie brandstoffen en overige goederen hebben de gestegen prijzen een drukkend effect van ruim 800 miljoen euro op de besparingen.
Aanwending besparingen
In het vierde kwartaal van 2021 waren de vrije besparingen van huishoudens bijna 5 miljard euro lager dan in het vierde kwartaal van 2020. De investeringen in niet-financieel bezit zijn met 1,1 miljard toegenomen. Bij huishoudens gaat het vooral om investeringen in (nieuwbouw)woningen. Het grootste deel van minder besparingen ging ten koste van de versterking van het financieel vermogen. Huishoudens hebben per saldo vooral minder aandelen gekocht. Ook groeide het bezit van chartaal geld en deposito’s minder sterk. Daarnaast hebben huishoudens meer woninghypotheken opgenomen dan afgelost.
Bron: CBS
Geef een reactie