
De earningsstrippingmaatregel, onderdeel van de Europese ATAD1-richtlijn, beperkt de aftrekbaarheid van rente om winstverschuiving en belastingontwijking tegen te gaan. Nederland heeft deze regels strenger geïmplementeerd dan het EU-minimum, onder meer door geen uitzonderingen toe te staan voor concerns of opzichzelfstaande entiteiten. Ook verlaagde Nederland de drempel voor renteaftrek van €3 miljoen naar €1 miljoen. Uit recent onderzoek blijkt dat de maatregel effectief is: bedrijven verplaatsen minder winst via renteaftrek en het vreemd vermogen is met 8% gedaald. Toch signaleert de Belastingdienst dat vooral vastgoedinvesteerders hun financiering opsplitsen over meerdere vennootschappen om onder de drempel te blijven. Hierdoor wordt de belastinggrondslag uitgehold.
Afgeblazen
Het kabinet wilde aanvankelijk een antifragmentatiemaatregel invoeren voor vastgoedbedrijven, waardoor de drempel van €1 miljoen niet meer zou gelden voor verhuurders van vastgoed. Dit voorstel sneuvelde echter in de Tweede Kamer na kritiek dat het kleine beleggers en woningcorporaties zou raken. In plaats daarvan vroeg de Kamer aan staatssecretaris Van Oostenbruggen om te onderzoeken hoe andere EU-landen dit probleem aanpakken. Uit haar analyse blijkt dat fragmentatie ook in Duitsland speelt, met name in de vastgoedsector. Duitsland overwoog een vergelijkbare antifragmentatiemaatregel, maar schrapte deze vanwege zorgen over administratieve lasten.
Lessen
Van Oostenbruggen vergeleek de Nederlandse situatie met die van andere lidstaten. België en Denemarken hanteren een groepsbrede drempel, waardoor fragmenteren binnen een concern geen voordeel oplevert. Finland koppelt de drempel aan de vraag of een bedrijf vooral door verbonden partijen is gefinancierd. Zweden hanteert een lage drempel (€450.000), waardoor fragmentatie minder snel loont. Van Oostenbruggen overweegt drie opties:
1. Een uitvoerbaar concernbegrip introduceren, vergelijkbaar met België en Denemarken.
2. Een voorwaardelijke drempel, zoals in Finland, waarbij de aftrekruimte afhangt van de financieringsstructuur.
3. Een strengere renteaftrekbeperking voor leningen van verbonden partijen, om omzetting van eigen naar vreemd vermogen tegen te gaan.
Besluit eind 2025
Van Oostenbruggen benadrukt dat een eventuele maatregel zorgvuldig moet worden afgewogen tegen administratieve lasten en economische effecten. Ze verwacht uiterlijk eind 2025 met een definitief voorstel te komen. “Ons doel is een eerlijk belastingstelsel waarin ondernemingen niet oneigenlijk profiteren van renteaftrek, zonder dat dit ten koste gaat van legitieme investeringen,” aldus de staatssecretaris. De Kamer reageert verdeeld op de brief. Coalitiefracties benadrukken het belang van een effectieve aanpak, terwijl oppositiepartijen waarschuwen voor nieuwe belemmeringen voor het midden- en kleinbedrijf.
Lees hier de Kamerbrief.
Geef een reactie