In Utrecht is met een wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat 25% van de migratiejongeren wordt gediscrimineerd bij het zoeken naar een MBO-stage. Een directeur van een administratiekantoor vertelt een ander verhaal.
Aangetoond
Discriminatie bij het zoeken naar een stageplaats bestaat daadwerkelijk. Ook tijdens de stage zelf worden de studenten geconfronteerd met discriminatie. Dat blijkt uit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut in opdracht van de gemeente Utrecht. Met name jonge, mannelijke studenten met een migratieachtergrond worden achtergesteld. De Utrechtse wethouder Klaas Verschuure (D66) zegt geschrokken te zijn. ‘We laten met dit onderzoek zien dat het plaatsvindt. En nou hoop ik dat we eindelijk het gesprek met elkaar aan kunnen gaan.’ Hij belooft stagediscriminatie aan te zullen pakken. Voor het onderzoek werden 577 sollicitaties van fictieve studenten gestuurd naar 288 vacaturen. Ook werden honderden studenten gevraagd naar hun ervaringen.
Stoppen met studie
Uit de fictieve sollicitaties blijkt dat jonge vrouwen meer kansen op een stageplek hebben dan hun mannelijke medestudenten. Jongeren met een migratieachtergrond hebben minder kansen in alle sectoren, behalve als het gaat om zorg en welzijn. Wie geen stage vindt, loopt kans met de opleiding te moeten stoppen. Eerder onderzoek toonde aan dat docenten en stagebegeleiders vaak moeite hebben om het te herkennen. De discriminatie gaat vaak impliciet. Dus als een werkgever een cv ontvangt van iemand met een achternaam die niet Nederlands klinkt is dat in sommige branches genoeg om mensen niet uit te nodigen.
Administratiekantoor
RTV Utrecht sprak met de directeur van een administratiekantoor, die niet bij naam genoemd wil worden. Van oorsprong Perzisch had zij vaak stagiaires met een niet-westerse migratieachtergrond, vaak jongens. ‘Ik ben zelf naar dit land gekomen toen ik achttien jaar was, ik heb hier de kans gekregen om iets op te bouwen en wil graag iets terugdoen voor de maatschappij’, legt de ondernemer uit. Toch is zij na 11 jaar gestopt met het aannemen van stagiaires. ‘Als je tegen een probleem aanloopt, dan laten de scholen je vallen als een baksteen’, legt ze uit. Ze zegt dat ze in lastige situaties is gekomen door vervelend gedrag van stagiairs. ‘Als een stagiaire zich niet aan de afspraken houdt, dan kaatst de school de bal gewoon terug en mag je het zelf uitzoeken.’ Ook is er volgens haar een te grote afstand tussen de vaardigheden van mbo’ers en de praktijk. ‘Soms was ik de hele dag druk met de begeleiding van mijn stagiaires, ‘s avonds deed ik dan nog mijn eigen werk.’ Volgens de zakenvrouw zouden werkgevers veel beter ondersteund kunnen worden door de verschillende mbo’s in Utrecht. ‘De kern van het probleem is niet discriminatie’, stelt de Utrechtse ondernemer. ‘Ik ben vaak het gesprek aangegaan, maar de mbo’s bewegen voor geen centimeter.’
Bron: RTV Utrecht
Geef een reactie