De financiële positie van de lokale overheden is afgelopen periode stabiel gebleven. Slechts een paar lokale overheden hadden steun nodig om uit ernstige financiële problemen te komen.
Dit blijkt uit de Trendanalyse gemeenten, provincies en waterschappen van Deloitte. Jaarlijks onderzoekt Deloitte de actuele financiële positie van gemeenten, provincies en waterschappen op basis van de jaarrekeningen en begrotingen.
Opvallend is dat de lokale overheden gezamenlijk een voordelig resultaat van circa € 1,0 miljard hebben. Rekeninghoudend met de tussentijds vastgestelde begrotingswijzigingen is zelfs sprake van een voordelig resultaat van circa € 2,0 miljard. Dit zelfde patroon is zichtbaar bij het EMU-saldo (financieringssaldo). Voor 2014 verwachtten de lokale overheden een toename van hun vreemd vermogen met een bedrag van circa € 3,7 miljard. In wekelijkheid is het EMU-saldo in 2014 circa € 2,0 miljard lager. ‘De meeste gemeenten, provincies en waterschappen voeren een voorzichtig begrotingsbeleid. De werkelijkheid laat echter zien dat er bij de meeste gemeenten, provincies en waterschappen sprake is van onder andere meevallers die er voor zorgen dat het werkelijke resultaat minder negatief is dan werd verwacht in de begroting’, aldus Rein-Aart van Vugt, partner bij Deloitte.
Trends
De Trendanalyse laat een aantal opvallende trends zien.
Eigen vermogen
In 2014 is het eigen vermogen per inwoner van de waterschappen gelijk gebleven. Het eigen vermogen per inwoner van gemeenten is in 2014 gedaald met een bedrag van € 40 per inwoner. Ook het eigen vermogen per inwoner van de provincies is gedaald met een bedrag van € 51 per inwoner. Hierdoor hebben gemeenten en provincies minder middelen beschikbaar voor het dekken van incidentele uitgaven en het opvangen van financiële risico’s.
Schulden
De schulden van de lokale overheden zijn tot 2012 behoorlijk toegenomen. In 2014 is voor het eerste sinds lange tijd de gezamenlijke brutoschuld van de lokale overheden afgenomen met een bedrag van € 0,5 miljard.
Financiële positie
De financiële posities van de lokale overheden verschillen sterk. In het algemeen zijn de provincies erg weerbaar met aanzienlijke financiële reserves en een lage schuldpositie. De waterschappen hebben een hoge schuldpositie en een lage reservepositie. De middelgrote (50.000+) en grote gemeenten (100.000+) en gemeenten met een zwakkere sociale structuur zijn relatief zwaar getroffen door de economische crises in de afgelopen vijf jaar en hebben grotere verliezen geleden op hun grondexploitaties. Dit heeft een nadelig effect op het eigen vermogen en de nettoschuld van deze gemeenten.
Weerstandsvermogen
Gemeenten, provincies en waterschappen hebben op basis van gegevens in de jaarrekeningen 2014 op macroniveau voldoende bronnen van weerstandscapaciteit beschikbaar om de geïdentificeerde en gekwantificeerde risico’s te kunnen dekken.
Geef een reactie