Het wetsvoorstel voor de BAZ moet grondig worden aangepast, want in de huidige vorm is de uitvoering veel te ingewikkeld, zo reageren de Belastingdienst en het UWV. Dat schrijft minister Van Hijum (Financiën) aan de Tweede Kamer in een brief over de stand van zaken rondom het voorstel. De consultatie van het wetsvoorstel leverde afgelopen zomer een stortvloed van ruim 2.000 reacties op, veelal van zzp’ers die er niet op zitten te wachten. “Deze reacties bevatten bezwaren die gericht zijn op het gehele wetsvoorstel of op specifieke kenmerken van de verzekering. Zoals het verplichte karakter van de verzekering, gewenste uitzonderingen op de kring van verzekerden, de hoogte van de premie, het gekozen arbeidsongeschiktheidscriterium en de duur van de wachttijd.”
Wisselingen zorgen voor complexiteit
De regering heeft daar nog niets mee gedaan: “Zoals gebruikelijk zal bij de verdere uitwerking van het wetsvoorstel worden bekeken of de reacties aanleiding geven om het wetsvoorstel op punten te verduidelijken of te veranderen.” Ook hebben de Belastingdienst, het UWV, de Sociale Verzekeringsbank, de AFM, de Autoriteit Persoonsgegevens, de Raad voor de Rechtspraak en het Adviescollege toetsing regeldruk toetsen gedaan en adviezen gegeven. Fiscus en UWV zijn kritisch over de uitvoerbaarheid. Wisselingen in de verzekeringsplicht van mensen die dan weer wel, dan weer niet ondernemer zijn of kiezen voor een opt-out maken de uitvoerbaarheid lastig, vinden zij. Er liggen (weer) ICT-uitdagingen op de loer, want de Belastingdienst en het UWV zullen met verschillende instanties gegevens moeten uitwisselen.
Geen datum inwerkingtreding
De Belastingdienst oordeelt zelfs: ‘onuitvoerbaar’, dus er kan ook geen inwerkingtredingsdatum worden
vastgesteld. UWV ziet geen ingangsdatum voor 1 januari 2030 “en mogelijk ook niet in de jaren erna als
een wijziging van het (bredere) stelsel van arbeidsongeschiktheid uitblijft”. Van Hijum reageert dat hij “de gesignaleerde knelpunten nader moet bestuderen”. “Daarbij verwacht ik wijzigingen in het conceptvoorstel aan te brengen voordat ik volgende stappen zet in het wetgevingsproces.”
De minister blijft positief en ziet “genoeg aanknopingspunten om op korte termijn te verkennen hoe de gesignaleerde knelpunten kunnen worden ondervangen”. “Met meer of minder vergaande aanpassingen aan het wetsvoorstel streef ik naar een uitvoerbare, betaalbare en uitlegbare verzekering.” Hij denkt een volgend aangepast wetsvoorstel op zijn vroegst in het derde kwartaal van volgend jaar in te dienen.
Europese steun op de tocht
De vertraging kan ertoe leiden dat Nederland nog eens € 1,2 miljard misloopt uit het Europese Herstel- en Veerkrachtplan. Voorwaarden voor die steun zijn namelijk dat de wetgeving in het eerste kwartaal van 2025 in het Staatsblad is gepubliceerd en dat uiterlijk in het eerste kwartaal van 2026 het parlement een brief ontvangt over de uitvoering van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Geef een reactie