
Een VOF heeft bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) vergeefs geprobeerd een hogere TVL-tegemoetkoming te krijgen. De RVO heeft terecht de verkoop van een bus als omzet berekend; een bericht op de website van de NBA dat mogelijk tot een andere conclusie kon leiden, kan de onderneming niet baten.
De VOF, een vervoersbedrijf, vraagt in maart 2021 vaststelling van de TVL-subsidie over het laatste kwartaal van 2020 aan. Die komt op ruim € 8.000. Maar de vervoerder vindt dat de vastgestelde omzet van € 94.774 te hoog is. De verkoop van een bus en de gedeeltelijke verhuur van het bedrijfspand hadden niet meegenomen moeten worden, is het verweer: dat is geen reguliere omzet. De VOF verwijst naar een telefoongesprek van de boekhouder met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). ‘Daarbij is verteld dat de verkoop van de bus – een desinvestering – niet voor de omzet meegenomen zou worden.’ Verder heeft het CBb in een eerdere uitspraak het vertrouwensbeginsel toegepast: ‘Uit deze uitspraak volgt dat tussen 5 februari 2021 en 16 november 2021 een bericht op de website van de NBA stond, waaruit blijkt dat RVO aan de NBA kenbaar heeft gemaakt dat desinvesteringen buiten de omzet vallen en dat RVO de mogelijkheid biedt om dit, onderbouwd met bewijsstukken, bij de vaststelling van de subsidie te laten meenemen.’
Bus was al verkocht
Het CBb wijst de eis af. Voor een beroep op het vertrouwensbeginsel is vereist dat de overheid toezeggingen of andere uitlatingen heeft gedaan waaruit kon worden opgemaakt of, en zo ja, hoe het bestuursorgaan in een concreet geval een bevoegdheid zou uitoefenen. ‘Appellante heeft enkel aangevoerd dat tussen haar en verweerder telefonisch contact heeft plaatsgevonden, waarbij verweerder gezegd zou hebben dat de opbrengst van de verkoop van de bus en de huurinkomsten niet meegenomen zouden worden in de omzet.’ En dat is onvoldoende, vindt het college. Ook de verwijzing naar het NBA-bericht legt geen gewicht in de schaal, maar dat is mede vanwege een praktisch detail: ‘Dit bericht is immers pas verschenen nadat [de VOF] haar bus (in december 2020) al had verkocht. Daarnaast betreft het gevolg dat appellante daaraan verbindt, namelijk dat dit zou betekenen dat RVO rond die tijd communiceerde dat desinvesteringen niet betrokken zouden worden bij het bepalen van de omzet, slechts een aanname.’
Geef een reactie