Een voormalig administratief medewerkster moet ruim €230.000 aan onrechtmatige onttrekkingen en ruim €25.000 aan onderzoekskosten terugbetalen, heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch geoordeeld. De vrouw onttrok het geld toen ze in dienst was bij de inmiddels niet meer bestaande school De Vliedberg in Goes en wist dat enkele jaren te verdoezelen. Bij het voorbereiden van de jaarrekening 2017 kwam het frauduleuze handelen uiteindelijk aan het licht. De vrouw bekende eind 2018 aanvankelijk en stortte bijna een halve ton terug, maar ontkende ook in eerdere jaren geld te hebben verduisterd. Het hof vindt echter dat de school de vordering, met behulp van een accountant die als partijdeskundige onderzoek verrichte naar de onregelmatigheden, voldoende heeft onderbouwd.
Geld onttrokken, bekentenis
De Vliedberg exploiteerde een Orthopedagogisch en Didactisch Leercentrum waarin diverse scholen uit Zeeland participeerden. De vrouw verrichtte onder andere in de periode 2012 tot 2018 als administratief medewerkster werkzaamheden voor de Vliedberg. Ze boekte in haar functie de facturen en bankmutaties in de administratie, verzorgde de betalingen en beschikte over de bankpassen van de Vliedberg.
Bij het voorbereiden van de jaarrekening 2017 werd geconstateerd dat er in 2017 en 2018 geld was onttrokken aan het vermogen van de Vliedberg, blijkt uit de uitspraak van het hof. Twee speciaal daarvoor ingehuurde financieel medewerkers hadden op 1 november 2018 een gesprek met de vrouw, waarin ze haar confronteerden met hun bevindingen. In een samenvatting van het gesprek schreven ze onder meer dat de vrouw direct bekende en spijt betuigde dat ze de opnames en onrechtmatige (pin)betalingen had gedaan. Nog dezelfde betaalde ze € 49.946,99 aan de Vliedberg terug, wat volgens de vrouw kon omdat ze net haar huis had verkocht en met haar gezin inmiddels in een vakantiewoning huisde. Dat bedrag was volgens de financieel medewerkers in 2017 en 2018 door de vrouw achterover gedrukt. Tegenover de ingehuurde financieel medewerkers ontkende ze ook in 2016 of eerdere jaren onrechtmatige kasopnames of betalingen had verricht.
Accountant als partijdeskundige ingehuurd
Op verzoek van de Vliedberg deed een accountant vervolgens onderzoek naar onregelmatigheden in de financiën en financiële administratie van de Vliedberg over de jaren 2012 tot en met 2016. De accountant is geregistreerd in het Landelijk Register van Gerechtelijk Deskundigen (LRGD). Hij rapporteerde zijn opdracht te hebben uitgevoerd in overeenstemming met de richtlijnen NBA, handreiking 1112 Persoonsgerichte onderzoeken en de richtlijnen LRGD. De accountant kwam in zijn rapport in juni 2019 tot de conclusie dat er voor in totaal €231.423,87 aan geconstateerde onregelmatigheden terug was te vinden in de boeken over de periode 2013 tot en met 2016. Over een kleine €17.000 daarvan kon volgens hem met ‘aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid’ de conclusie worden getrokken dat de uitgaven onregelmatigheden betreffen die toe te rekenen zijn aan de administratief medewerkster. Met betrekking tot de andere posten kan volgens de accountant op grond van de feiten, dat de uitgaven hebben plaatsgevonden met bankpassen die aan de vrouw ter beschikking stonden en dat die uitgaven door haar zijn verdoezeld in de administratie, de conclusie worden getrokken dat er bij deze posten sprake is van onregelmatigheden die toe te rekenen zijn aan de vrouw.
Op 14 juni 2019 stuurde de accountant een concept van het rapport aan de vrouw. Een week later mailde ze hem terug:
“Geachte [Persoon A] ,
Ik ben erg geschrokken van de omvang van het concept deskundigenbericht.
Ik er nog niet aan toe gekomen om alle bijlagen door te nemen, ook is het erg confronterend.
Ik had dit allemaal nooit mogen doen, het waren niet de leukste jaren op de Vliedberg nadat [naam 1] vertrokken was en we te horen kregen dat de Vliedberg opgeheven zou worden.
Dit alles is natuurlijk geen excuus.
Ook ben ik erg benieuwd wat er nu verder gaat gebeuren, heb er slapeloze nachten van.
Wellicht mag/kan ik een afspraak met u maken om eea door te spreken.”.
Rechtszaak
De Vliedberg spande daarna een rechtszaak aan tegen de vrouw, waarin op grond van onrechtmatig handelen werd gevorderd dat ze het door de accountant berekende onttrokken bedrag moest terugbetalen en daarnaast onder meer de onderzoekskosten van zo’n €35.000 en de buitengerechtelijke kosten van €15.000. De onderzoekskosten werden door de rechtbank afgewezen, de andere vorderingen werden toegewezen.
Hoger beroep
De vrouw tekende hoger beroep aan en ontkende bij het hof onder meer dat de terugbetaling als schuldbekentenis moest worden gezien. De zaak was ondertussen overgenomen van de Stichting Vliedberg door de Stichting Scholengroep Pontes, aangezien de Vliedberg inmiddels niet meer bestond. Het hof oordeelt onder meer dat er geen enkel aanknopingspunt in het dossier te vinden is op grond waarvan moet worden getwijfeld aan de juistheid van de samenvatting van de twee ingehuurde financiële medewerkers van het gesprek dat ze met de vrouw hadden. Het hof stelt dan ook in rechte vast dat de vrouw het bedrag van € 49.946,99 aan de Vliedberg heeft terugbetaald en dat zij dit bedrag eerder had onttrokken aan het vermogen van de Vliedberg.
Het hof stelt voorop dat het aan de Vliedberg/Pontes is om haar vordering op de vrouw te onderbouwen. Met het overleggen van het rapport van de partijdeskundige heeft zij hieraan voldaan. Volgens de accountant/partijdeskundige is niet gebleken dat de aangeleverde administratie niet volledig zou zijn. De vrouw voerde in hoger beroep aan dat dat wel het geval zou zijn. De school zou delen van de administratie niet aan de accountant hebben verstrekt; de door hem geconstateerde ontbrekende bonnen en facturen zijn er volgens haar wel geweest. Ter onderbouwing verwees ze daarbij ook naar de jaarlijkse controle door en de goedkeuring van DRV.
Rol samenstellend accountant
Het hof is echter onder meer van oordeel dat het dossier geen enkel aanknopingspunt biedt voor de stelling van de vrouw dat de Vliedberg niet de volledige administratie aan de partijdeskundige heeft verstrekt door bonnen/facturen achter te houden of te vernietigen. Dat de accountant bij het opstellen van de jaarstukken over de betreffende jaren niet heeft geconstateerd dat bonnen en facturen niet aanwezig waren, is geen of onvoldoende onderbouwing voor deze stelling. Zoals uit het rapport van de partijdeskundige blijkt, vergt het een minutieus onderzoek per kleine transactie om de onregelmatigheden te kunnen vaststellen. Gesteld noch gebleken is dat het de taak is van een accountant die de jaarstukken opmaakt, om een dergelijk minutieus onderzoek te verrichten.
Het hof verwerpt aldus de stelling dat de boekhouding in de tijd dat de vrouw bij de Vliedberg werkzaam was, wel compleet was in de zin dat iedere transactie was onderbouwd met een bon of een factuur.
Het enkele feit dat een bon of een factuur ontbreekt, leidt niet tot de conclusie dat er sprake is van door de vrouw gepleegde malversaties. Uit het rapport van de accountant/partijdeskundige blijkt immers dat het ontbreken van bonnen/facturen voor de door hem aangeduide categorie b.1. bovendien gepaard ging met het verbloemen van deze onttrekkingen in de boekhouding door:
- het boeken van fictieve bedragen en fictieve namen en omschrijvingen
- het boeken van juiste betalingen voor hogere bedragen in de boekhouding en
- het niet boeken van ontvangsten.
Categorie b.2. betreft onttrekkingen die qua tijdstip en plaats opvielen. Het betrof onttrekkingen in de weekenden en avonduren bij o.a. Supermarkt Overveld, Agrimarkt, ETOS, Bol.com en Blokker. Deze onttrekkingen werden wel geboekt als gelijksoortige betalingen maar op andere data.
Bewijs geleverd
Het hof is al met al van oordeel dat de Vliedberg/Pontes het vereiste bewijs geleverd heeft van haar stellingen op grond waarvan zij haar vordering heeft ingediend. Samenvattend verwijst het hof daarvoor naar:
- het feit dat de vrouw in haar functie de facturen en bankmutaties boekte in de administratie, de betalingen verzorgde en beschikte over de bankpassen van de Vliedberg
- zij ten overstaan van de twee financieel medewerkers heeft erkend in de jaren 2017 en 2018 bijna € 50.000,00 te hebben onttrokken;
- zij dit bedrag ook heeft terugbetaald;
- de hiervoor aangehaalde uitspraak die de vrouw ten overstaan van de partijdeskundige heeft gedaan (de gewenste schone lei) en de inhoud van haar e-mail van 21 juni 2019 (ik had dit allemaal nooit mogen doen);
- de inhoud van het rapport van de partijdeskundige met de tot dit rapport behorende kopieën van alle bankafschriften waarop de relevante transacties blijken; het gaat hier om ruim 300 pagina’s;
- de constatering van de partijdeskundige dat het beeld per jaar globaal vergelijkbaar is met de aard en de omvang van de geconstateerde onregelmatigheden in 2017.
Geef een reactie