Goededoelenorganisaties, sportverenigingen en kerken ervoeren de laatste jaren drempels bij het regelen van hun bankzaken als gevolg van het klantonderzoek dat banken moeten doen. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) heeft daarom de afgelopen maanden in nauwe samenwerking met de betrokken brancheorganisaties, het Ministerie van Financiën en DNB gewerkt aan het in kaart brengen van factoren om te bepalen waar de echte risico’s op witwassen en terrorismefinanciering zitten. Het klantonderzoek door banken moet daar voortaan op gaan aansluiten, waardoor de impact voor de not-for-profitsector minder wordt.
Sectorstandaard
De risicofactoren zijn opgesomd in een zogeheten Sector Standaard. Om banken bij het klantonderzoek een goede inschatting te laten maken van de risico’s, beschrijft de standaard een aantal risicoverlagende en risicoverhogende factoren. Als de klant bijvoorbeeld de jaarrekening openbaar maakt of een goededoelenorganisatie een CBF-keurmerk heeft, dan is dat een risicoverlagende factor. Maar als een hulporganisatie werkt in een land waarop sancties van toepassing zijn, dan geldt dat juist als een risicoverhogende factor. In de Sector Standaard worden zo duidelijke richtlijnen gegeven voor gericht klantonderzoek dat uitgaat van de insteek ‘meer waar nodig, minder waar het kan.’
Standaarden voor meer sectoren in de maak
NVB-voorzitter Medy van der Laan: ‘We kunnen niet zonder sportverenigingen of goede-doelen-organisaties. Het is daarom goed dat we onze eerste Standaard juist voor deze sector publiceren.’ Maar daarmee is het werk volgens Van der Laan nog niet klaar: ‘We zijn met veel meer sectoren in gesprek om het klantonderzoek beter te laten aansluiten op de risico’s.’ De NVB hoopt de komende maanden Sector Standaarden voor onder andere sekswerkers, cryptobedrijven, detailhandel en automotivebedrijven te publiceren.
Geef een reactie