Het voornemen van minister Asscher om de WGA-flex en WGA-vast een jaar later samen te voegen, leidt onnodig tot hogere WGA-premies voor werkgevers bij verzekeraars en UWV. Gemiddeld betalen werkgevers in 2016 dertig procent meer premie aan het UWV dan nodig zou zijn. Dat stelt verzekeringsmakelaar en risico-adviseur Aon.
Met het voornemen van Asscher om de twee uitkeringen samen te voegen verandert de minister opnieuw de spelregels tijdens het spel. Dat verstoort de marktwerking. Ook leidt het onnodig tot hogere WGA-premies voor werkgevers bij verzekeraars en UWV. Gemiddeld betalen werkgevers in 2016 door het uitstel dertig procent meer premie aan het UWV dan nodig zou zijn. De kosten voor de BV Nederland bedragen tientallen miljoenen. Dat stelt Aon op basis van berekeningen naar aanleiding van een brief van minister Asscher waarin hij vraagt om uitstel voor de invoering van het hybride stelsel voor de WGA-flex. Werkgevers hebben tot 1 april de tijd om eigenrisicodrager te worden.
Wet BeZaVa
Als gevolg van de Modernisering Ziektewet (Wet BeZaVa) zouden werkgevers vanaf 1 januari 2016 de mogelijkheid krijgen eigenrisicodrager te worden voor de gehele WGA. Tot op heden is het voor werkgevers alleen voor de Ziektewet en de WGA-vast mogelijk om te kiezen tussen het verzekeren via het UWV of zelf de risico’s te dragen en dit eventueel (deels) onder te brengen bij een private verzekeraar. Voor WGA-uitkeringen van (ex-)medewerkers met een tijdelijke arbeidsovereenkomst zijn werkgevers in ieder geval nog tot 2017 verplicht premie af te dragen aan het UWV.
Verzekeraars niet klaar
De minister stelt de samenvoeging van de WGA-vast en WGA-flex uit op verzoek van verzekeraars. Zij zouden nog niet klaar zijn voor de samenvoeging. “De risico’s voor verzekeraars zijn lastig in te schatten voor werkgevers met een groot WGA-flex risico,” stelt Daniel Rijnbeek, Managing Consultant bij Aon’s afdeling Corporate Wellness. “Negen van de tien werkgevers heeft echter een laag risico. Door het uitstel van de samenvoeging betaalt deze groep onnodig veel premie bij het UWV.” Rijnbeek wijst er bovendien op dat de plannen voor samenvoeging al vijf jaar bekend zijn.
Inlooprisico
Uitkeringsinstantie UWV rekent een opslag van veertig procent op de minimale WGA-premie. Bovendien mogen werkgevers die overstappen naar een private partij het ‘inlooprisico’ van de WGA-flex achterlaten bij het UWV. Dat inlooprisico moeten werkgevers nu een jaar langer financieren. Rijnbeek: “Het is nog maar de vraag of dat inlooprisico straks ook achtergelaten mag worden. De overheid verandert voortdurend de spelregels tijdens het spel.”
Aon heeft berekend dat eigenrisicodragerschap in veel gevallen voordeliger is. Werkgevers die kiezen voor eigenrisicodragerschap, zijn zelf verantwoordelijk voor de re-integratie van zieke medewerkers. “Bijkomend voordeel daarvan is dat zij meer invloed hebben op hun schadelast,” zegt Rijnbeek. Aon becijfert dat de private markt in staat is twintig procent van de WGA-dossiers met een uitkering van vijfendertig procent of meer te re-integreren of om te zetten naar een IVA-uitkering, die voor rekening van de overheid komt.
Onnodig veel premie
Ook werkgevers die al eigenrisicodrager zijn voor de Ziektewet of WGA-vast, betalen door het uitstel onnodig teveel premie. “Omdat verzekeraars door alle veranderingen de risico’s in het verleden niet goed in konden schatten, rekenen zij nu een opslag op de premie van gemiddeld 20%. Door het uitstel kunnen zij pas een jaar later beginnen historische schadegegevens op te bouwen voor de WGA-flex. Het ligt voor de hand dat zij daarom ook een opslag op die premie zullen rekenen.” Tot slot worden werkgevers telkens geconfronteerd met administratieve lasten en advieskosten als zij opnieuw hun risico’s in kaart willen brengen.
Hybride maken van WGA-flex
Nu de samenvoeging van WGA-vast en WGA-flex voorlopig van de baan lijkt te zijn, roept Aon op de WGA-flex op zijn minst ook hybride te maken. Dat biedt werkgevers de mogelijkheid eigenrisicodrager te zijn voor de totale Ziektewet en WGA. Werkgevers doen er op hun beurt verstandig aan zo snel mogelijk in kaart te brengen welke risico’s zij lopen op het gebied van uitkeringen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid.
Het is niet de eerste keer dat de afspraken binnen de Modernisering Ziektewet tussentijds worden aangepast. Vorig jaar deed de overheid dat ook met de driejaarstermijn en de terugkeerpremie.
Geef een reactie