Opnieuw is een advocaat van Gerard Sanderink tegen een flinke tuchtmaatregel aangelopen. De Limburgse strafpleiter Paul Acda is voor een half jaar geschorst vanwege ‘bankieren’ voor zijn cliënt. De schorsing is de zwaarste maatregel tot nu toe voor een advocaat die werkzaamheden heeft verricht voor Sanderink.
Eerder kreeg Acda een sanctie van zes weken opgelegd vanwege een lastercampagne tegen Sanderinks ex-geliefde die de advocaat in opdracht van de Strukton-topman had gefinancierd. De lastercampagne betrof beschuldigingen van fraude, diefstal, cybercrime en andere ernstige misdrijven. Sanderink zelf kreeg eerder al uitingsverboden opgelegd in de zaak, maar via Acda’s kantoor probeerde hij toch de campagne voort te zetten.
Derdengeldenrekening
De deken stelde vervolgonderzoek in. Uit dat onderzoek is gebleken dat Acda met de derdengeldenrekening van zijn kantoor bankierde voor Sanderink en zijn echtgenote Rian van Rijbroek. Het echtpaar ‘parkeerde’ volgens de raad van discipline langdurig vele tonnen op die rekening. Advocaat Acda voerde daarmee betalingen uit en verstrekte leningen die verder geen direct verband hielden met zijn dienstverlening als advocaat van Sanderink. Vanaf de derdengeldenrekening werden in totaal twaalf declaraties van in totaal 441.500 euro gedaan. Deze betalingen moeten volgens de raad als bankieren worden gezien
Wwft
Dat is volgens de raad strijdig met de advocatenwet. Omdat vaststaat dat het kantoor van Acda gelden van Sanderink heeft beheerd, diende volgens de raad zijn kantoor aangemerkt te worden als een ‘financiële instelling’ waar de Wwft van toepassing op is. Het was in dat geval Acda’s verplichting erop toe te zien dat zijn rekening niet gebruikt werd voor witwassen. Acda heeft weliswaar de identiteit van zijn cliënt vastgesteld, maar had volgens de raad meer moeten doen.
Zwak verweer
Acda verdedigde zich bij de tuchtrechter door te stellen dat bij hem ‘onvoldoende kennis aanwezig was over de regelgeving omtrent het in ontvangst nemen en betalen van derdengelden en de uit de Wwft voortvloeiende verplichtingen’. Ook zou zijn beoordelingsvermogen ‘vertroebeld’ zijn geweest vanwege klachten die verband hielden met overspannenheid. Acda probeerde in zijn verweer nog aan te geven dat het geld echt alleen ‘geparkeerd’ op zijn rekening stond, maar de raad gaat hier niet in mee. Het zonder noodzaak parkeren van geld op een derdengeldenrekening is bovendien ook niet toegestaan, aldus de raad.
Aanzien geschaad
Ze noemt Acda’s handelen ‘bijzonder kwalijk’. Met zijn handelen, dat gedurende lange tijd plaatsvond en zich over meerdere dossiers uitstrekte, heeft hij het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Ondanks dat de advocaat zijn spijt heeft betuigd, blijkt uit zijn verweer weinig inzicht in de daadwerkelijke ernst van zijn handelen. Acda is sinds 2007 advocaat. Gedurende vijf jaar werkte hij bij het kantoor van Geert-Jan Knoops. Daarna startte hij een eigen praktijk in Roermond.
Lees hier de volledige uitspraak.
Geef een reactie