Er heerst een serene rust in zijn kamer, zijn handen strijken langzaam over het 90 grams dikke papier. Hij gaat nog eens verzitten, zijn bril staat op het puntje van zijn neus. Langzaam glijden zijn ogen over de cijfers, zijn hersens draaien op topsnelheid. De regelgeving lijkt wel voor zijn ogen te bewegen. Met zijn vulpen maakt hij aantekeningen op het schrijfblok dat naast hem ligt. Zo loopt hij minutieus bladzijde voor bladzijde de jaarrekening door.
Na de laatste punt bladert hij snel terug, heft zijn hand en plaatst met een krachtige streek zijn handtekening. Voldaan kijkt hij hoe de inkt langzaam wegzakt in het dikke papier. ‘Residentie Blauwe inkt van Koninklijke P.W. Akkerman’, denkt hij. Tja, als accountant moet je je vandaag de dag toch echt onderscheiden. Rustig legt hij de jaarrekening op de stapel aan de rechterzijde en pakt een nieuwe van de linkerzijde. Een slok koffie en dan kan hij weer verder.
Nee, dit is niet het begin van een script over een accountantskantoor in de jaren ’70 à la Mad Men. Dit is een beetje het gevoel dat ik over mij heen krijg als ik de rapportage van de tijdelijke commissie Standaard 4410 lees. Hoe zat het ook alweer? Medio vorig jaar werden we als branche plotseling verrast door een nieuwe wet die de controlegrenzen omhoog schroefde en ineens de micro-entiteiten introduceerde. We waren zo druk bezig geweest met de AFM, kwaliteit en andere perikelen dat de wet er eigenlijk al doorheen was voordat we het echt doorhadden. Gek eigenlijk, want toen ik tien jaar geleden mijn rentree maakte in de accountancy, waarschuwde mijn commissaris Betty Arenthals er al voor. De EU had gesproken met ondernemers en die wilden minder regeldruk. Al die dikke boekjes van accountants die een halfjaar later kwamen, daar heb je toch helemaal niets aan. Kijk, het duurt even voordat zulke regelgeving doorgang vindt, maar uiteindelijk komt het er toch. En toen was het beroep in verwarring. Want een jaarrekening van een micro-entiteit, die eigenlijk zonder veel creativiteit op een A4 past, daar moet wel een verklaring bij! Toch? Ja, zei de ene helft van het beroep. Nee, zei de andere helft. Bureaus en commissies vaktechniek in verwarring. De NBA hield een consultatie en die maakte de splitsing nog duidelijker. Kortom, het beroep in verwarring. Uiteindelijk besloot de NBA dat de micro-entiteiten gewoon onder 4410 vallen en de tijdelijke commissie zou nog eens helder en duidelijk maken hoe de regelgeving gehanteerd moest worden.
Dat rapport ligt er nu en de NBA gaat het overnemen en verwerken in de regelgeving. En als ik de hoofdredacteur van Accountant.nl moet geloven, ligt er een duidelijk en schaalbaar stuk. Laten we er eens dieper naar kijken.
Roadmap door de regelgeving
Allereerst lof voor de commissie, want er ligt wat mij betreft een duidelijke roadmap door de huidige regelgeving. Het terugbrengen van 11 + 7 = 18 aspecten die ertoe doen, is natuurlijk ook goed. Wat daarbij wel heel erg opvalt, is dat zo’n beetje alles vormvrij is. De meeste moeite heb ik evenwel bij de teneur van het verhaal, zeker als we het voorbeeld in bijlage 2 erbij pakken; de uitwerking van een pensioen-BV. Dan begint bij mij de geur van spruitjes een beetje op te komen. Het lijkt er haast op dat de accountant volledig opereert als een zzp’er, die van het begin tot aan het einde een cruciale rol speelt. Allereerst is hij natuurlijk betrokken bij de klantacceptatie; hij sluit de saldibalans aan op de jaarrekening, hij leest de jaarrekening door en bespreekt de significante oordeelsvorming met de klant. Die is zich uiteraard bewust van de verantwoordelijkheid en neemt daarvoor ook alle verantwoordelijkheid. Uiteraard moet de accountant een dossier aanleggen, maar daarbij is zowat alles vormvrij; een paar aantekeningen voldoen blijkbaar. Bij mij komt dan het beeld boven waar ik mijn verhaal mee begon. En dan vergeet ik nog het kantoor met houten lambrisering, de licht versleten leren fauteuil, en dat hij dit alles natuurlijk doet op zaterdagmiddag, midden in het drukke seizoen.
Sluit dat nu aan op onze samenstelpraktijk? Kon het niet wat moderner omschreven worden? Volgens mij hebben in de afgelopen jaren veel kantoren het samenstelproces opnieuw ingericht, met nieuwe zaken als risicogericht samenstellen en lean technologieën, en dit zeer effectief en efficiënt gemaakt. Door risicogericht samenstellen doen we alleen nog maar wat er echt toe doet. We maken gebruik van elektronische samenstelassistenten om de noodzakelijke aansluitingen geautomatiseerd te laten plaatsvinden. De auditfile is tegenwoordig het startpunt, als er al geen automatische koppeling bestaat met het online pakket waarin de klant zijn administratie verwerkt. Met tolerantie denken leren we de klassieke samensteller te behoeden voor een voorafgaande journaalpost van 50 euro. We hebben natuurlijk een goede rapportgenerator, waardoor 95% van de jaarrekening direct klopt. En we staan, volgens mij, aan de vooravond van ontwikkelingen waarin dit soort processen nog beter en intelligenter wordt geautomatiseerd. Watson leest dadelijk de jaarrekening en past hem aan op de meest recente regelgeving. Identificatie van de klant doet u gewoon met uw mobiele telefoon door een foto te maken van het paspoort van de klant; zijn gezicht en het systeem geven aan of dit alles klopt en of het paspoort niet per ongeluk vermist is. Op de achtergrond is dan tevens vastgesteld of u met de UBO te maken heeft.
Hebben we dat dan allemaal verkeerd gedaan? Slechts één keer lees je in het hele rapport iets over risicogericht samenstellen en woorden als ICT, elektronisch dossier, SBR of workflow; ik ben ze niet tegengekomen. Jammer, en een gemiste kans om het verhaal echt schaalbaar te maken naar alle praktijken. Het lijkt wel of het rapport gaat over een andere wereld, met andere uitdagingen dan die er vandaag in de praktijk spelen.
Daarnaast is de pensioen-BV natuurlijk wel het makkelijke voorbeeld, maar de micro-entiteiten bestaan niet alleen uit pensioen-BV’tjes. Dan denkt u misschien: ‘Fouk, wat maak je je druk? Jij vertaalt die regelgeving toch zo weer naar jouw systemen, gas erop en weer vooruit!’ Tja, was dat maar waar. In het hoofdredactioneel op accountant.nl werd al aangegeven dat het bijzonder was dat in deze commissie praktijkmensen, vaktechneuten en toetsers hadden samengewerkt. Laat ik het zo zeggen: ik hoop dat de toetsers het goed kunnen vertalen naar de meer modernere praktijken.
Nu de commissie goed werk heeft verricht in het schetsen van de roadmap door de huidige regelgeving, stel ik voor om een permanente commissie in te stellen die snel aan de slag gaat met het zodanig moderniseren van de regelgeving dat deze aansluit op de praktijk en handvatten biedt voor de uitdagingen waar we vandaag voor staan. Niet meer met de accountant als uitgangspunt, maar met het accountantskantoor of de organisatie. Met daarin ruimte voor de moderne hulpmiddelen die voorhanden zijn en uiteraard ook op basis van risicogericht samenstellen. Maar ook hoe je als kantoor relevanter kunt zijn door tussentijdse rapportage en evidence building gedurende het jaar, waardoor de druk ook eens uit de praktijk gehaald kan worden. Kortom, niet het oude samenstellen maar het nieuwe samenstellen. Niet 4410 maar 4411. Ik stel voor om dat te doen met een groep jonge en innovatieve accountants van verschillende kantoren (klein, middelgroot en groot). Die echte schaalbaarheid ook meenemen in de regelgeving ‒ wat voor een klein, middelgroot en een groot accountantskantoor het uitgangspunt moet zijn.
En ten aanzien van de speciale accountantsverklaring die er komt voor de micro-ondernemingen: mag die alstublieft vormvrij zijn? Dan bedoel ik niet de tekstuele vorm, maar de verschijningsvorm. Ik denk namelijk aan een QR-code rechts onderaan; dan blijft die jaarrekening op 1 A4’tje passen.
Fou-Khan Tsang. Deze blog is geschreven op persoonlijke titel.
Geef een reactie