
Een belastingplichtige die vrijwilligerswerk verricht voor een vereniging en recht heeft op een onbelaste vergoeding, kan met de vereniging afspreken die vergoeding jaarlijks te schenken. Als in de schenkingsovereenkomst is vastgelegd dat de gift gelijk is aan de vrijwilligersvergoeding en daarmee wordt verrekend, dan geldt dit echter niet als een periodieke gift volgens de fiscale regels.
Vaste bedragen
Volgens artikel 6.34 van de Wet IB 2001 moeten periodieke giften bestaan uit vaste, gelijkmatige bedragen, die jaarlijks gedurende ten minste vijf jaar worden uitgekeerd. De hoogte van de gift mag dus niet variëren of afhankelijk zijn van omstandigheden zoals het aantal gewerkte uren. In dit geval is de hoogte van de gift gekoppeld aan de vrijwilligersvergoeding, die kan fluctueren afhankelijk van de werkzaamheden. Daardoor ontbreekt het vereiste van een vast bedrag én is er geen sprake van een zekere looptijd. Wel kan de gift onder voorwaarden worden aangemerkt als een ‘andere gift’ (artikel 6.35 Wet IB 2001), mits de vereniging de ANBI-status heeft.
Uitzondering
Een uitzondering geldt wanneer er geen contractuele koppeling is tussen de gift en de vergoeding, maar de vrijwilliger wel formeel recht heeft op uitbetaling van de vergoeding. In dat geval mag deze vordering worden verrekend met de jaarlijkse gift. Dan kan wél sprake zijn van een periodieke gift, mits het resterende bedrag eventueel wordt bijbetaald als de vergoeding ontoereikend is. Afzien van de vrijwilligersvergoeding valt onder een andere fiscale regeling (artikel 6.36 Wet IB 2001) en is in dit specifieke geval niet aan de orde.
Lees hier het standpunt.
Geef een reactie