Een door een belastingplichtige in Duitsland aangekochte woning is gefinancierd met leningen die 35 jaar lopen. Daarbij is niet voldaan aan de eis van annuïtaire aflossing. De rechtbank Zeeland-West-Brabant keurt de door de inspecteur opgelegde navorderingsaanslagen goed en verklaart het beroep van de belastingplichtige ongegrond.
Duitse woning
Een man is in dienst van Nederlandse werkgevers en woont in de jaren 2016 tot en met 2019 in Duitsland. De door hem op augustus 2013 aangekochte Duitse woning is gefinancierd met twee leningen bij een Duitse bank. Een lening van € 50.000 en een lening van € 100.000.
Hij geeft in zijn IB-aangifte van 2013 een eigenwoningschuld van € 150.000 aan. De man claimt in de aangiften voor 2016 tot en met 2019 steeds een eigenwoningaftrek. Voor de jaren 2016 tot en met 2018 zijn de aangiften geautomatiseerd verwerkt en gevolgd door de inspecteur. De inspecteur concludeert bij de afhandeling van de aangifte over 2019 echter dat er ten onrechte eigenwoningaftrek is toegepast voor 2016 tot en met 2019.
Nieuw feit
Bij het beoordelen van de navorderingsaanslagen is het van belang of er sprake is van een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt, beoordeelt de rechtbank in de daaropvolgende rechtszaak. Volgens vaste jurisprudentie mag de inspecteur bij het vaststellen van een aanslag IB/PVV uitgaan van de juistheid van de gegevens die een belastingplichtige bij zijn aangifte heeft verstrekt.
De rechtbank concludeert dat de leningen van € 100.000 en € 50.000 langer lopen dan 30 jaar, te weten 35 jaar en er is ook niet voldaan aan de eis van annuïtaire aflossing. Op eerstgenoemde lening is zelfs helemaal niet afgelost.
Verplichting tot aflossen
Op grond van artikel 3.119a van de Wet IB geldt er een contractuele verplichting tot het gedurende de looptijd ten minste annuïtair en in ten hoogste 360 maanden volledig aflossen overeenkomstig artikel 3.119.c en moet aan de verplichting tot aflossing worden voldaan. De blote stelling van de man dat de looptijd van de eerste lening van € 50.000 nog zal worden beperkt, is onvoldoende om te oordelen dat er alsnog aan alle eisen is voldaan.
Er is in dit geval sprake van een nieuw feit, zodat er navorderingsaanslagen konden worden opgelegd. Het was mogelijk dat de man een eigenwoningschuld van vóór 2013 had waarop de nieuwe regels nog niet van toepassing waren. De inspecteur kwam er pas bij het onderzoeken van de aangifte over 2019 achter dat de leningen onder de nieuwe regels vielen.
Schending vertrouwensbeginsel?
De rechtbank overweegt of, afgezien van het volgen van de aangiften gedurende een aantal jaren, de belastingplichtige anderszins de indruk heeft kunnen krijgen van een weloverwogen standpuntbepaling van de inspecteur. Dat daarvan sprake is, is echter in deze zaken niet gesteld of gebleken, zo vindt de rechtbank. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt daarom niet.
Geef een reactie