Eén op de tien Nederlandse bedrijven en organisaties heeft het afgelopen jaar te maken gehad met meer klachten over grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Dit blijkt uit het jaarlijkse HR-trendonderzoek van Berenschot, Performa en AFAS Software onder meer dan tweeduizend hr-professionals.
Van de duizenden hr-professionals die aan het onderzoek deelnamen wijst 49 procent naar de toegenomen aandacht voor grensoverschrijdend gedrag. Hierdoor merkten organisaties dat één of meerdere zaken niet helemaal goed zitten. Dertien procent geeft aan dat grensoverschrijdend gedrag door de organisatie lang niet serieus is genomen. 68 procent van de hr-professionals geeft aan inmiddels actief aan een open- en veilige (werk)omgeving te werken.
De drie partijen delen de resultaten van dit onderzoek in een tijd waarin er veel te doen is over grensoverschrijdend gedrag bij diverse sport- en mediabedrijven, en van BN’ers. Britt Breure, CSR- en hr-directeur bij AFAS: ‘Je verwacht dat er door deze aandacht meer tijd en vooral ruimte wordt gecreeerd voor de hr-professional om een beeld te vormen over in hoeverre grensoverschrijdend gedrag voorkomt bij organisaties en bedrijven. De werkelijkheid is dat velen hier nog een wereld te winnen hebben.’
Bijzonder cijfer
Tien procent van de mensen geeft aan dat het vooralsnog niet goed lukt om een beeld te krijgen van in hoeverre dit soort gedrag onder collega’s aan de orde is. Bij organisaties en bedrijven die vallen onder Openbaar Bestuur is dat zelfs twintig. Slechts twee procent bevestigt het bestaan van dit soort problemen te lang niet serieus genoeg te hebben genomen. Dat cijfer is bijzonder want het overgrote merendeel van de hr-professionals geeft namelijk aan van de eigen organisatie wél voldoende ruimte te krijgen om te werken aan het tegengaan van grensoverschrijdend gedrag. Slechts twee procent geeft aan van niet.
Bijna niemand geschrokken
Het aantal klachten over ongewenste intimiteiten, vernedering, racisme, uitbuiting en pesten op de werkvloer is toegenomen, geeft gemiddeld tien procent van de respondenten aan – waarschijnlijk als reactie op recente incidenten. Hans van der Spek, manager kenniscentrum Mens&Organisatie bij Berenschot: ‘Het zou goed kunnen dat mensen zich meer op hun gemak voelen om zich te melden. Ze staan niet langer alleen.’
Met alle publieke aandacht hoeft het niet perse zo te zijn dat er nu vaker sprake is van sociale onveiligheid of ongewenste situaties, wel kunnen we concluderen dat er steeds meer aandacht is voor dit onderwerp en dat maakt ook dat meer slachtoffers zich durven uit te spreken. Desalniettemin wordt er bij gemiddeld 22 procent van de organisaties nog steeds niet actief gewerkt aan het creëren van een open en veilige (werk)omgeving. Veertien procent geeft daarbij aan dat er wél actief aan gewerkt zou moet worden. Opvallend genoeg is bijna geen enkele hr-professional (1%) geschrokken van het aantal meldingen binnen de eigen organisatie.
Actief bijdragen
‘De cijfers laten zien dat bijna zeventig procent van de organisaties initiatieven ontplooit om te werken aan een veilige omgeving met als belangrijkste drijfveer de verbetering van de prestaties van de organisatie’, aldus Van der Spek. ‘Denk aan onderzoek onder medewerkers, in gesprek gaan, beter communiceren en voorbeeldgedrag van leidinggevenden. De inzet van vertrouwenspersonen wordt veel genoemd.’
Bijna een kwart van de ondervraagden (24%) merkt dat de behoefte aan vertrouwenspersonen is toegenomen, gemiddeld vindt slechts drie procent dat het aantal meldpunten in hun organisatie niet op orde is. Breure: ‘Dat klinkt als een discrepantie. Aan die behoefte moet je als organisatie gehoor geven. Het is een voorwaarde voor een open en veilige werkomgeving waarin iedereen beter presteert. Denk als hr-professional ook actief na over je eigen rol en hoe je zelf kunt bijdragen aan een veiliger omgeving. We hebben inmiddels een steeds beter begrip van de elementen die een rol spelen bij een sociaal veilig werkklimaat; het gaat dan met name om inclusiviteit, waardering, samenwerking en feedback, en leiderschap.’
Geef een reactie