Staatssecretaris Van Rij antwoordt op vragen over de vermeende belastingontwijking van Charlene de Carvalho-Heineken, the queen of beer. Hoewel hij niet op haar individuele geval wil ingaan, heeft de wetgever volgens hem indertijd goed nagedacht over dividendbelasting.
Een paar weken geleden schreef NRC over de manieren waarop Heineken-erfgename Charlene de Carvalho haar dividendbelasting minimaliseert. In het artikel werd gesteld dat zij 16 miljard euro minder betaalt dan zou moeten. Het leidde tot Kamervragen van Groenlinks-PvdA en de SP.
Prioriteit
Staatssecretaris Van Rij: ‘De in het artikel omschreven materie raakt aan de belastingheffing van zogenoemde ‘high net worth individuals’. Op dit moment wordt verkend of er in internationaal en Europees verband afspraken gemaakt kunnen worden over de belastingheffing van dergelijke individuen. In de kabinetsappreciatie van het Global Tax Evasion Report 2024 is onder andere nader ingegaan op deze verkenning en het voorstel van de onderzoekers van het rapport voor een wereldwijde minimumbelasting voor miljardairs. In de kabinetsreactie is aangegeven dat Nederland meermaals richting de OESO heeft aangegeven dat de belastingheffing van deze individuen voor Nederland een prioriteit is.’
Volgens Van Rij lijkt er momenteel steun te zijn vanuit enkele andere landen om dit onderwerp in OESO-verband te bespreken. Voor het behouden en verkrijgen van meer draagvlak acht hij het verstandig, en tevens de inzet van Nederland, om in internationaal verband stapsgewijs de problematiek en mogelijke beleidsoplossingen te onderzoeken voordat stevig voor een bepaalde oplossingsrichting wordt gepleit.
Letter en geest
In het artikel worden diverse constructies en routes beschreven waarmee mevrouw Heineken haar belastingdruk zou weten te verlagen. De vragenstellers willen weten of zij niet alleen naar de letter maar ook naar de geest van de wet handelt. Volgens Van Rij moeten de Kamerleden niet te snel conclusies trekken. ‘Vennootschappen kunnen om bedrijfseconomische redenen ervoor kiezen om een betaling aan haar aandeelhouders te doen middels een terugbetaling van kapitaal of een dividenduitkering’ laat hij weten. ‘Een onbelaste terugbetaling van kapitaal kan worden gedaan zolang er fiscaal erkend kapitaal aanwezig is. Als een bedrijf met winstreserves inderdaad ervoor kiest een onbelaste terugbetaling van kapitaal te doen, dan blijft er een dividendbelastingclaim rusten op de winst(reserves) waarover later kan worden geheven. Dit is een bewuste keuze van de wetgever geweest. Dat een terugbetaling van fiscaal erkend kapitaal onder omstandigheden onbelast kan plaatsvinden, is dus in lijn met de letter en de geest van de wet. Bovendien gaat er door de terugbetaling van kapitaal geen dividendbelastingclaim verloren. Het kabinet ziet om die redenen thans geen aanleiding voor de introductie van nieuwe maatregelen.’
Of de belastingdienst in het verleden afspraken met mevrouw Heineken heeft gemaakt kan Van Rij omwille van de privacy van individuen niet zeggen.
Lees hier de brief van Van Rij.
Geef een reactie